Behandeling beroerte of TIA

Bij een beroerte of TIA is snelle behandeling belangrijk. Op die manier ontstaat geen verdere schade en is de kans op beter worden groter.

De behandeling van een beroerte of TIA bestaat uit 3 fasen:

  • Onderzoek en starten behandeling op de stroke-unit
  • Revalideren
  • Omgaan met de gevolgen

Onderzoek en behandeling op de stroke-unit

U komt direct na de beroerte op de Stroke unit. Dit is een afdeling voor het snel onderzoeken en behandelen van mensen met een beroerte. Op die manier ontstaat geen verdere schade en is de kans op beter worden groter. De unit is een onderdeel van de afdeling Neurologie.

  • U krijgt intensieve bewaking en regelmatige controles
  • We starten zo snel mogelijk met behandelen. Een mogelijke behandeling is trombolyse. Hierbij worden medicijnen via de ader of liesslagader gegeven.
  • Met het geven van medicijnen eindigt de acute fase. Meestal is dat na 2 dagen. 
  • De behandeling gaat verder op de afdeling Neurologie. Hier wordt onderzocht wat de oorzaak van de beroerte was. Daarna kan de revalidatie starten. 

Revalideren

In deze fase herstellen de beschadigingen in de hersenen. Er is hulp om uiteindelijk weer zoveel mogelijk zelf te kunnen doen.

Het eerste deel van de revalidatiefase is vooral gericht op het weer zelf doen van dagelijkse dingen, zoals wassen, aankleden en eten. 

Later in de revalidatiefase worden het geheugen en denkvermogen getraind. Snel starten met revalidatie en vaak de oefeningen doen, zorgt voor sneller en beter herstellen.

De revalidatie kan thuis of bij een revalidatiekliniek gebeuren. Revalideren kan 3 tot 12 maanden duren. 

Na de behandeling

Na het revalideren staat het leren omgaan met de gevolgen van de beroerte centraal. Patiënten worden in deze fase begeleid door CVA-verpleegkundigen soms samen met de huisarts.

Meer zorgverleners

Een beroerte kan veel verschillende gevolgen hebben. Er werken daarom verschillende zorgverleners samen, zoals een:

  • fysiotherapeut
  • logopedist
  • diëtist
  • maatschappelijk werker
  • ergotherapeut
  • revalidatiearts

Uw partner of iemand anders kan meekijken met de verschillende therapieën. Zo weten zij wat u moet doen en kunnen ze u helpen. 

Nazorg - groepssessie

Samen met maximaal 5 andere patiënten en hun familie is er een afspraak bij de CVA-verpleegkundige en de neuroloog. Er is vooral aandacht voor het voorkomen van herhaling van een TIA of beroerte.

Deze bijeenkomst duurt maximaal 2 uur en 15 minuten.

Nazorg - gesprek met verpleegkundige

U heeft ook een nazorggesprek(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/nazorg-tia-of-beroerte/) met de CVA-verpleegkundige. Dit duurt maximaal 45 minuten.

Niet autorijden

U mag 2 weken niet autorijden. Het maakt niet uit hoe erg de uitvalsverschijnselen waren.  

Als er na 2 weken nog uitvalsverschijnselen zijn, mag u 3 maanden niet rijden. U moet eerst gekeurd worden door een arts.

Als u beroepschauffeur of buschauffeur bent mag u na een TIA 4 weken niet rijden. 

Bespreek het altijd eerst met de arts voor u auto gaat rijden. 

Meer informatie leest u op de website van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)(https://www.cbr.nl/nl/rijbewijs-houden/nl/hoe-kan-ik-rijden-met/beroerte).

Wat kunt u zelf doen

Uw manier van leven kan invloed hebben op uw gezondheid. Om de kans op het krijgen van een nieuw herseninfarct te verkleinen kunt u de volgende dingen doen:

  • Stoppen met roken. Neem voor hulp of hulpmiddelen bij het stoppen met roken contact op met de huisarts. U kunt het ook bespreken tijdens uw bezoek aan de polikliniek. 
  • Minimaal 30 minuten per dag bewegen, waarbij u het warm krijgt.
  • Let op uw voeding. Ga bij overgewicht afvallen met de hulp van huisarts of diëtist.
  • Drink niet te veel alcohol.