Divertikels zijn onschuldige uitstulpingen van de darmwand. Soms gaat een divertikel ontsteken. Als divertikels ontsteken wordt dat diverticulitis genoemd. De uitstulpingen komen voor in de dikke darm en ontstaan meestal in het laatste deel van de dikkedarm, ook wel de sigmoïd genoemd.
Oorzaak
De oorzaak is niet helemaal bekend. Wel weten we dat verstopping (obstipatie), roken en de aanwezigheid van veel buikvet te maken heeft met problematische ontstoken uitstulpingen.
Voeding
Een ontsteking in een uitstulping kan vaak voorkomen worden door vezelrijke voeding, voldoende water drinken en lichaamsbeweging. Meer informatie over vezelrijke voeding lees u op de website van het Voedingscentrum(https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vezels.aspx) of op de pagina Voeding bij uitstulpingen in de darm(https://ziekenhuisrivierenland.nl/aandoeningen/voeding-bij-uitstulpingen-in-de-darm/).
Symptomen
Meestal geven de uitstulpingen geen klachten. Als er wel klachten zijn, dan zijn deze het gevolg van een (plotselinge) ontsteking, een bloeding of chronische pijn na een ontsteking.
Een ontsteking van de uitstulpingen in de dikke darm wordt diverticulitis genoemd. De meestvoorkomende symptomen van deze ontsteking zijn:
- Buikpijn linksonder in de buik;
- Koorts;
- Rillingen;
- Misselijkheid;
- Braken;
- Verstopping (obstipatie);
- Buikkrampen.
Onderzoek
Om te bepalen hoe uitgebreid de ontsteking is, wordt naar uw klachten gekeken. Ook wordt bloedonderzoek en radiologisch onderzoek gedaan met een echografie en/of een CT-scan.
Op basis hiervan wordt bepaald of de ontstekingen met een operatie verwijderd worden of dat er eerst afgewacht wordt om de ontstekingen 'af te laten koelen'.
Voorbereiding operatie
U krijgt een operatie om de ontsteking aan de uitstulpingen in uw dikke darm te verwijderen. Onderstaande is belangrijk om fit de operatie in te gaan.
Fit voor de operatie
Het is belangrijk dat u zo fit mogelijk bent voor de operatie. Dit draagt bij aan een sneller herstel. Vaak zijn er ook minder complicaties. We bieden daarom voorafgaand aan de operatie een programma aan met conditie- en krachttraining en dieetadviezen. Dit noemen we het 'prehabilitatie-programma'. Meer informatie over dit programma leest u op de pagina 'Fit4Surgery(https://ziekenhuisrivierenland.nl/beweegziekenhuis/fit4surgery/)'.
Stoppen met alcohol en roken
Het is aan te raden om te stoppen met roken en het drinken van alcohol. Dit draagt bij aan het verminderen van complicaties en een spoedig herstel.
Voeding
Het is belangrijk dat u voldoende gezonde voeding binnenkrijgt in de periode tot aan de operatie. U krijgt hiervoor extra ondersteunende drankjes die een positief effect hebben op het herstel na de operatie. Vanaf 24.00 uur de dag voor de operatie mag u niet meer eten. Lees ook de instructies die u krijgt ter voorbereiding op uw operatie en opname.
De operatie
De chirurg verwijdert de ontstekingen uit de dikke darm.
Nadat het darmweefsel is verwijderd, hecht de chirurg de 2 uiteinden van de darm weer aan elkaar. Deze verbinding heet een darmnaad.
Het kan voorkomen dat het veiliger is om een (tijdelijk) stoma te maken. Dit is een kunstmatige darmuitgang. Als het stoma tijdelijk is, wordt deze later met een tweede operatie weer gesloten.
De operatie gebeurt meestal via een kijkbuis. Dit wordt ook wel laparoscopisch genoemd. Soms is een open operatie nodig, bijvoorbeeld omdat de ontsteking op een lastige plaats zit, er littekenweefsel is van een eerdere operatie of als uw toestand tijdens de operatie verandert.
Na de operatie
Pijnbestrijding
U krijgt 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol. Het is belangrijk dat u deze inneemt, ook als u denkt het niet nodig te hebben. Het opbouwen van pijnstilling in uw bloed is belangrijk voor een goede pijnbestrijding. Dit is belangrijk voor een snel herstel.
