Zoledroninezuur: medicijn bij borstkanker

Bij borstkanker is er een kans dat er uitzaaiingen in de botten ontstaan. Een behandeling met zoledroninezuur remt de groei af van tumorcellen die nog aanwezig kunnen zijn. Op deze manier wordt de kans op uitzaaiingen van borstkanker in de toekomst kleiner. 

Het lichaam blijft oud bot door nieuw bot vervangen. Het aanmaken en afbreken van bot is dan in balans. Als dit proces uit balans raakt bijvoorbeeld door borstkanker, bestaat de kans dat de botten zwakker worden. Dit heet botontkalking of osteoporose. Zoledroninezuur maakt de botten sterker. De kans op het ontstaan of verslechtering van botontkalking wordt minder.

• Laat uw gebit door de tandarts controleren voor de start van de behandeling met zoledroninezuur. Dit is nodig omdat er een risico is op een ontsteking van het kaakbot. Geef uw tandarts de brief die u van de medisch specialist of verpleegkundig specialist heeft gekregen.
• Drink voor en na iedere behandeling met zoledroninezuur voldoende.

U krijgt 2 keer per jaar zoledroninezuur via een infuus. Het medicijn loopt dan door een slangetje en een holle naald in uw lichaam.

Voor ieder infuus nemen we bloed af.

Een behandeling duurt ongeveer 30 minuten.

Het is belangrijk om in de periode dat u zoledroninezuur krijgt op de volgende dingen let:

• Zorg dat u genoeg calcium en vitamine D inneemt. U leest hier meer over op Sterke botten bij borstkanker(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/sterke-botten-bij-borstkanker/).
• Neem bij problemen van de kaak, tanden of kiezen direct contact op met uw tandarts
• Als het mogelijk is bespreekt u een behandeling door de tandarts eerst met de arts. Er wordt dan gekeken wanneer de behandeling het beste kan gebeuren. 
• Laat uw tandarts weten dat u zoledroninezuur krijgt of kreeg. Doe dit tot 2 jaar na het laatste infuus. Zoledroninezuur blijft namelijk nog lang in uw botten zitten.
• Goed voor het gebit zorgen maakt de kans op botschade van de kaak kleiner.

Zoledroninezuur kan bijwerkingen hebben. 

Vaak

• Griepachtige verschijnselen in de eerste 3 dagen na het infuus. U kunt last krijgen van koorts, spierpijn, gewrichtspijn, vermoeidheid, een ziek gevoel en blozen.
• Hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, gevoel van zwakte.
• Pijn in botten, spieren en gewrichten, stijve spieren.
• Bloedarmoede; u merkt dat onder andere aan vermoeidheid en een bleke huid of kortademigheid bij inspanning.
• Oogontsteking; u ziet wazig of slecht of het oog wordt rood en doet pijn.
• Maagdarmklachten de eerste dagen na het infuus, zoals misselijk zijn, overgeven, geen eetlust.

Soms

• Ontsteking van het kaakbot
• Nierbeschadiging

Neem in de volgende situaties contact op met het ziekenhuis:

• U ziet wazig of slecht en het oog wordt rood en doet pijn.
• U heeft klachten of vragen.