Bij flexibele insulinetherapie spuit u 4 keer per dag insuline. U spuit 1 keer per dag langwerkende insuline en 3 keer per dag snelwerkende insuline. De snelwerkende insuline spuit u 10 tot 15 minuten vóór de maaltijd.
Voordelen van flexibele insulinetherapie
1. Werkt hetzelfde als bij gezonde mensen
Bij gezonde mensen maakt het lichaam de hele dag door een beetje insuline aan. Na het eten komt er meer suiker (glucose) in het bloed. Het lichaam maakt dan extra insuline. Insuline zorgt ervoor dat uw bloedglucose niet te hoog wordt.
Met flexibele insulinetherapie kunt u deze gezonde situatie nabootsen. U gebruikt langwerkende insuline die de hele dag een beetje afgeeft. Voor de glucosepieken na de maaltijd spuit u snelwerkende insuline.
2. Flexibel omgaan met etenstijden
Eet u eerder of later dan normaal? Dan kunt u de snelwerkende insuline ook eerder of later spuiten. U kunt dus zonder problemen uitslapen en later ontbijten.
3. Hoeveelheid insuline veranderen
-
Eet u meer of minder dan normaal? Dan kunt u ook meer of minder snelwerkende insuline spuiten.
-
Gaat u sporten of bewegen? Dan daalt de bloedglucose vaak. U heeft dan minder insuline nodig. U kunt daarom minder snelwerkende insuline spuiten.
-
Slaat u een maaltijd over? Dan hoeft u soms geen insuline te spuiten.
4. Makkelijker bij reizen
Reist u naar een ander land met een tijdsverschil? Dan kunt u uw insulineschema makkelijker omzetten naar de nieuwe tijden.
Ideale bloedglucosewaarden
Bloedglucosewaarde tussen 4.5 en 9 mmol/l
- Nuchter (bij het wakker worden): tussen 4.5 en 8 mmol/l
- Voor de maaltijd: tussen 4.5 en 8 mmol/l
- 2 uur na de maaltijd: lager dan 9 mmol/l
- Voor het slapen gaan: tussen 6 en 9 mmol/l
Gebruik insuline
Langwerkende insuline
De langwerkende insuline spuit u elke dag op een vast moment. Dit doet u 1 keer per dag.
Snelwerkende insuline
De snelwerkende insuline begint bijna meteen te werken nadat u het heeft gespoten. U spuit deze insuline 10-15 minuten vóór elke maaltijd. Dat is meestal 3 keer per dag.
Na het spuiten moet u gaan eten. Doet u dit niet, dan kunt u een hypo krijgen (een te lage bloedglucose).
Snelwerkende insuline en tussendoortjes
Snelwerkende insuline werkt ongeveer 3 uur.
-
Eet u een tussendoortje met minder dan 15 gram koolhydraten? Dan hoeft u geen extra insuline te spuiten.
-
Eet u een tussendoortje met meer dan 15 gram koolhydraten? Overleg dan met uw diëtist of diabetesverpleegkundige hoeveel extra insuline u moet spuiten.
Snelwerkende insuline en lichaamsbeweging
Door bewegen daalt de bloedglucose meestal.
-
Gaat u binnen 2 uur na het spuiten sporten? Halveer dan uw dosis snelwerkende insuline (50%).
-
Bij zware inspanning kan het nodig zijn om nog minder insuline te spuiten. Dit helpt om een hypo tijdens of na het sporten te voorkomen.
Lees hierover meer op de pagina sporten met diabetes(undefined/behandelingen/bewegen-en-sporten-met-diabetes/).
Bloedglucosewaarden en gebruik van snelwerkende insuline:
- Waarde lager dan 4 mmol/l - neem 200 ml limonade met suiker of 4 tabletten druivensuiker
- Waarde tussen 4-10 mmol/l - neem de normale dosis snelwerkende insuline
- Waarde tussen 10-15 mmol/l - neem 2 tot 4 EH snelwerkende insuline extra
- Waarde tussen 15-20 mmol/l - neem 4 tot 8 EH snelwerkende insuline extra
- Waarde boven 20 mmol/l - neem 10 EH snelwerkende insuline extra. Controleer uw glucosewaarde na twee uur. Is deze dan nog boven de 20 mmol/l, neem dan tijdens kantooruren contact op met de diabetesverpleegkundige en na 17:00 uur met de huisartsenpost.
Complicaties
Aandachtspunten bij flexibele insulinetherapie.
Hypo's voor de maaltijd
Is uw bloedglucose vóór de maaltijd lager dan 4 mmol/l?
-
Neem dan 1 glas aanmaaklimonade (3 eetlepels siroop met water), gewone frisdrank (geen light of zero), vruchtensap of 4-5 tabletten druivensuiker.
-
Wacht 10 minuten en meet opnieuw.
-
Zit uw waarde nog onder 4 mmol/l? Herhaal dan bovenstaande stap.
-
Zit uw waarde boven 4 mmol/l? Dan kunt u uw gewone dosis snelwerkende insuline spuiten en gaan eten.
Voor het slapen gaan
Is uw bloedglucose vóór het slapen lager dan 6 mmol/l?
-
Neem 15 gram koolhydraten in vaste vorm, bijvoorbeeld een volkoren boterham, een stuk ontbijtkoek of fruit. Hiervoor hoeft u geen snelwerkende insuline te spuiten.
-
Spuit altijd dezelfde dosis langwerkende insuline.
-
Heeft u vaker afwijkende waarden voor het slapen? Bespreek dit dan met uw diabetesverpleegkundige.
Ziekte
Bij ziekte of koorts kunnen uw bloedglucosewaarden flink veranderen.
-
Meet daarom vaker.
-
Eet u minder dan normaal? Dan spuit u minder snelwerkende insuline.
-
Is uw bloedglucose hoog? Dan spuit u meer snelwerkende insuline, volgens het schema dat eerder is genoemd.
-
De dosis langwerkende insuline blijft hetzelfde.
Braken
-
Blijf proberen te drinken, ook als u zich niet goed voelt.
-
Pas de dosis snelwerkende insuline aan op basis van de glucosewaarde die u meet.
-
Wordt uw conditie slechter, blijft uw glucose hoog of droogt u uit? Neem dan contact op met uw diabetesverpleegkundige of de huisartsenpost.
Let op!
Bent u ziek, heeft u hoge glucosewaarden én moet u braken? Bel dan altijd direct met uw diabetesverpleegkundige of de huisartsenpost.