TIA-onderzoek

Als u een TIA had, is het belangrijk om naar de oorzaken te zoeken. Ook wordt tijdens een TIA-onderzoek bekeken welke behandeling de kans op een nieuwe TIA verkleint.

Voorbereiding

  • U mag gewoon eten en drinken op de dag van het onderzoek.
  • Het is fijn als er iemand met u mee komt.

Onderzoek op de TIA-polikliniek

De TIA-polikliniek is een onderdeel van de afdeling Neurologie. Hier stellen we vast of u een TIA heeft gehad en sluiten andere oorzaken uit.
Snelle behandeling bij een TIA vermindert het risico op een ernstige beroerte in de toekomst. 

Het onderzoek

U heeft eerst een afspraak met de neuroloog of een assistent-neuroloog voor een lichamelijk onderzoek. 

Daarna krijgt u een aantal onderzoeken:

  • CT-scan van het hoofd. Dit is een foto van de hersenen.
  • Bloedonderzoek
  • Hartfilm (ECG)
  • Duplex-onderzoek. Bij dit onderzoek worden de bloedvaten in de hals onderzocht op vernauwingen en verstoppingen.

Het onderzoek duurt tot ongeveer 13.00 uur.

De uitslag

De neuroloog bespreekt de uitslagen van de onderzoeken met u. Ook wordt besproken welke behandeling u krijgt.

  • Vaak neemt de huisarts de behandeling over. U hoeft niet meer terug te komen bij de neuroloog. 
  • In sommige gevallen blijft iemand wel onder behandeling bij de neuroloog. 

Groepssessie

Na het TIA-onderzoek krijgt u een afspraak samen met ongeveer 5 andere patiënten en hun familie. De verpleegkundige en de neuroloog geven adviezen om herhaling van een TIA zo klein mogelijk te maken.

Deze afspraak duurt maximaal 2 uur en 15 minuten.

Leefregels

Uw manier van leven kan invloed hebben op uw gezondheid. Om de kans op het krijgen van een TIA of een herseninfarct te verkleinen kunt u de volgende dingen doen: 

  • Stoppen met roken. Neem voor hulp bij het stoppen met roken contact op met de huisarts.
  • Minimaal 30 minuten per dag bewegen.
  • Let op uw voeding. Ga bij overgewicht afvallen met de hulp van huisarts of diëtist. 
  • Drink niet te veel alcohol.

Autorijden

U mag 2 weken niet autorijden. Het maakt niet uit hoe erg de uitvalsverschijnselen waren.  

Als er na 2 weken nog uitvalsverschijnselen zijn, mag u 3 maanden niet rijden. U moet eerst gekeurd worden door een arts.

Als u beroepschauffeur of buschauffeur bent mag u na een TIA 4 weken niet rijden. 

Bespreek het altijd eerst met de arts voor u auto gaat rijden. 

Meer informatie leest u op de website van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)(https://www.cbr.nl/nl/rijbewijs-houden/nl/hoe-kan-ik-rijden-met/beroerte).

Met vragen kunt u ook bellen naar een voorlichter(https://www.hartstichting.nl/over-ons/contact/bel-chat-met-een-voorlichter) van de Hartstichting.

Er is ook gratis informatiefolder(https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/beroerte/tia/folder-tia) van de Hartstichting beschikbaar.