Milde hypothermie na een reanimatie

Iemand die na een reanimatie in coma ligt, herstelt mogelijk beter als hij of zij zo snel mogelijk wordt gekoeld. Dit wordt milde hypothermie genoemd. De patiënt heeft mogelijk een zuurstoftekort gehad. Hierdoor kunnen de hersenen beschadigd zijn. Een milde koeling helpt om verdere hersenbeschadiging zoveel mogelijk tegen te gaan. Hiervoor wordt de lichaamstemperatuur de eerste 24 uur na de reanimatie verlaagd. De lichaamstemperatuur wordt tussen de 35 en 36 graden Celsius gehouden. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat de patiënt de eerste 72 uur geen koorts krijgt. 

Voorbereiding

Voordat de patiënt aankomt op de afdeling, zijn er voorbereidingen getroffen. Een koelmatras, een koeldeken en een koelapparaat staan klaar. De arts en de verpleegkundigen starten zo snel mogelijk met de koelingsfase en de volgende voorbereidingen:

  • De patiënt krijgt enkele infusen ingebracht.
  • De patiënt krijgt het eerste uur koude infuusvloeistof toegediend.
  • De patiënt wordt aan de beademing gelegd.
  • Er wordt een maagslang ingebracht. Afhankelijk van de situatie wordt er gestart met sondevoeding.
  • De patiënt krijgt een verblijfskatheter waarmee de urine wordt opgevangen.

De behandeling

Tijdens de koelingsfase moet er veel gecontroleerd worden, zoals:

  • het hartritme
  • de vochtbalans
  • de temperatuur
  • de bloeddruk
  • het bloedsuikergehalte
  • de pupillen en
  • het eventuele rillen


Na 24 uur wordt het koelen gestopt. De verpleegkundigen zorgen ervoor dat de temperatuur tussen de 36 en 37,5 graden Celsius blijft. Stijgt de temperatuur, dan wordt het koelen weer gestart.

Eerder stoppen met koelen

Soms besluit de intensivist eerder te stoppen met koelen. Dit kan komen door problemen zoals: een diepe shocktoestand, onbehandelbare hartritmestoornissen, levensbedreigende bloedingen en tekenen van hersendood.

 

Na de behandeling

De patiënt wordt in slaap gehouden met slaapmedicatie. De intensivist beslist wanneer er gestopt wordt met het slaapmiddel. Dat wil niet zeggen dat de patiënt dan direct wakker wordt. Een coma kan langer duren. Het is ook mogelijk dat de patiënt hersenschade heeft opgelopen.

SSEP-onderzoek

Natuurlijk wilt u zo snel mogelijk weten of uw naaste (patiënt) hersenschade heeft opgelopen. Soms besluit de IC-arts een SSEP-onderzoek te doen (Somato Sensory Evoked Potential). Een SSEP geeft een voorspelling van de hersenschade die iemand heeft opgelopen.

Tijdens dit onderzoek krijgt de patiënt elektrische schokjes toegediend via metalen plaatjes die op de huid zijn geplakt. Op die manier wordt de reactie van de hersenen en zenuwen gemeten. Een SSEP kan al worden gedaan in de eerste 24 uur na de reanimatie, ook als de patiënt nog slaapmedicatie in het lichaam heeft.