Tijdens de operatie wordt in het operatiegebied een slangetje geplaatst. Aan dit slangetje wordt een pompje bevestigd met een pijnstillend medicijn dat de eerste 3 dagen na de operatie vanzelf leegloopt. Hierdoor is morfine niet nodig en kunt u sneller herstellen.
Temperatuur meten
Wij vragen u de eerste week na ontslag elke ochtend uw temperatuur te meten. Bij een temperatuur hoger dan 38 graden neemt u contact op met het ziekenhuis.
Blaaskatheter
Tijdens de operatie wordt een blaaskatheter ingebracht, omdat de blaas in het operatiegebied ligt. Deze wordt aan het eind van de operatie ook weer verwijderd, zodat u zelfstandig kunt plassen. In sommige gevallen heeft het herstel van de blaas iets langer nodig.
Eten en drinken
Het is belangrijk dat u na de operatie goed drinkt. Soms is dat lastig omdat u zich door de operatie nog misselijk voelt. Probeer minimaal een halve liter water te drinken na de operatie. 's Avonds krijg u eten en drinken aangeboden.
Wondverzorging
De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen. Als u het ziekenhuis verlaat, zitten er hechtpleisters op de wond. Deze vallen er na een tijdje vanzelf af. Dit is geen probleem, de wond zal dan dicht zijn.
U mag gewoon douchen. Na het douchen moet u wel de pleister vervangen.
De wond mag afgeplakt worden zolang u dit prettig vindt, maar de pleisters mogen er ook af blijven als er geen vocht meer uit de wond komt.
Beweging
Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk na de operatie weer in beweging komt. Dit om trombose en het verlies van spierkracht te voorkomen. De fysiotherapeut helpt u hierbij. De eerste keer dat u uit bed gaat, doet u dit met een verpleegkundige die uw bloeddruk in de gaten houdt.
Als u niet in staat bent om uit bed te komen, probeer dan zoveel mogelijk rechtop in bed te zitten.
Laxeermiddel
Een dag na de operatie start u met laxeertabletten om de dikke darm weer aan het werk te zetten en om verstopping te voorkomen. De tabletten zorgen ervoor dat u binnen 3 dagen ontlasting heeft. Zodra de ontlasting goed op gang is, neemt u de volgende dag minder laxeertabletten en kunt u na 2 dagen helemaal stoppen. Als de ontlasting toch weer hard wordt of moeilijker gaat, dan kunt u weer laxeertabletten gebruiken.
Complicaties
Na iedere operatie kunnen complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties na een dikke darmoperatie zijn:
Naadlekkage
Een lek op de plaats waar de darm weer aan elkaar is gemaakt. De inhoud van de darm lekt weg in de buik en kan voor ontsteking van het buikvlies zorgen. De symptomen zijn: bolle, gespannen buik, misselijkheid en braken, koorts en buikpijn. Wanneer er sprake is van een naadlekkage, is opnieuw een operatie nodig.
Wondinfectie
Een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. De symptomen zijn roodheid van de huid of lekken van wondvocht. Bij een wondinfectie zullen de hechtingen verwijderd worden, zodat de pus uitgespoeld kan worden. U hoeft voor een wondinfectie niet in het ziekenhuis te blijven.
Wanneer contact opnemen?
Wanneer uw toestand na enkele dagen thuis achteruitgaat, neem dan contact op met de verpleegkundig specialist, de polikliniek Chirurgie of de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis waar u geopereerd bent. Vermeld dat u kortgeleden geopereerd bent. Problemen die zich kunnen voordoen:
- Toenemende roodheid rond de wond
- Aanhoudende misselijkheid en braken
- Zwelling
- Afscheiding/vocht uit de wond
- Buikpijn
- Verstopping van de darm of juist aanhoudende diarree
- Koorts (hoger dan 38 graden)
Naar huis
Als het goed verloopt, kunt u de tweede dag na de operatie weer naar huis als u normaal eten verdraagt en de pijn goed onder controle is met pijnstillers.
Pijnstillers
Vanaf dag 7 na de operatie gebruikt u de paracetamol alleen nog als dat nodig is voor de pijn.
Wondgenezing
De eerste week na de operatie kunnen de wondjes of de grote buikwond nog gevoelig zijn en wat verkleuren of zwellen.
Herstel
Het is belangrijk dat u goed luistert naar uw lichaam. U merkt dan vanzelf wat u lichaam aan beweging en activiteiten aankan.