Knieprothese

Totale of halve knieprothese

In de knie zit een scharniergewricht. Door dit gewricht zit het bovenbeen vast aan het scheenbeen. Spieren, gewrichtsbanden en meniscussen zorgen voor stevigheid. Alle delen die over elkaar heen bewegen zijn bedekt met glad kraakbeen. Het kraakbeen is elastisch en kan schokken en stoten opvangen. Slijtage van het gewricht kan het gladde kraakbeenoppervlak van uw knie beschadigen. Soms kan de stand van de knie wat veranderd zijn. De knie wordt pijnlijk en stijf. Hierdoor krijgt u steeds meer moeite met bewegen. Het wordt steeds moeilijker om langere afstanden te lopen. Ook in rust en ’s nachts is er pijn. Een totale of halve knieprothese is dan een oplossing.

De knieprothese

Het soort prothese hangt af van de slijtage van uw knie. Soms is de slijtage in de knie ernstiger dan verwacht.  De orthopeed kan dan tijdens de operatie toch besluiten om een totale knieprothese te plaatsen.

Totale knieprothese

De knieprothese bestaat uit verschillende delen. De versleten uiteinden van het dijbeen en het scheenbeen worden vervangen door metalen prothesedelen. Die delen worden met botcement vastgemaakt. Hiertussen komt een kunststof schijfje. Het schijfje zorgt voor spanning tussen de prothesedelen en het maakt de wrijving minder. Bij een totale knieprothese vervangen we dus het gehele kniegewricht.

Halve knieprothese

Soms is er alleen slijtage aan de binnenkant of de buitenkant van het gewricht. Dan is een halve knieprothese genoeg. De kruisbanden en de rest van de knie moeten wel gezond zijn.

Voordelen van een halve knieprothese
  • De voorste kruisband en 1 van de 2 meniscussen blijft zitten.
  • De beweeglijkheid van de knie is groter dan bij een totale knieprothese.
  • Het herstel gaat wat vlotter.

Voorbereiding operatie

Afspraken en onderzoeken

Orthopedieconsulent

De orthopedieconsulent is uw vaste contactpersoon. U krijgt in een gesprek informatie over de voorbereiding voor de operatie.

Als u vragen of problemen heeft, kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulent tijdens het telefonisch spreekuur. Dit kan van maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 15.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.

Informatiebijeenkomst Rap op Stap

Met ons Rap op Stap-programma is er vooral aandacht voor wat u allemaal wel kunt na de operatie. U heeft zelf een actieve rol in een snel herstel. Om u goed voor te bereiden, is er enige tijd voor de operatie een bijeenkomst: Rap op Stap. U krijgt uitleg over de opname en van het krijgen van knieprothesen door de orthopeed, fysiotherapeut en verpleegkundige van de verpleegafdeling.

Na de operatie heeft u elleboogkrukken nodig. Neem deze mee naar bijeenkomst. De fysiotherapeut stelt de krukken alvast voor u op de juiste hoogte in. U gaat al wat oefenen in het lopen met krukken, zodat u dit na de operatie al kunt. Wanneer u thuis ook oefent, bent u goed voorbereid voor de operatie.

Meld ontstekingen

Het is belangrijk dat u geen ontstekingen heeft als u een knieprothese krijgt. Meld het ruim van tevoren bij deorthopedieconsulent als u aan het been dat we gaan opereren wondjes, puistjes of wondroos hebt. Het kan soms verstandiger zijn de operatie dan uit te stellen.

Laat vóór de operatie uw gebit controleren door de tandarts. In de mond kunnen ook ontstekingen zitten waar u nog geen last van hebt.

Wat u vooraf kunt regelen

  • Fysiotherapie, zodat u weet wanneer deze na de operatie beschikbaar is.
  • Hulpmiddelen zodat u niet hoeft te bukken of rekken. Welke dingen dit kunnen zijn leest u onder Hulpmiddelen.
  • Mantelzorg, familieleden of kennissen die u na de operatie thuis ondersteunen met huishoudelijke taken en lichamelijke verzorging. 
  • Thuiszorg voor persoonlijke verzorging. Als er huishoudelijke hulp nodig is, vraagt u dit bij uw gemeente aan. 

