Darmonderzoek (coloscopie)

Een darmonderzoek (coloscopie) is een inwendig kijkonderzoek van de dikke darm met behulp van een coloscoop. De coloscoop is een buigzame slang met een lichtje en een camera. De binnenkant van de darm wordt onderzocht op ontstekingen, zweertjes, bloedingen, poliepen of gezwellen. Er kunnen weefselstukjes voor onderzoek worden weggenomen. 

Voorbereiding

Ter voorbereiding op het onderzoek zijn een aantal punten van belang.

  • Zorg dat u met een begeleider naar het onderzoek komt. U krijgt voor het onderzoek een slaapmiddel toegediend via een infuusnaaldje, waardoor u 24 uur niet zelfstandig deel mag nemen aan het verkeer. Regel van tevoren vervoer naar huis. U mag alleen onder begeleiding het ziekenhuis verlaten en ook niet alleen met de taxi of het openbaar vervoer reizen. Tevens moet er tijdens het onderzoek begeleiding in de wachtkamer aanwezig zijn voor eventuele vragen en de uitslag.
  • Trek op de dag van het onderzoek makkelijke kleding aan dat niet knelt. Voor het onderzoek is het fijn om een paar warme sokken mee te nemen.
  • Zorg dat er minimaal 1 vinger vrij is van nagellak.
  • Draag op de dag van het onderzoek geen make-up, bodylotion of gezichtscrème.

Gebruik medicijnen en CPAP

Het is belangrijk dat u bij de het intakegesprek aangeeft welke medicatie u gebruikt. Als u medicijnen gebruikt, kan door het laxeren van de darmen, de opname van de medicamenten in de darm verminderd zijn. In de praktijk levert dit zelden problemen op. De medicijnen die u door mag gebruiken van de arts kunt u tot 2 uur voor het onderzoek innemen met een slokje water.

Uw medisch specialist bespreekt met u wat u moet doen met uw antistollingsmedicatie (bloedverdunners). Stop nooit naar eigen inzicht met het gebruik van bloedverdunners, hartmedicatie of medicatie voor uw longaandoening, maar overleg dit eerst met uw arts.

De werking van de anticonceptiepil (‘de pil’) wordt minder betrouwbaar bij het gebruik van het laxeermiddel. IJzertabletten (ferrofumaraat) kleuren de ontlasting zwart en zorgt ervoor dat deze vast blijft zitten aan het slijmvlies. Hierdoor wordt de beoordeling van het slijmvlies lastiger. U moet daarom een week voor het onderzoek met de ijzertabletten stoppen.

Bent u diabetespatiënt, dan moet u speciale maatregelen treffen met betrekking tot uw diabetesmedicatie. Er is een aparte instructie voor diabetespatiënten beschikbaar.

Heeft u OSAS (slaapapneu ’s) geef dit dan door aan uw behandelend arts. Als u behandeld wordt met een CPAP/MRA is het noodzakelijk dat u uw eigen apparaat meeneemt. Als u het apparaat niet meeneemt is het zeer waarschijnlijk dat de arts het onderzoek niet uitvoert of geen sedatie geeft. Tijdens/na het onderzoek moet de CPAP gebruikt worden totdat het slaapmiddel helemaal is uitgewerkt.

Heeft u een pacemaker of een inwendige defibrillator (ICD)? Vertel dit dan aan uw behandelend arts.

Dieet en laxeermiddel

Het is belangrijk dat de darm goed schoon is zodat het slijmvlies grondig kan worden onderzocht en zelfs de kleinste afwijkingen in het weefsel worden gezien. Wanneer de dikke darm vanbinnen nog vies is, is het zicht in de darm slecht en wordt het onderzoek moeilijker. Ook kan de arts belangrijke zaken, waaronder poliepen en zelfs kanker, missen. De arts kan dan beslissen om het hele onderzoek, na betere darmreiniging, opnieuw te doen. Om uw darm zo schoon mogelijk te krijgen krijgt u een aangepast dieet mee en een laxeermiddel.

Lees de voorbereidende informatie goed door

Meer informatie over het dieet en het gebruik van het laxeermiddel leest u in het document Voorbereiding darmonderzoek(https://ziekenhuisrivierenland.nl/media/wa2npsbq/300056_d_poliklinische-coloscopie-schema-1-normale-voorbereiding-pleinvue.pdf).

Dieet

U mag een aantal dagen voor het darmonderzoek geen voedingsmiddelen met veel vezels, zaden of pitjes eten. Vezels, pitjes en zaden kunnen lang in de darm achterblijven waardoor men tijdens het darmonderzoek niet alles goed kan zien. Daarnaast kunnen pitjes en zaden het afzuigkanaal van de endoscoop verstoppen waardoor het onderzoek langer duurt of tijdelijk onderbroken moet worden. U krijgt een lijst met voedingsmiddelen die u wel mag eten.
Verboden : noten, zaden, pitjes, vezelrijke voeding / volkoren producten.
Toegestaan : vezelarme voeding en dranken volgens lijst.

