Hoera, uw baby mag naar huis

Het gaat goed met uw baby, dus lekker naar huis! 
Voor de baby, u en het gezin een hele verandering. We helpen u graag bij een goede start thuis met informatie en praktische tips. Als u nog couveuse-nazorg krijgt, kunt u de eerste dagen uw vragen stellen aan de kraamverzorgende thuis. Anders neemt u contact op met de huisarts of jeugdverpleegkundige.

Wij weten dat iedere situatie uniek is. Hierdoor geldt niet alle informatie op deze pagina voor iedereen.

Voorbereiding naar huis gaan

Wat regelt de afdeling Kind & Jeugd? 

U krijgt een uitnodiging voor de follow-up rond de leeftijd van 1 jaar. Dat gebeurt als uw baby aan de voorwaarden voldoet voor een follow-up. We volgen dan de ontwikkeling van uw baby.

Een verpleegkundige overdracht voor het consultatiebureau of verlengde kraamzorg;

Een digitaal bericht naar de huisarts. 

Als het nodig is zorgen we voor de volgende dingen:

  • Een controleafspraak met de kinderarts.
  • Een recept voor medicijnen.
  • Een afspraak voor fysiotherapie en/of logopedie.
  • Toestemming voor de vergoeding van bepaalde voeding (bijvoorbeeld Nenatal start).
  • Een afspraak voor een eerste vaccinatie waarbij we op de baby letten met de monitor.

Voorbereiding die u zelf kunt regelen

U kunt ook een aantal dingen zelf doen.

  • Kraamzorg of uitgestelde kraamzorg. De laatste wordt ook wel couveuse-nazorg genoemd.
  • Laat het consultatiebureau weten dat u thuis bent. Zij regelen de gehoortest als die nog niet gedaan is.
  • Zorgen dat u thuis vitamine D heeft. Als u borstvoeding geeft moet er ook vitamine K zijn. U kunt dit kopen bij de drogist.
  • Zorgen dat de babykamer klaar is.
  • Vragen opschrijven die u wilt stellen aan de kinderarts of verpleegkundige.

Wennen

De eerste tijd thuis kan even wennen zijn. Uw baby kan bijvoorbeeld onrustig zijn en veel huilen. Dit gebeurt vaak bij baby’s die in een couveuse hebben gelegen. De baby moet nog wennen aan de nieuwe omgeving thuis en het opbouwen van een ritme.

Gun uzelf en uw baby de tijd om aan elkaar te wennen, elkaar te leren kennen en te ontdekken wat de baby fijn vindt.

Ritme volgen

Baby’s horen, zien, voelen en maken van alles mee. Voor alle baby’s is de  regel van rust en regelmaat daarom belangrijk.

Zo zorgt u voor rust en regelmaat

  • Een vaste volgorde slapen-voeden-spelen-slapen.
  • Een vaste plek voor activiteiten. Zo gaat uw baby snel patronen herkennen, zoals slapen in bed, spelen in de box.
  • Leg uw baby in bed als hij of zij slaapsignalen laat zien. Slaapsignalen kunnen zijn: gapen, in de ogen wrijven, naar de oren grijpen, geen oogcontact meer maken, rode wangen. 
  • Geef uw baby een aantal momenten van rust op een dag. Plan de dagen niet vol met uitstapjes of bezoekjes. 
  • Geef uw baby de kans om prikkels te verwerken. Daar hoort bij dat uw baby even wat meer onrustig is.

Geluidjes

Te vroeg geboren baby’s maken kreunende geluidjes. Schrik daar niet van. Het hoort erbij en gaat vanzelf over. 

Te vroeg geboren baby’s schrikken ook snel, bijvoorbeeld van geluiden. Soms worden ze wakker van de eigen onverwachte bewegingen met de armen. Het helpt vaak om uw baby dan in doeken te wikkelen, het inbakeren. In het ziekenhuis kan de medisch pedagogische zorg hier uitleg over geven, daar mag u naar vragen op de afdeling. Thuis kan de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau hier meer informatie over geven.

Huilen

Het huilen van een baby is normaal gedrag. Het hoort de eerste maanden bij het groeiproces. Een baby begint vaak meer te huilen vanaf 1,5 week. Op de leeftijd van 6 weken huilt een baby gemiddeld het meest. 

Huilen is een manier om te laten weten dat er iets aan de hand is. En om prikkels en emoties te verwerken. Deze verwerking is vaak aan het einde van de middag tot in de avonduren. Het verwerken kan ook de hele dag aanwezig zijn. Probeer bij het huilen een oorzaak te vinden en er iets aan te doen. Sommige baby’s huilen meer dan gemiddeld. U leest daarover meer op de pagina Huilgedrag van een baby(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/huilgedrag-van-een-baby/).