De dag van de operatie

  • U doucht zich op de dag van de opname. Let er op dat nagels, navel en huidplooien goed schoon zijn.
  • Gebruik geen make-up, nagellak of bodycrème.
  • Laat uw sieraden thuis. 

Wat neemt u mee

  • Stevige, ruime schoenen. Uw voet wat dikker zijn na de operatie.
  • Uw medicijnen in de originele verpakking met receptsticker of uw Baxterrol.
  • Elleboogkrukken en/of uw eigen rollator.
  • Gemakkelijk zittende kleding
  • Toiletartikelen

Bloedverdunners

Op de dag van de operatie begint u met bloedverdunnende medicijnen. Na de operatie beweegt u enige tijd minder. Dan heeft u een grotere kans op het krijgen van trombose. Bij trombose komen er bloedstolsels in de bloedvaten.

Ontstekingsremmer

Een besmetting met bacteriën kan tijdens de operatie ontstaan, zonder bekende oorzaak. Dit is de reden dat elke patiënt kort voor de operatie medicijnen (antibiotica) krijgt.

De operatie

  • U krijgt tijdens de operatie een lokale pijnstilling in het kniegebied. U heeft dan na de operatie minder pijn.
  • De operatie gebeurt onder algehele verdoving (narcose)
  • Er wordt een snede in de voorkant van de knie gemaakt. 
  • De operatie duurt ongeveer 60 minuten. 

Na de operatie

  • U krijgt tijdens de operatie een lokale pijnstilling in het kniegebied. U heeft dan na de operatie minder pijn.
  • Er wordt een snede in de voorkant van de knie gemaakt.
  • De operatie duurt ongeveer 90 minuten. 
  • Via een slangetje in de arm krijgt u vocht en soms medicijnen.
  • Er wordt een röntgenfoto van de knieprothese gemaakt. 

Eten en drinken

Na de operatie mag u weer starten met eten en drinken.

Blaaskatheter

Het kan zijn dat het gevoel in de blaas nog niet terug is door de verdoving. De verpleegkundige controleert of het plassen op gang komt. Gebeurt dit niet, dan halen we de urine weg met een slangetje in de blaas. Dat is een katheter.

Oefenen

Op de eerste dag na de operatie wordt u op bed geholpen bij de lichamelijke verzorging. De fysiotherapeut komt met u oefenen. Onder begeleiding zet u de eerste stappen. Samen met de verpleegkundigen oefent u de dagelijkse activiteiten. 

Pijnbestrijding

Na de operatie kunt u pijnstillers nemen. U ervaart dan minder pijn. Dit draagt bij aan een sneller herstel om dat u beter kunt oefenen zonder pijn. 

IJspakking (coldpack)

Het gebruik van een ijspakking kan de pijn verzachten. Zorg dat er een dunne laag stof tussen de huid en de ijspakking zit. Koel niet langer dan 20 minuten met minimaal 1 uur tussen de koelbeurten.

Het gevoel van een strakke band rond de knie hebben is normaal. De knie kan dik en warm aanvoelen. Dit kan tot 6 maanden na de operatie duren. 

Wondverzorging

  • Op de operatiewond zit een waterdichte pleister. Het is de bedoeling dat de pleister 7 dagen blijft zitten.
  • Als de pleister vol zit met bloed of loslaat, kan de pleister worden vervangen. Neem hiervoor contact op met de orthopedieconsulent of de Verpleegafdeling M4.
  • Na het douchen kunt u de pleister droogdeppen, niet wrijven.
  • 1 week na uw operatie mag u zelf de pleister eraf halen. U moet zelf Sensitive pleisters voor de gevoelige huidi kopen van het merk Pleisterrol of Eilandpleister). Verschoon elke dag de operatiewond. 
  • Als de wond droog is, hoeft er geen pleister meer op.

