Punctie van de buik

Bij een punctie van de buik wordt een klein stukje weefsel uit een orgaan weggenomen (weefselhapje). Bijvoorbeeld uit de lever, nier of alvleesklier. Dit gebeurt met een speciale naald. Het weefsel wordt in een laboratorium onderzocht.

Voorbereiding

Eten en drinken

Vanaf 4 uur voor het onderzoek mag u niet meer eten, drinken en roken.

Medicijnen

  • Gebruikt u bloedverdunners? Bespreek dit dan met uw behandelend arts. De arts vertelt u wanneer u met de bloedverdunners moet stoppen en wanneer u het weer mag innemen.
  • Gebruikt u medicijnen voor uw bloeddruk? Neem deze tabletten gewoon in volgens voorschrift van uw arts en neem de medicijnen mee op de dag van het onderzoek.
  • Gebruikt u ook andere medicijnen? U kunt u deze gewoon blijven gebruiken. Ook op de dag van het onderzoek zelf.

Mensen met diabetes (suikerziekte)

Moet u nuchter zijn voor het onderzoek en gebruikt u insuline of andere medicijnen voor uw diabetes? Dan kan het nodig zijn om de dosis te verlagen. Overleg dit met uw behandelend arts of diabetesverpleegkundige.

Zwanger of zwangerschapswens

  • Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor een ongeboren kind. Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, overleg dan met uw behandelend arts of het CT-onderzoek uitgesteld kan worden.
  • Heeft u een zwangerschapswens? Dan kan het CT-onderzoek het beste plaatsvinden in de week na de eerste dag van de menstruatie (ongesteldheid).
  • De geluidsgolven bij een echografie zijn onschadelijk. U kunt gerust een echo laten maken als u zwanger bent.
  • Geeft u borstvoeding? Dat is geen probleem. U kunt gewoon doorgaan met het geven van borstvoeding.

Vervoer

U mag na het onderzoek niet zelf autorijden of actief deelnemen aan het verkeer. Zorg er daarom voor dat  iemand u ophaalt.

Het onderzoek

Controles

  • Voor het onderzoek wordt u opgenomen op een verpleegafdeling.
  • Zo nodig wordt er bloed bij u afgenomen om de stollingswaarden
    te controleren.
  • Uw bloeddruk en hartslag worden gemeten.
  • Voor het onderzoek wordt een infuus ingebracht.

Aanvullende informatie: punctie van de nier

Voor een nierpunctie is het belangrijk dat uw bloeddruk tijdens het onderzoek niet te hoog is. Bij een te hoge bloeddruk heeft u meer kans op een bloeding. Daarom moeten beide waarden van uw
bloeddruk lager zijn dan 160/100.

Om ervoor te zorgen dat uw bloeddruk niet te hoog is, worden de volgende maatregelen genomen:

  • Uw bloeddruk is gemeten toen het onderzoek werd aangevraagd door uw behandelend arts.
  • Op de dag van het onderzoek wordt uw bloeddruk bij binnenkomst opnieuw gemeten. 

Bij een bloeddruk onder de 160/100 gaat het onderzoek gewoon door.

  • Bij een bloeddruk boven de 160/100 wordt met medicijnen geprobeerd uw bloeddruk te verlagen.

Het onderzoek zelf

De plaats van de punctie bepalen

Om de juiste plaats van de punctie te kunnen bepalen, wordt een echo of een CT-scan gemaakt. Een radioloog voert het onderzoek uit.

  • Bij een echo wordt de punctie in bed gedaan. De radioloog maakt beelden van uw buik met behulp van gel en een tastapparaatje. Bij een echo wordt gebruikgemaakt van geluidsgolven. De geluidsgolven kunt u niet horen. 
  • Voor een CT-scan ligt u in de onderzoeksruimte op een smalle tafel. Deze tafel schuift tijdens het onderzoek langzaam heen en weer door de ronde opening van de CT-scanner. Een gedeelte van uw lichaam bevindt zich dus in de opening. Het toestel maakt een zoemend geluid.

De punctie

  • Als de punctieplaats is bepaald, wordt de huid op de plaats van de punctie verdoofd.
  • Nadat de verdoving is ingewerkt, maakt de radioloog een klein sneetje in de huid. De punctienaald kan dan gemakkelijker worden ingebracht.
  • De radioloog geeft u tijdens de punctie aanwijzingen voor uw ademhaling. Soms moet u de adem inhouden en soms moet u juist uitademen en de adem stilhouden.
  • U hoort een luide klik op het moment van het nemen van een stukje weefsel (weefselhapje). Soms neemt de radioloog meerdere weefselhapjes.
  • Na het onderzoek wordt het wondje schoongemaakt en krijgt u een pleister.
  • Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Na het onderzoek

  • U moet twee uur in bed blijven liggen. U mag nog niets eten of drinken. Dit is in verband met een mogelijke nabloeding. De arts kan u vragen om op uw rechterzij te gaan liggen.
  • Na twee uur mag u langzaam beginnen met bewegen, een uur lang.
  • Als alles goed gaat, mag u beginnen met drinken.
  • Zijn er geen problemen met het drinken, dan kunt u ook beginnen met eten.
  • Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u wat pijn krijgen. Dit is normaal. In overleg met uw arts kunt u een pijnstiller krijgen.
  • Worden de klachten erger of worden ze niet minder? Meld dit aan het verplegend personeel of uw arts.
  • Na een punctie van de nier kan uw urine bloederig zijn. Als de hoeveelheid bloed in uw urine toeneemt, meld dit dan aan het verplegend personeel of arts. 
  • Op de verpleegafdeling wordt regelmatig uw bloeddruk gemeten.
  • Als u niet voor verdere behandeling bent opgenomen en er zijn geen problemen, kunt u drie uur na het onderzoek naar huis.

Beweging

  • U mag op de dag van het onderzoek niet tillen. De volgende dag mag u weer alles doen.
  • U mag op de dag van het onderzoek niet actief deelnemen aan het verkeer.

De uitslag

De uitslag van het onderzoek krijgt u via de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.