Een diagnostische laparoscopie is een kijkoperatie. Hierbij onderzoekt de gynaecoloog de buikholte en de organen in de buikholte. Dat gebeurt onder narcose (algehele verdoving). Buikpijn of het niet lukken om zwanger te worden zijn veel voorkomende redenen voor zo’n operatie. Tijdens een kijkoperatie wordt soms ook een ‘echte’ operatie uitgevoerd. Bijvoorbeeld om een eileider of eierstok weg te halen. Dit spreekt uw gynaecoloog van tevoren met u af.
Waarom een diagnostische laparoscopie
De belangrijkste redenen voor deze ingreep zijn:
- een kinderwens
- als er wordt gedacht aan endometriose
- plotselinge pijn in de onderbuik
- langdurige pijn in de onderbuik
Kinderwens
Als zwanger worden niet lukt kan een diagnostische laparoscopie een verklaring geven. De gynaecoloog beoordeelt hoe de eileiders eruitzien en of ze open of afgesloten zijn. Ook kijkt de gynaecoloog of er verklevingen zijn.
Endometriose
Bij endometriose zit er weefsel, dat lijkt op baarmoederslijmvlies, op plekken buiten de baarmoeder. Dit is niet altijd te zien met een echo of een MRI-scan. Soms wordt er daarom een kijkoperatie gedaan om te zien of er endometriose aanwezig is.
Plotselinge pijn in de onderbuik
Is de oorzaak van plotselinge pijn in de onderbuik niet duidelijk? Dan kan de arts een diagnostische laparoscopie adviseren. Er kunnen verschillende oorzaken worden gevonden. Bijvoorbeeld een blindedarmontsteking, een gedraaide eierstok of cyste van de eierstok.
Langdurige buikpijn
Langdurige (chronische) buikpijn kan een reden zijn voor een diagnostische laparoscopie. Soms ziet de gynaecoloog tijdens de ingreep een afwijking. Bijvoorbeeld een vergrote eierstok, een vleesboom, verklevingen of endometriose. Maar het is vaak moeilijk te zeggen of zo'n afwijking de oorzaak is van de buikpijn.
Voorbereiding
De gynaecoloog bespreekt voor de diagnostische laparoscopie met u wat er gaat gebeuren. En omdat u een algehele verdoving krijgt, heeft u kort voor de kijkoperatie ook een gesprek met de arts die de verdoving geeft (anesthesioloog).
U mag tijdens deze operatie niet zwanger zijn. Er mag ook geen bevruchte eicel zijn die na het onderzoek zou kunnen innestelen. Als u geen andere voorbehoedsmiddelen gebruikt, moet u een condoom gebruiken bij het vrijen. Dit moet dan vanaf het ongesteld zijn tot aan de operatie. Geen seks hebben in die periode kan ook.
Eten, drinken en roken
Op de dag van de ingreep mag u vanaf middernacht (00:00u) tot aan de operatie niet meer eten, drinken en roken.
Het onderzoek
Laparoscopie betekent ‘in de buik kijken’. Diagnostisch betekent ‘om te onderzoeken’. Tijdens de ingreep onderzoekt de gynaecoloog de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken. Ook de buitenkant van de blindedarm, een deel van de lever, de galblaas en een groot deel van de darm zijn zichtbaar. De operatie gebeurt altijd onder narcose (algehele verdoving).
Koolzuurgas
De gynaecoloog maakt meestal een sneetje van ongeveer 1 cm in de onderrand van de navel . Door dat sneetje brengt de gynaecoloog een dunne holle naald in de buikholte. Hiermee wordt de buik gevuld met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat ruimte in de buik om de verschillende organen te kunnen bekijken.
Laparoscoop en instrumenten
Daarna brengt de gynaecoloog via hetzelfde sneetje de laparoscoop (kijkbuis) in de buik. En sluit deze aan op een videocamera. De binnenkant van de buik is zo zichtbaar op de monitor. Via een klein sneetje in de onderbuik worden andere instrumenten in de buikholte gebracht. Hiermee kan de gynaecoloog de organen beter bekijken.
