Huilgedrag van een baby

Baby’s huilen regelmatig. Het is hun manier om te laten weten dat er iets aan de hand is. Een baby begint vaak meer te huilen vanaf 10 dagen oud. Als een baby 6 tot 8 weken is, huilt het gemiddeld het meest. Dat kan 2 tot 2,5 uur per dag zijn. Daarna wordt het vaak minder. Soms huilt een baby heel veel, zonder duidelijke reden. Dat kan een machteloos gevoel geven. Er zijn verschillende manieren om een baby te troosten. Kijk samen met uw partner wat u en uw baby fijn vinden.

Wat is normaal huilgedrag?

Baby’s huilen als er iets aan de hand is. Bij gezonde baby’s begint en stopt een normale huilbui plotseling. Redenen om te huilen kunnen zijn:

  • pijn;
  • honger;
  • er zit een boertje in de weg;
  • een vieze luier;
  • de baby is moe;
  • de baby wil aandacht;
  • in de avond de dag verwerken;
  • te koud, te warm of je baby ligt niet lekker.

Rust en regelmaat

Een baby hoort, ziet en voelt heel veel op een dag. Om alles te verwerken zijn rust en regelmaat belangrijk. Manieren om een baby rust en regelmaat te geven:

  • Een vaste volgorde slapen-voeden-spelen-slapen.
  • Een vaste plek voor activiteiten. Zo gaat uw baby snel patronen herkennen, zoals slapen in bed, spelen in de box.
  • Inbakeren kan helpen bij het sneller tot rust komen. Ook heeft uw baby zo geen last van de eigen bewegende armpjes of andere onrust.
  • Baby’s worden vaak rustig als ze steeds hetzelfde geluid horen. Dit wordt white noise of witte ruis genoemd. Het kan een muziekdoosje of knuffel met een muziekje zijn. Hiermee valt een baby makkelijker in slaap en/of slaapt langer door.
  • Laat de huilende baby in bed als het slaaptijd is. U kunt uw baby geruststellen door het rustig te strelen. Een ‘inslaaphuiltje’ mag. Een kwartiertje is normaal, sommige kinderen hebben langer de tijd nodig.
  • Houd een nachtvoeding kort en maak het niet te gezellig.

Hoe kunt u een baby troosten?

Happiest Baby

De Amerikaanse kinderarts Harvey Karp ontwikkelde een manier om baby’s te troosten. De eerste 3 maanden wordt zoveel mogelijk gedaan alsof de baby nog in de baarmoeder zit door de 5 S’en. Zorg ervoor dat u deze stappen uitvoert als u tijd en rust heeft. Of zorg ervoor dat er iemand bij u is die u kan helpen en ondersteunen. De eerste keer is het goed om dit samen met een jeugdverpleegkundige of pedagogisch zorgverlener te doen. Geef niet na 2 of 3 keer op. Soms heeft de baby wat langer nodig om aan deze manier te wennen.

De 5 S’en
  1. Swaddling, dit is stevig vasthouden en/of inbakeren.
    Het lijkt op weinig ruimte in de baarmoeder
  2. Side/stomach postion, leg de baby op de zij op uw arm en draai het dan tegen uw buik.
    Dit lijkt op de manier waarop de baby in de baarmoeder ligt.
  3. Sushing, maak een sssssh-geluid op ongeveer 15 centimeter afstand van het oor.
    Dit lijkt op het suizende geluid in de baarmoeder.
  4. Swinging, houdt de baby tegen uw lichaam en ondersteun het hoofd en de nek. Dan gaat u rustig bewegen.
    Dit lijkt op de bewegingen in de baarmoeder.
  5. Sucking, laat de baby zuigen op een speentje of vinger.
    Door het zuigen troost de baby zichzelf.
Slapen

Als uw baby rustig is, kunt u hem/haar op de zij in het bedje leggen. Houdt hem/haar even goed vast. Zo zorgt u ervoor dat uw baby niet wakker schrikt. Draai uw baby daarna rustig door naar de rug.

U kunt meer informatie lezen op de volgende websites:

Interessante boeken:

De Karp-methode(https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.372583431.html/de-karp-methode/)

Prikkel proof plan(https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.421932422.html/prikkel-proof-plan/)

Deze tekst is tot stand gekomen door een samenwerking tussen Meander Medisch Centrum, het St. Antonius Ziekenhuis, het Diakonessenziekenhuis, GGD Utrecht, Huisartsen Eemland en Ziekenhuis Rivierenland.