In de heup zit een kogelgewricht. Dit gewricht bestaat uit een heupkop en heupkom. De kop is een bol die precies in de kom past. Op de kop en in de kom zit kraakbeen. Dit werkt als schokdemper en zorgt dat de kop in de kom kan draaien. Het been kan zo naar alle kanten bewegen. Slijtage van het gewricht kan het gladde kraakbeenoppervlak van uw heup beschadigen. Ontsteking van het gewricht en een ongeluk kunnen vaak ook oorzaken zijn van de slijtage. De kraakbeenlaag kan uiteindelijk zo beschadigd zijn dat de kop en kom niet meer soepel langs elkaar kunnen glijden. Hierdoor krijgt u steeds meer moeite met bewegen. Een totale heupprothese is dan een oplossing. U krijgt dan een nieuwe heup.
Voorbereiding
Afspraken en onderzoeken
Orthopedieconsulent
De orthopedieconsulent is uw vaste contactpersoon. U krijgt in een gesprek informatie over de voorbereiding voor de operatie.
Als u vragen of problemen heeft, kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulent tijdens het telefonisch spreekuur. Dit kan van maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 15.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.
Informatiebijeenkomst Rap op Stap
Met ons Rap op Stap-programma is er vooral aandacht voor wat u allemaal wel kunt na de operatie. U heeft zelf een actieve rol in een snel herstel. Om u goed voor te bereiden, is er enige tijd voor de operatie een bijeenkomst: Rap op Stap. U krijgt uitleg over de opname en van het krijgen van een nieuwe heup door de orthopeed, fysiotherapeut en verpleegkundige van de verpleegafdeling.
Na de operatie heeft u elleboogkrukken nodig. Neem deze mee naar bijeenkomst. De fysiotherapeut stelt de krukken alvast voor u op de juiste hoogte in. U gaat al wat oefenen in het lopen met krukken, zodat u dit na de operatie al kunt. Wanneer u thuis ook oefent, bent u goed voorbereid voor de operatie.
Meld ontstekingen
Het is belangrijk dat u geen ontstekingen heeft als u een nieuwe heup krijgt. Meld het ons ruim van tevoren als u aan het been dat we gaan opereren wondjes, puistjes of wondroos hebt. Het kan soms verstandiger zijn de operatie dan uit te stellen.
Laat vóór de operatie uw gebit controleren door de tandarts. In de mond kunnen ook ontstekingen zitten waar u nog geen last van hebt.
Wat u vooraf kunt regelen
- Fysiotherapie
- Hulpmiddelen zodat u niet hoeft te bukken of rekken. Welke dingen dit kunnen zijn leest u onder Hulpmiddelen.
- Mantelzorg, familieleden of kennissen die u na de operatie thuis ondersteunen met huishoudelijke taken en lichamelijke verzorging.
- Thuiszorg, als er huishoudelijke hulp nodig is vraagt u dit bij uw gemeente aan.
De dag van de operatie
- U doucht zich op de dag van de opname. Let er op dat nagels, navel en huidplooien goed schoon zijn.
- Gebruik geen make-up, nagellak of bodycrème.
- Laat uw sieraden thuis.
Wat neemt u mee
- Stevige, ruime schoenen. Uw voet wat dikker zijn na de operatie.
- Uw medicijnen in de originele verpakking met receptsticker of uw Baxterrol.
- Elleboogkrukken en/of uw eigen rollator.
- Gemakkelijk zittende kleding
- Toiletartikelen
Bloedverdunners
Op de dag van de operatie begint u met bloedverdunnende medicijnen. Na de operatie beweegt u enige tijd minder. Dan heeft u een grotere kans op het krijgen van trombose. Bij trombose komen er bloedstolsels in de bloedvaten.
Ontstekingsremmer
Een besmetting met bacteriën kan tijdens de operatie ontstaan, zonder bekende oorzaak. Dit is de reden dat elke patiënt kort voor de operatie medicijnen (antibiotica) krijgt.
De operatie
De nieuwe heup bestaat uit 3 onderdelen:
- Een kom. Deze kom wordt in het bekken vastgemaakt.
- Een steel die in de schacht van het dijbeen wordt vastgemaakt.
- Een kop. Deze wordt op de steel geplaatst.
- Om het heupgewricht te bereiken, wordt een snede in de huid gemaakt van 10 tot 15 centimeter. Deze loopt vanaf de achterzijde van de bil tot de zijkant van de heup.
Na de operatie
- Via een slangetje in de arm krijgt u vocht en soms medicijnen.
- Er wordt een röntgenfoto van de heupprothese gemaakt.
Eten en drinken
Na de operatie mag u weer starten met eten en drinken.
Blaaskatheter
Het kan zijn dat het gevoel in de blaas nog niet terug is door de verdoving. De verpleegkundige controleert of het plassen op gang komt. Gebeurt dit niet, dan halen we de urine weg met een slangetje in de blaas. Dat is een katheter.