Naar huis

U mag naar huis

  • als u veilig kunt lopen;
  • als de wond er “rustig” uitziet;
  • als er geen complicaties zijn;
  • als er thuis iemand is die u kan verzorgen. 

Als u naar huis gaat krijgt u:

  • een verwijzing voor de eigen fysiotherapie
  • een recept voor de apotheek
  • een controle-afspraak bij de polikliniek

Wat kunt u zelf doen

  • Houd rekening met de leefregels na de operatie;(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/leefregels-na-een-knieprothese/)
  • Doe regelmatig de voorgeschreven oefeningen(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/oefeningen-na-een-knieprothese/).

Wanneer neemt u contact op

Neem meteen contact op met de afdeling Orthopedie als u de volgende klachten krijgt:

  • Bloedende operatiewond, of een zeer grote en dikke blauwe plek bij de wond.
  • Spontaan vocht lekken uit de wond.
  • Koorts, dit is een temperatuur van meer dan 38 graden.
  • Bij erg veel pijn en roodheid van de operatiewond.

Controles

U komt 2 weken na uw operatie bij de orthopedieconsulent voor controle van de wond. Ook eventuele hechtingen of wondnietjes worden dan verwijderd.

Hulpmiddelen na de operatie

Hulpmiddelen die u kunt gebruiken bij het herstel:

  • toiletverhoger/toiletbeugel
  • kousenaantrekker
  • verlengde armklem (helping hand)
  • douchekrukje
  • lange schoenlepel
  • hoge stoel met armleuningen
  • kussen in autostoel
  • ijspakking (coldpack)

Complicaties

Ontsteking door bacteriën

Als er een ontsteking bij de prothese zit, kan de prothese loslaten. Er zijn vroege en late ontstekingen.

  • Vroege ontsteking
    • Een vroege ontsteking ontstaat snel na de operatie.
    • De wond is rood, dik en doet pijn.
    • De operatiewond kan (opnieuw) wondvocht of pus lekken. 
    • Meestal lukt het om de ontsteking beter te maken met medicijnen.
  • Late ontsteking
    • Een late ontsteking komt soms pas na maanden of jaren. U merkt het aan pijn in de knie bij het in beweging komen en bij het lopen. 
    • Ook kan een ontsteking ergens anders in het lichaam via het bloed overslaan naar de prothese. 

Een ontsteking is een ernstige complicatie. Het kan zelfs nodig zijn om de prothese te verwijderen. Dit gebeurt ook als er geen nieuwe prothese mogelijk is. 

Trombose

Bij trombose ontstaat er een stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is pijnlijk, zwelt op en wordt lichtrood en glanzend. Het is mogelijk dat trombose ontstaat ook al gebruikt u antistollingsmedicijnen.

Ontwrichting

Luxatie of ontwrichting van de knieschijf veroorzaakt pijn. U kunt de knie niet meer goed gebruiken. Hiervoor neemt u contact op met uw huisarts.

Zenuwbeschadiging

Er is een zeer kleine kans dat er tijdens de operatie een zenuw in uw knie uitgerekt of beschadigd kan worden. Hierdoor kan er een gedeeltelijk gevoelloos of verlamd onderbeen met klapvoet ontstaan. Soms is deze zenuwuitval tijdelijk.

Niet genoeg buigen

Soms lukt het niet om na 2 weken de knie goed te buigen. De arts kan dan adviseren de knie onder verdoving door te bewegen.

Goed om te weten

We zetten uw operatiegegevens in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Laat het weten aan de orthopeed of de orthopedieconsulent als u niet wilt dat we dat doen.

Telefonisch spreekuur

De orthopedieconsulent is uw vaste aanspreekpunt. Als u vragen of problemen heeft, kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulenten tijdens het telefonisch spreekuur. Dit kan van maandag tot en met vrijdag in de ochtend tussen 11.00 en 12.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.