Met een röntgenonderzoek van de bloedvaten (angiografie) kan de arts een afwijking in een bloedvat (slagader en/of ader) zien. De bloedvaten zijn op röntgenbeelden te zien met een contrastmiddel. Als het nodig en mogelijk is, wordt u direct behandeld. U wordt dan gedotterd en indien nodig wordt er een stent geplaatst.
Voorbereiding
Bloedonderzoek
Als uw behandelend arts u dit heeft gevraagd, laat u vóór het onderzoek uw bloed prikken op het laboratorium of dit wordt op de verpleegafdeling gedaan bij opname. Dit is nodig om eventueel de stolling te controleren. Hiervoor krijgt u dan op de polikliniek een aanvraagformulier.
Verstoorde nierfunctie
Heeft u een verstoorde nierfunctie? Dan zijn er soms maatregelen nodig.
- Gebruikt u metformine? Het is afhankelijk van uw nierfunctie of u hiermee moet stoppen.
- Gebruikt u ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’s)? Deze moet u voor het onderzoek tijdelijk stoppen.
- Om uw nieren te ontlasten, is het mogelijk dat u tijdens het onderzoek extra vocht krijgt toegediend via een infuus.
Medicijnen
Gebruikt u bloedverdunners? Bespreek dit dan met uw behandelend arts. De arts vertelt of en wanneer u met bloedverdunners moet stoppen en wanneer u ze weer mag innemen.
Andere medicijnen kunt u gewoon blijven gebruiken. Ook op de dag van het onderzoek.
Niet eten en drinken
Vanaf 24.00 uur op de avond vóór het onderzoek mag u niet meer eten en drinken. U mag wel in de ochtend een glas water drinken met uw medicijnen.
Als het onderzoek in de middag gedaan wordt, mag u om 07.00 uur
in de ochtend een licht ontbijt gebruiken. Bijvoorbeeld een beschuit en een kopje thee.
Het onderzoek
Voor het onderzoek
Op de verpleegafdeling wordt u voorbereid voor het röntgenonderzoek. Uw liezen worden geschoren, u krijgt een operatiejasje en een wegwerponderbroek aan. Daarna brengt een medewerker u in bed naar de onderzoekskamer op de afdeling Radiologie. Hier neemt u plaats op de onderzoekstafel. Er wordt een infuus ingebracht en uw liezen worden met een desinfecterende vloeistof schoongemaakt. Daarna wordt u toegedekt met een bacterievrij laken om de kans op infectie zo klein mogelijk te maken.
Het onderzoek
De lies wordt plaatselijk verdoofd. Daarna wordt een (of soms beide) slagader(s) in uw lies aangeprikt met een naald. Omdat uw bloedvaten niet te zien zijn op gewone röntgenopnamen, krijgt u een contrastmiddel toegediend. Een contrastmiddel maakt de bloedvaten zichtbaar. Het contrastmiddel wordt toegediend met een dun slangetje (katheter). Als het contrastmiddel zich verspreidt in de bloedvaten, kunt u een warm gevoel krijgen. Dit gevoel trekt snel weer weg. Daarna schuift de radioloog het slangetje op naar het bloedvat waar de opnamen gemaakt moeten worden. Ook hier merkt u niets van. Ligt het slangetje op de juiste plaats, dan worden er verschillende röntgenopnamen gemaakt.
Als de opnamen klaar zijn, bekijkt de arts meteen of er een behandeling mogelijk is. Als dit zo is, wordt u direct behandeld. Het onderzoek zelf duurt ongeveer 60 tot 90 minuten.
Dotterbehandeling
Als u een dotterbehandeling ondergaat, duurt het onderzoek langer. Bij een dotterbehandeling brengt de arts een katheter met een ballonnetje in het bloedvat op de plaats van de vernauwing of de afsluiting. Daarna wordt het ballonnetje opgeblazen. Zo wordt geprobeerd de vernauwing in de (slag) ader weg te drukken.
Als het onderzoek langer duurt door de dotterbehandeling is het soms nodig een blaaskatheter te plaatsen.
Plaatsen stent
Als een dotterbehandeling niet voldoende is kan de arts ervoor kiezen een stent te plaatsen. Dit is een buisje van gevlochten metaal. De stent wordt met een ballonkatheter in het bloedvat geplaatst. De stent blijft in het bloedvat achter om het open te houden. Als de behandeling klaar is, verwijdert de arts de katheter.
Het gaatje in de slagader wordt met een speciaal plugje gesloten of met een drukverband. Dan wordt eerst de slagader gedurende een kwartier met de hand afgedrukt.
Na het onderzoek
Als er geen complicaties zijn, mag u aan het einde van de dag naar huis.
Soms is het raadzamer een nacht in het ziekenhuis te blijven. Voordat u met ontslag gaat, wordt er nog een enkel/arm index ( vaatonderzoek)
bepaald.
Het is prettig als een familielid of kennis u ophaalt, want u mag niet actief
aan het verkeer deelnemen of alleen reizen.
Leefregels
- De rest van de dag mag u zich niet inspannen. U mag niets tillen en u mag niet bukken of fietsen.
- Het is goed om het de eerste 2 weken na de ingreep rustig aan te doen.
De uitslag
De uitslag van het onderzoek wordt bij uw volgende bezoek met u besproken door uw behandelend arts.
Complicaties
Elke ingreep heeft risico’s. Bij deze ingreep komt een enkele keer een nabloeding voor. Andere mogelijke complicaties zijn: een scheur in de wand van het bloedvat en stolselvorming.
Als u de eerste dagen na de ingreep problemen heeft neemt u dan contact op met polikliniek Chirurgie. In de nacht of in het weekend neemt u contact op met de receptie van het ziekenhuis.