Ook via de vagina brengt men soms instrumenten in. Zo kunnen ze de baarmoeder bewegen of vullen met vloeistof. Hiermee onderzoekt men of de eileiders goed open zijn. Bijvoorbeeld als een kinderwens de reden voor de diagnostische laparoscopie is.
Onderzoek en behandeling
Soms is nog een derde sneetje aan de zijkant van de buik nodig voor extra hulpinstrumenten. De gynaecoloog kan dan bijvoorbeeld weefsel weghalen voor onderzoek (een biopt), of verklevingen losmaken. Soms wordt ook een kleine behandeling gedaan: bijvoorbeeld een eileider of cyste verwijderen. Dit bespreekt uw gynaecoloog altijd van tevoren met u.
Na het onderzoek
Meteen na de laparoscopie heeft u vaak buikpijn. Meestal is dat aan het einde van de dag al veel minder. Soms duurt de pijn wat langer. Tegen de pijn kunt u pijnstillers nemen, als u die mag gebruiken. Gebruik dan het liefst paracetamol. Neem alleen als het echt nodig is diclofenac of naproxen en lees de bijsluiter goed.
Ook schouderpijn komt voor. Dat komt door het koolzuurgas dat tijdens het onderzoek gebruikt wordt. Dit prikkelt het middenrif, wat pijn veroorzaakt. Het koolzuurgas gaat vanzelf weg uit het lichaam. De pijn is de dag na de operatie meestal weg.
Weer naar huis
U mag meestal dezelfde dag weer naar huis. U bent dan door de operatie en de narcose vaak nog slap. Zorg daarom dat iemand u ophaalt uit het ziekenhuis. Zelf autorijden of met het openbaar vervoer naar huis gaan wordt afgeraden.
Bloedverlies
Soms heeft de gynaecoloog tijdens de ingreep de baarmoederhals via de vagina met een paktangetje vastgepakt. Dat gebeurt om de baarmoeder te bewegen. Of om vloeistof in de baarmoeder te spuiten om de doorgang van de eileiders te testen. Hierdoor kunt u wat bloed verliezen via de vagina.
Hechtingen
De wondjes in uw buik worden gehecht met zelf-oplossende hechtingen. Het kan ruim 6 weken duren voordat de draadjes weg zijn.
Na een week mogen de hechtingen eventueel verwijderd worden, als u er last van heeft. Komt er wondvocht uit de wondjes? Gebruik dan een pleister om uw kleding te beschermen.
Douchen en in bad
U mag direct na de operatie weer douchen. Na een week mag u ook weer in bad.
Herstel
Meestal heeft u een paar dagen nodig om weer te herstellen. Zorg voor extra hulp als dat nodig is. U kunt weer beginnen met werken als u hersteld bent. Rustig sporten mag weer na 2 weken. Intensief sporten mag weer na 4 weken.
De uitslag
Na de diagnostische laparoscopie heeft u meestal een afspraak voor nacontrole op de polikliniek. Is er weefsel weggehaald, dan krijgt u tijdens deze afspraak de uitslag. De gynaecoloog bespreekt ook met u of verdere controle of behandeling nodig is.
Risico's en complicaties
De kans op complicaties bij een diagnostische laparoscopie is klein. U kunt een blaasontsteking krijgen, of een ontsteking van de wondjes. Heel soms zien we een ontsteking in de buikholte. Ook een trombosebeen komt heel zelden voor. Heel soms beschadigen de urinewegen, darmen of een bloedvat. De kans op zo'n complicatie is wat groter als de gynaecoloog ook een behandeling doet en bij ernstige verklevingen in de buik.
Wanneer contact opnemen
De gevolgen zijn soms pas zichtbaar als u thuis bent. Neem contact op bij ernstige buikpijn, koorts, braken, flinke roodheid van de wondjes of pus uit de wondjes, of pijn in de nierstreek (aan de zijkant van de rug).
Handige links
Op de website van De Gynaecoloog.nl vindt u veel informatie over de diagnostische laparoscopie en de redenen voor deze operatie:
degynaecoloog.nl(https://www.degynaecoloog.nl/)