Achteruitgang in functioneren bij ouderen wordt meestal niet veroorzaakt door 1 ziekte of 1 probleem, maar door verschillende problemen tegelijkertijd. Dit wordt vaak pas duidelijk na uitgebreid onderzoek. Met dit uitgebreide onderzoek krijgt de geriater een totaalbeeld. Er kan dan uitleg gegeven worden over de aanwezige ziektes en een behandelplan worden gemaakt.
Het onderzoek
Als u voor de eerste keer komt doet de geriater uitgebreid onderzoek. Tijdens het uitgebreide onderzoek wordt ook met een mantelzorger gesproken. Dit kan een familielid zijn, maar kan ook een goede andere bekende. Zij kunnen helpen de klachten te verhelderen en vertellen over welke zorg er al wordt gegeven.
Het uitgebreide onderzoek bestaat uit 4 onderdelen:
- Lichamelijk onderzoek
De geriater vraagt naar lichamelijke klachten en doet lichamelijk onderzoek. De medische voorgeschiedenis en de medicijnen die u gebruikt worden besproken. Vaak wordt ook een bloedonderzoek gedaan. - Psychisch onderzoek
De geriater stelt vragen om uw geheugen te testen. Ook onderzoekt de geriater of er sprake is van een depressie of somberheid. - Functioneel onderzoek
Er wordt onderzocht wat u nog zelf kunt. Daarnaast wordt er gekeken naar de beweging (mobiliteit), het horen en zien, en welke hulpmiddelen gebruikt worden of nodig zijn. - Sociaal onderzoek
De geriater bespreekt met u wat u belangrijk vindt, of u zich eenzaam voelt en of er genoeg steun is vanuit de omgeving.
De uitslag
Met de uitkomsten van het geriatrisch onderzoek maakt de geriater samen met u een behandelplan. Dat is erop gericht u zo goed mogelijk te laten functioneren.