Buikkramp

Baby’s die last hebben van buikkramp huilen hard. Tijdens het huilen strekken zij de beentjes en trekken ze de beentjes weer op. Dit zijn manieren om de pijn te verminderen:

  • Het onderbuikje masseren met rechtsom draaiende bewegingen. 
  • De baby met de buik op uw onderarm wiegen.
  • De baby een warm bad geven.
  • De baby op uw bovenbenen leggen en een warme hand op de buik van het kindje leggen.

Overstrekken

Soms gaan baby’s zich overstrekken. De spieren spannen dan te veel aan. Ze gaan dan vaak hard huilen.

Zo zorgt u ervoor dat uw baby niet kan overstrekken of met overstrekken stopt: 

  • Draag de baby in buikligging tegen u aan.
  • Draag de baby in een draagzak.
  • De baby op uw bovenbenen leggen.
  • De baby op de zij op een aankleedkussen leggen.

Slapen

Er zijn een paar dingen waar u op moet letten om uw baby veilig te laten slapen.

Ledikant

Als uw baby in een ledikantje slaapt, kan dat de eerste tijd nog erg groot zijn. Maak het bedje altijd ‘kort’ op. De voetjes liggen bij het voeteneinde en de deken komt tot de schouders. Op deze manier kan uw baby nooit helemaal onder de dekens verdwijnen en blijft het hoofdje vrij.

Dekbed

Gebruik de eerste 2 jaar een laken en een deken. Een dekbed is vaak te warm. Het kan ook gebeuren dat de baby er helemaal onder kruipt. Dan krijgt het niet genoeg frisse lucht. Ook kan uw baby met het hoofdje in de hoes, of met het gezicht in het dekbed terechtkomen. Dat kan gevaarlijk zijn.

Slaaphouding

De beste slaaphouding is op de rug. Wissel hierbij wel de ligging van het hoofd van links naar rechts. Buikligging en zijligging raden we af. Wanneer uw baby wakker is en u bent erbij, dan mag het zeker ook op de buik of op de zij liggen. Leg uw baby steeds in een andere houding. Zo krijgt het geen houding waarin het graag ligt en het is ook goed voor de ontwikkeling van de spieren.

Lichaamsverzorging

Uw baby hoeft niet elke dag in bad. Per week is 2 tot 3 keer genoeg. Het badwater hoort 38 graden te zijn. Zorg voor een warme omgeving, zodat uw baby niet afkoelt. Voorkom smetplekjes door de huid goed te drogen na een badje. Let vooral op de huidplooien. Daarnaast geeft u extra aandacht aan vieze oogjes, rode billen, kapotte billen en de nageltjes.

Temperatuur

Als uw baby naar huis mag, kan het zichzelf goed op temperatuur houden. Het is dus niet nodig om het thuis extra warm te maken. Een normale temperatuur in de slaapkamer zit tussen de 16 en 18 graden. Zorg dat uw baby geen last heeft van tocht. 

De eerste 2 dagen kunt het beste 2 keer per dag de temperatuur van de baby meten. Als uw baby zich dan goed op temperatuur kan houden, is het daarna niet meer nodig. 

Alleen als uw baby ziek is, is het nodig om de temperatuur te meten. Een normale temperatuur van een baby ligt tussen de 36,8 en 37,2 graden. U kunt aan handjes en voetjes niet voelen of een kindje koorts heeft, omdat ze sneller koud zijn dan de rest van het lichaam. 

Heeft uw baby een te lage temperatuur?

  • Geef een extra dekentje.
  • Doe extra kleertjes aan.
  • Leg een kruik bij de baby of zet de verwarming aan. 

Als de temperatuur toch lager blijft dan 36,5 graden en uw baby ziek is, neem dan contact op met de huisarts.

Heeft uw baby een te hoge temperatuur?

  • Haal een dekentje weg.
  • Doe minder kleertjes aan.
  • Maak de ruimte koeler. 

Als de temperatuur toch hoger blijft dan 38 graden en uw baby ziek is, neem dan contact op met de huisarts.

Borstvoeding

Voordat u met de baby naar huis gaat, bespreken we het schema om te voeden. Dit hangt af van gedrag en groei van uw baby in het ziekenhuis.

Voedingen duren in totaal aan beide borsten gemiddeld 30 minuten. Als uw baby veel langer aan de borst gaat drinken, neem dan contact op met het consultatiebureau of lactatiekundige.

Borstvoeding geven op verzoek

Uw baby geeft aan wanneer het honger heeft. Het drinkt dan zoveel het wil.

Toch kan het in het begin nog wel nodig zijn om uw baby wakker te maken. In de eerste weken is een maximum van 5 tot 6 uur pauze in de nacht maximaal. Dat is belangrijk voor de baby en voor de productie van de borstvoeding. 

In de avond willen baby’s vaak korter en vaker aan de borst. Ze zijn dan aan het clusteren. Probeer te ontspannen en leg uw baby vaak aan. Laat uw baby tussendoor lekker even bij u op de borst liggen. 