Oefenen
Op de eerste dag na de operatie wordt u op bed geholpen bij de lichamelijke verzorging. De fysiotherapeut komt met u oefenen. Onder begeleiding zet u de eerste stappen. Samen met de verpleegkundigen oefent u de dagelijkse activiteiten.
Pijnbestrijding
U krijgt na de operatie regelmatig pijnstillers.
Wondverzorging
- Op de operatiewond zit een waterdichte pleister. Het is de bedoeling dat de pleister 7 dagen blijft zitten.
- Als de pleister vol zit met bloed of loslaat, kan de pleister worden vervangen. Neem hiervoor contact op met de orthopedieconsulent of de verpleegafdeling M4.
- Na het douchen kunt u de pleister droogdeppen, niet wrijven.
- 1 week na uw operatie mag u zelf de pleister eraf halen. U kunt er nu zelf een gewone pleister op doen. Verschoon elke dag de operatiewond. Als de wond droog is, hoeft er geen pleister meer op.
Naar huis
U mag naar huis
- als u veilig kunt lopen;
- als de wond er “rustig” uitziet;
- als er geen complicaties zijn;
- als er thuis iemand is die u kan verzorgen.
Als u naar huis gaat krijgt u:
- een verwijzing voor de eigen fysiotherapie;
- een recept voor de apotheek;
Thuis
Thuis kan het been dikker worden en warm aanvoelen. Dit kan soms weken of maanden duren.
Wanneer neemt u contact op
Neem meteen contact op met de orthopedieconsulent of de afdeling Orthopedie als u de volgende klachten krijgt:
- Bloedende operatiewond, of een zeer grote en dikke blauwe plek bij de wond.
- Spontaan vocht lekken uit de wond.
- Koorts, dit is een temperatuur van meer dan 38 graden.
- Bij erge pijn en roodheid van de operatiewond.
Wat kunt u zelf doen
- Houd rekening met de leefregels na de operatie;(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/leefregels-na-een-heupprothese/)
- Doe regelmatig de voorgeschreven oefeningen.(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/oefeningen-na-een-heupprothese/)
Controles
2 weken na uw operatie komt u voor controle van de wond bij de orthopedieconsulent.
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen die u kunt gebruiken bij het herstel:
- toiletverhoger
- kousenaantrekker
- verlengde armklem (helping hand)
- douchekrukje
- lange schoenlepel
- hoge stoel met armleuningen
Complicaties
Ontsteking door bacteriën
Als er een ontsteking bij de prothese zit, kan de prothese loslaten.
Er zijn vroege en late ontstekingen
Vroege ontsteking
Een vroege ontsteking ontstaat snel na de operatie.
De wond is rood, dik en doet pijn.
De operatiewond kan (opnieuw) wondvocht of pus lekken.
Meestal lukt het om de ontsteking beter te maken met medicijnen.
Late ontsteking
Een late ontsteking komt soms pas na maanden of jaren. U merkt het aan pijn in de heup bij het in beweging komen en bij het lopen.
Ook kan een ontsteking ergens anders in het lichaam via het bloed overslaan naar de prothese.
Een ontsteking is een ernstige complicatie. Het kan zelfs nodig zijn om de prothese te verwijderen. Dit gebeurt ook als er geen nieuwe prothese mogelijk is.
Trombose
Bij trombose ontstaat er een stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is pijnlijk, zwelt op en wordt lichtrood en glanzend. Het is mogelijk dat trombose ontstaat ook al gebruikt u antistollingsmedicijnen.
Uit de kom
Luxatie of ontwrichting van de prothesedelen betekent dat de kop uit de kom schiet. Dit is erg pijnlijk. U kunt niet op het been staan. Uw heupgewricht zal in het ziekenhuis in de kom gezet moeten worden. Hiervoor neemt u contact op met uw huisarts zodat er een ambulance geregeld wordt.
Zenuwbeschadiging
Er is een zeer kleine kans dat er tijdens de operatie een zenuw in uw bil uitgerekt of beschadigd wordt. Hierdoor kan er een gedeeltelijk gevoelloos of verlamd onderbeen met klapvoet ontstaan. Soms is deze zenuwuitval tijdelijk.
Breuk
Tijdens het vastmaken van de steel van de heupprothese kan een barst of breuk in het dijbeen ontstaan. Er is dan een operatie nodig.
Beenlengteverschil
Het is mogelijk dat het geopereerde been na de operatie langer is dan daarvoor. Dit verschil is aan te passen door de hak van de schoen te verhogen aan de niet-geopereerde zijde. Het advies is om dit pas te doen na een controleafspraak bij uw orthopeed.
Goed om te weten
We zetten uw operatiegegevens in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI). Laat het weten aan de orthopeed of de orthopedieconsulent als u niet wilt dat we dat doen.