De neuropsycholoog doet (neuro)psychologisch onderzoek. En kijkt daarbij wat iemand met een hersenbeschadiging wel en niet meer kan in het dagelijks leven. Of andersom: kan iemand bepaalde dingen niet meer goed? Dan onderzoekt de neuropsycholoog of dit komt door een beschadiging of verstoring in de hersenen.
Onderzoek bij een hersenbeschadiging
Een hersenbeschadiging kan ontstaan door:
- een ongeval (traumatisch hersenletsel)
- een beroerte (infarct of bloeding)
- een ziekte (bijvoorbeeld een infectie, een tumor of dementie)
De gevolgen van een hersenbeschadiging kunnen zijn:
- Verandering in wat het lichaam kan. Bijvoorbeeld minder goed bewegen of uw evenwicht bewaren.
- Minder goed kunnen concentreren of dingen onthouden.
- Moeite met zien, horen, ruimtelijk inzicht, het bedienen van apparaten in huis, logisch nadenken of met het begrijpen of het vinden van woorden in een gesprek.
- Veranderingen in gedrag en emoties. Bijvoorbeeld minder makkelijk initiatief nemen of sneller agressief, angstig, depressief of somber zijn. Ook uw persoonlijkheid kan veranderen.
Deze veranderingen kunnen ook door bijvoorbeeld stress komen. De neuropsycholoog onderzoekt waar de klachten vandaan komen.
Voorbereiding
- Zorg dat u voldoende uitgerust bent.
- Gebruikt u een leesbril en/of gehoorapparaat? Neem deze dan mee.
- Vraag iemand mee naar het eerste gesprek met de neuropsycholoog.
Het onderzoek
Eerste gesprek: intake
U wordt eerst telefonisch of schriftelijk uitgenodigd voor een eerste gesprek (intakegesprek). In dit gesprek bespreekt de neuropsycholoog uw klachten en de mogelijke achtergronden hiervan met u. Dit gesprek duurt meestal 45 tot 60 minuten. Neem voor dit gesprek een partner of familielid mee. Of iemand die u goed kent.
Testonderzoek
Na het eerste gesprek volgt meestal meteen het testonderzoek. Dit staat dan in de uitnodigingsbrief. Maar soms krijgt u hier een tweede afspraak voor.
Bij het testonderzoek hoeft u niemand mee te nemen. U heeft het gesprek alleen, met een psychodiagnostisch medewerker. Dat is iemand die psychologische testen doet.
Tijdens het testonderzoek beantwoordt u vragen en doet u opdrachten. U doet dit met pen en papier of op de computer. Het is dus geen lichamelijk onderzoek.
Bij het onderzoek kijken we naar uw denkvermogen, en wat u wel en niet meer kunt. Soms krijgt u ook een vragenlijst over eventuele psychologische of emotionele klachten. Of over uw persoonlijkheid.
In de uitnodigingsbrief leest u hoe lang het onderzoek duurt. Meestal is dat een ochtend of een middag. Soms is nog een extra afspraak nodig om het onderzoek af te maken.
De uitslag
Na ongeveer 3 weken bespreekt de neuropsycholoog de uitslag met u en uw familie. Het onderzoeksverslag wordt opgestuurd naar de aanvragend specialist. En naar uw huisarts, als u daar toestemming voor geeft.
Na het onderzoek
Na het onderzoek werken we de gespreksgegevens en testresultaten uit. Dat duurt ongeveer 3 weken.