Kijken in de baarmoeder

Diagnostische hysteroscopie

Bij een diagnostische hysteroscopie kijkt de gynaecoloog naar de binnenkant van de baarmoeder. Dat gebeurt met een lange dunne camera (hysteroscoop) die via de vagina in de baarmoeder gaat. Tijdens dit onderzoek kan de gynaecoloog ook kleine behandelingen doen, bijvoorbeeld het verwijderen van een poliepje of een spiraaltje waarvan de touwtjes niet meer zichtbaar zijn. Ook het afnemen van een biopt is mogelijk. Er wordt dan een klein stukje weefsel weggehaald om dit te laten onderzoeken.

Voorbereiding

Het onderzoek verloopt het beste als u niet ongesteld bent. Neem op de dag of de ochtend voor het onderzoek contact op als u toch bloed verliest. Als ongewoon bloedverlies de reden is voor het onderzoek, kan het wel doorgaan.

Dit onderzoek kan alleen gebeuren als u niet zwanger bent. Er mag ook geen bevruchte eicel zijn die na het onderzoek zou kunnen innestelen. Als u geen andere voorbehoedsmiddelen gebruikt, moet u een condoom gebruiken bij het vrijen. Dit moet dan vanaf het ongesteld zijn tot aan het onderzoek. Geen seks hebben in die periode kan ook.

U mag voor het onderzoek gewoon eten en drinken.

Medicijnen

U mag 1 tot 2 uur vóór het onderzoek pijnstillers innemen (als u deze mag gebruiken): paracetamol 1000 milligram en daarnaast naproxen 500 milligram óf diclofenac 50 milligram. Doe dit alleen als u denkt dat het nodig is.

Het onderzoek

Een diagnostische hysteroscopie gebeurt meestal op de poliklinische operatiekamer (POK). Er zijn daar in ieder geval 3 personen aanwezig: de gynaecoloog en 2 assistenten.

Via de vagina en de baarmoedermond gaat de hysteroscoop in de baarmoeder. Soms is het nodig om een eendenbek en een tangetje te gebruiken.

Via de hysteroscoop komt er water in de baarmoeder. Zo kan de gynaecoloog de binnenkant van de baarmoeder goed zien op het scherm. U kunt zelf meekijken.

Een verdoving is meestal niet nodig voor dit onderzoek. Het onderzoek kan gevoelig zijn. U mag voor het onderzoek daarom pijnstillers innemen als u dat prettig vindt. U leest daar meer over in het stukje over de voorbereiding. Soms krijgt u sedatie (een roesje) of een ruggenprik voor het onderzoek. Uw gynaecoloog spreekt dit dan duidelijk met u af. 

Het onderzoek duurt meestal 5 tot 10 minuten.

Na het onderzoek

Naar huis 

Na afloop kunt u al snel naar huis. Behalve als u een roesje of ruggenprik had. Dan moet u nog een paar uur in het ziekenhuis blijven.

De meeste mensen hebben weinig klachten na afloop van het onderzoek. Het is wel fijn als iemand u veilig naar huis kan brengen.  

Bloedverlies en buikpijn

Na het onderzoek kunt u een paar dagen bloed verliezen of bruine afscheiding hebben.De onderbuik kan de eerste dagen gevoelig zijn.

Douchen

Douchen mag direct weer. U mag weer in bad als het bloedverlies gestopt is.

Werk

Houd de dag van het onderzoek een rustdag. De dag erna kunt u meestal alles weer doen. 

Seks

Verliest u geen bloed meer, dan kunt u gewoon seks hebben.

Medicijnen

Als de onderbuik gevoelig is, mag u pijnstillers nemen als u die mag gebruiken. Kies dan het liefst voor paracetamol. Neem alleen als het echt nodig is diclofenac of naproxen en lees de bijsluiter goed.

De uitslag

Meestal heeft u na een paar weken een afspraak op de polikliniek. De gynaecoloog bespreekt dan de uitslag van het onderzoek met u.

Risico's en complicaties

Een diagnostische hysteroscopie veroorzaakt bijna nooit complicaties. Heel soms zijn er de volgende complicaties:

Hevig bloedverlies

Soms wordt de baarmoederhals tijdens het onderzoek met een tangetje vastgepakt. Er ontstaat dan een wondje. Dit kan een beetje bloeden. Meestal stopt dit binnen een paar dagen. Heel soms is het bloedverlies erg. Zelfs meer dan heftig ongesteld zijn.

Ontsteking

Krijgt u koorts en buikpijn die steeds erger wordt? Dan heeft u misschien een ontsteking aan de baarmoeder en/of de eileiders. Dan is behandeling met medicijnen nodig.

Gaatje in de wand van de baarmoeder

Heel soms komt er tijdens de hysteroscopie een gaatje in de wand van de baarmoeder (perforatie). De baarmoederwand is een spier die samentrekt. Daardoor geneest een klein gaatje vanzelf. Bij een groter gat is soms een buikoperatie nodig. 

Wanneer contact opnemen

  • Als u buikpijn blijft houden of als de pijn erger wordt.
  • Als u langere tijd bloed blijft verliezen of als het bloedverlies snel erger wordt.
  • Bij koorts boven de 38,5 graden.