Ook willen baby’s op sommige dagen vaker drinken dan anders. Neem zelf rust en leg vaker aan. De productie past zich zo aan, aan wat de baby wil.

Hoe ziet u dat het goed gaat?

  • De baby drinkt tot het genoeg heeft.
  • De baby heeft minimaal 6 natte luiers per dag.
  • De baby poept regelmatig in de eerste weken.

Verder kunt u dit ook zien aan het gedrag en het melden voor voedingen van uw baby.

Aangepast voeden

Soms krijgt u een aangepast advies voor voeden mee naar huis  Dit kan bijvoorbeeld zijn, afwisselend de borst en het andere moment een fles gekolfde melk drinken. Ook kan het zijn dat tijdelijk bij de gekolfde melk nog HMF-poeder wordt toegevoegd. Dit zijn afspraken die u vanuit het ziekenhuis meekrijgt. Thuis kunt u langzaam de borstvoeding op verzoek opbouwen. 

Kolven

Thuis kolven kan op dezelfde manier als in het ziekenhuis. Als u nog deels gekolfde melk geeft, dan kolft u op deze momenten. Voor het huren of kopen van kolfmateriaal kunt u onder andere naar de thuiszorgwinkel gaan. 

Gekolfde moedermelk is thuis langer houdbaar dan in het ziekenhuis. Verwarm de moedermelk het liefst in een flessenwarmer of au bain-marie. Het kan ook in de magnetron. Let op: de magnetron mag niet hoger ingesteld worden dan 180 watt.

Op de website van het voedingscentrum(https://www.voedingscentrum.nl/nl/zwanger-en-kind/borstvoeding-en-flesvoeding/borstvoeding-geven/borstvoeding-bewaren.aspx) leest u meer informatie.

Kunstvoeding

Kunstvoeding is een poeder dat u per blik koopt. In elk blik zit een maatschepje, gebruik altijd het maatschepje dat bij het blik hoort.

Een flesje kunstvoeding geven duurt ongeveer 20 minuten.

Baby’s die gevoed worden met kunstvoeding kunnen op verzoek gevoed worden. Een baby drinkt de ene keer wat meer dan de andere keer. Het flesje hoeft niet altijd leeg. Pas de hoeveelheid aan de wens van uw baby aan.

Het kan zijn dat u merkt dat uw baby toe is aan meer voeding. Dan mag u 10 milliliter extra per fles geven. 

Bij vragen kunt u contact opnemen met het consultatiebureau.

Poepen

Borstvoeding

Baby’s die moedermelk krijgen, kunnen een erg wisselend poeppatroon hebben. In de eerste weken is vaak poepen normaal. Later kan de baby wel een week niet poepen. Als uw baby een soepel buikje heeft, dan is het geen probleem als er niet vaak wordt gepoept.

Kunstvoeding

Bij kunstvoeding moet uw baby 1 keer per 2 dagen poepen. Baby’s die een flesje krijgen, kunnen soms wat harde poep hebben.

Vraag advies bij het consultatiebureau of aan de huisarts in de volgende situaties:

  • De poep is hard
  • Uw baby heeft last van de harde poep
  • U maakt zich zorgen.

Vitaminen en medicijnen

Vitaminen

  • Tot een leeftijd van 4 jaar geeft u uw kind dagelijks druppels vitamine D. 
  • Als u borstvoeding geeft, is het nodig dat u tot de leeftijd van 3 maanden ook vitamine K geeft.

Medicijnen

Sommige baby’s moeten thuis ook nog medicijnen gebruiken. Wij raden aan om de medicijnen voor de voeding te geven. Na de voeding kunnen baby’s dit makkelijker uitspugen.

Een ijzerpreparaat kunt u het beste 30 minuten voor de voeding geven. 

Familie en bezoek

Uw kindje is geen tere couveusebaby meer. Toch is het verstandig om goed op te letten. Een goede hygiëne en vaak handen wassen blijft belangrijk.

Denk bij het ontvangen van het kraambezoek in de eerste plaats aan uzelf, uw baby en uw gezin. 

Vraag mensen die zich niet helemaal goed voelen pas op bezoek te komen als zij beter zijn. Het kan dan gaan om een koortslip, verkouden zijn, hoesten of diarree hebben. Ook kinderen met deze verschijnselen of kinderziektes kunnen beter nog niet bij uw baby komen. 

Vraag bezoekers om niet te roken in de buurt van de baby. 

Naar buiten

Buiten wandelen met uw baby kunt u het beste pas doen als de baby ongeveer 2500 gram weegt. Doe dit pas als de baby ongeveer 1 week thuis is. 

Als baby’s kleiner zijn, hebben ze vaak meer moeite zichzelf op temperatuur te houden. Let goed op het weer.

Controle

U komt nog 1 of meerdere keren op controle bij de kinderarts. De afspraken worden voor u ingepland. U krijgt hierover bericht.