Röntgenonderzoek van de dunne darm

Bij het onderzoek worden röntgenopnamen van de dunne darm gemaakt met behulp van contrastmiddel. Een contrastmiddel zorgt ervoor dat uw dunne darm en eventuele afwijkingen goed zichtbaar zijn op de opnamen.

De dag voor het onderzoek

Voor het onderzoek is het belangrijk dat uw darmen leeg zijn. Hiervoor volgt u op de dag voor het onderzoek een speciaal dieet. Ook krijgt u een laxeermiddel (X-Praep®).

Laxeermiddel

Een dag voor het onderzoek start u met een laxeermiddel (X-Praep®). Hiervan krijgt u diarree.

Lees ook de bijsluiter van de verpakking goed door.

Indien van toepassing: dit laxeermiddel kan gebruikt worden tijdens de periode van borstvoeding.

Dosering
De hoeveelheid X-Praep die u moet innemen is afhankelijk van uw lichaamsgewicht. U neemt 1 ml X-Praep per kilogram lichaamsgewicht met een maximum van 75 ml. Bijvoorbeeld:

• U weegt meer dan 75 kilogram, dan drinkt u de hele flacon van 75 ml leeg.
• Als u minder weegt dan 75 kilogram, neemt u net zoveel ml als uw gewicht in kilogram. Dus:
  • Weegt u 60 kilogram, dan neemt u 60 ml
  • Weegt u 70 kilogram, dan neemt u 70 ml.

Innameschema en dieetmaatregelen

Op de dag vóór het onderzoek mag u als lunch uitsluitend vloeibaar voedsel nemen, zoals heldere bouillon zonder iets erin, gelatinepudding, frisdrank, koffie of thee met weinig suiker. U mag geen geconcentreerde vruchtensappen en melk(producten) gebruiken.

• Om 2 uur ’s middags (14.00 uur) drinkt u een groot glas water.
• Om 3 uur ’s middags (15.00 uur) neemt u de voorgeschreven hoeveelheid X-Praep.
• Om 5 uur ’s middags (17.00 uur) neemt u dezelfde maaltijd als bij de lunch.
• Om 6 uur ‘s middags (18.00 uur), 7 uur ’s avonds (19.00 uur) en 10 uur ’s avonds (22.00 uur) drinkt u uitsluitend een groot glas water.
• Daarna mag u niets meer eten of drinken.

De dag van het onderzoek

Op de dag van het onderzoek mag u niet ontbijten. Drink wel een groot glas water.

Goed om te weten

Kleding

Het is prettig om tijdens het onderzoek een hemdje of een T-shirt te dragen dat u makkelijk kunt aan- en uittrekken. Deze mag geen prints, versieringen, knoopjes, ritsen en haakjes hebben.

Medicijnen

• Gebruikt u medicijnen? U kunt deze tijdens de voorbereiding gewoon innemen. Op de dag van het onderzoek kunt u tot 1 uur
• Dit kan tot één uur voor het onderzoek met zo min mogelijk water. Wacht anders tot na het onderzoek.
• Het is mogelijk dat door de diarree niet alle werkzame stoffen van uw medicijnen worden opgenomen in uw lichaam. Ook de anticonceptiepil (de pil) kan hierdoor minder betrouwbaar zijn.

Mensen met diabetes (suikerziekte)

• Heeft u diabetes? Voor het onderzoek krijgt u een X-Praep-drank. Deze drank bevat suiker: in 75 ml zit ongeveer 50 gram suiker. Overleg met uw behandelend arts of de diabetesverpleegkundige hoe u uw diabetesmedicatie kunt aanpassen voor dit onderzoek. 
• Neem iets te eten mee, zodat u na het onderzoek meteen kunt eten.

Zwanger, zwangerschapswens of borstvoeding

• Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor een ongeboren kind. Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, overleg dan met uw behandelend arts of het CT-onderzoek uitgesteld kan worden.
• Heeft u een zwangerschapswens? Dan kan het CT-onderzoek het beste plaatsvinden in de week na de eerste dag van de menstruatie (ongesteldheid).
• De geluidsgolven bij een echografie zijn onschadelijk. U kunt gerust een echo laten maken als u zwanger bent.
• Geeft u borstvoeding? Dat is geen probleem. U kunt gewoon doorgaan met het geven van borstvoeding.

Om de dunne darm zichtbaar te maken, moet deze gevuld worden met een
contrastmiddel.

• Hiervoor krijgt u voor het onderzoek drie bekers contrastmiddel te drinken. 
• In de onderzoeksruimte gaat u op de onderzoekstafel liggen.
• Terwijl het contrastmiddel door de maag en de dunne darm loopt, maakt de radioloog (de arts) röntgenopnamen.
• Soms wordt gevraagd nog wat extra contrastmiddel te drinken.
• Het verschilt per persoon hoe snel het contrastmiddel door de maag en darm stroomt. Hierdoor kan het onderzoek een aantal minuten duren, maar soms ook een uur.

• U mag na het onderzoek weer normaal eten en drinken. U kunt iets te eten of te drinken meenemen voor na het onderzoek. 
• U heeft veel vocht verloren. Hierdoor kunt u zich een beetje duizelig en wankel voelen. Dit gaat vanzelf weer over.
• U kunt wat last hebben van buikkrampen en diarree.
• Het contrastmiddel wordt niet door het lichaam opgenomen. Het verlaat uw lichaam via de ontlasting. Hierdoor kan uw ontlasting de eerste dagen wit of lichtgekleurd zijn.

De uitslag van het onderzoek krijgt u via de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.