Laxeermiddel

Van de internist heeft u een recept meegekregen voor een laxeermiddel. 

Tijdens de voorbereiding moet u minimaal 1 liter andere heldere vloeistoffen blijven drinken. Denk hierbij aan: koffie (zwart, eventueel met suiker), thee, bouillon, vruchtensappen zonder vruchtvlees en frisdranken zonder koolzuur (= zonder “prik”). Hoe meer u drinkt hoe beter alles schoon gespoeld wordt. Let op: U moet 2 uur vóór het onderzoek stoppen met drinken. Vanaf dat moment mag u dus helemaal niets meer innemen!

In de loop van de tijd zal er veel ontlasting komen en kunt u buikkrampen krijgen. Zorg dat u in de buurt blijft van een toilet. Bij sommige mensen kan het wat langer duren voordat het op gang komt.

Op de dag van het onderzoek moet uw ontlasting helder en zonder vaste deeltjes zijn. Het zal net als water of urine lijken.

Is dit niet het geval of heeft u problemen met het drinken van de vloeistof? Bijvoorbeeld door misselijkheid of braken. Neem dan contact op met de polikliniek Interne Geneeskunde voor verder advies.

Het onderzoek

Voor de start van het darmonderzoek moet u zich van onderen uitkleden en krijgt u een speciale broek aan. Hierna kunt u plaats nemen op het bed en wordt er een infuusnaaldje ingebracht. In de onderzoekskamer krijgt u een bloeddrukband om en een knijpertje om uw vinger. Hiermee worden uw vitale functies vóór, tijdens en na het onderzoek gecontroleerd. Bij de meeste mensen wordt een strakke band om de buik gedaan. De band zorgt ervoor dat de scoop wat makkelijker door alle bochten gaat, door tijdens het onderzoek continue tegendruk te geven.

Vooraf aan het onderzoek gaat u op uw linkerzij liggen met opgetrokken knieën. Indien u hebt gekozen voor sedatie en de scopist is akkoord, wordt de sedatie (het “roesje”) via het infuusnaaldje gegeven. Via de anus wordt voorzichtig een scoop steeds verder in de darm gebracht. Tijdens het onderzoek kan u gevraagd worden om van houding te veranderen (rugligging of rechterzijligging) of om diep in te ademen. Hierdoor wordt het soms makkelijker om bijvoorbeeld een bocht te passeren. Ook kan de verpleegkundige met haar handen druk op uw buik uitoefenen en zo meehelpen met het sturen van de scoop.

Aan het uiteinde van de scoop zit een lampje. Hiermee bekijkt de arts op een beeldscherm de binnenkant van de darm. Om dit goed te kunnen bekijken is het belangrijk dat de darm zich ontplooit. Daarom brengt de arts via de scoop wat lucht in uw darmen. Dit kan een gevoel van druk of kramp geven. Om dit gevoel kwijt te raken, kan er lucht via de anus ontsnappen. Dit hoort bij het onderzoek en maakt het voor u zelf makkelijker. U hoeft zich er niet voor te schamen.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten, maar kan bij een ingreep (bijvoorbeeld een poliep verwijderen) langer duren.

Na het onderzoek

Na het onderzoek wordt u opgenomen op de uitslaapkamer. Vanaf het moment dat u de medicatie heeft gekregen, wordt u 1 tot 2 uur via de bewaakt. Wanneer er zich geen bijzonderheden voordoen en u voldoende hersteld bent, mag u weer eten en kunt u onder begeleiding naar huis. Let er op dat de medicatie nog 24 uur in uw bloed zit en uw reactievermogen al die tijd verminderd kan zijn.

De uitslag

Indien er geen begeleiding in de wachtkamer wacht, wordt de uitslag alleen aan uzelf verteld. Bij het gebruik van sedatie is de kans echter groot dat u dit allemaal weer vergeet. Mocht u dus wel graag een voorlopige uitslag krijgen, zorg dan dat uw begeleiding in de wachtkamer blijft wachten. De definitieve uitslag krijgt u tijdens een vervolgafspraak met uw behandelend arts of via uw huisarts.

Complicaties

Complicaties komen zelden of nooit voor. Er is een kleine kans op een nabloeding en een zeer kleine kans op een perforatie (gaatje in de darm). Er kunnen andere bijwerkingen zoals een wee gevoel, pijn en darmkrampen optreden. U hoeft hier geen contact voor op te nemen tenzij:

  • U veel bloed verliest (meer dan een kopje vol). Een beetje bloedverlies is normaal.
  • U na afloop hevige buikpijn of koorts krijgt (boven 38°C).