Bij een miskraam gaat er iets mis in de eerste 20 weken van de zwangerschap. Soms krijgt iemand 3 of meer miskramen na elkaar. Dat noemen we habituele abortus of herhaalde miskramen. Of er voor de miskramen al kinderen zijn geboren maakt niet uit. Herhaalde miskramen gebeuren bij ongeveer 0,5 tot 1 procent van alle vrouwen die zwanger willen worden. Bij ongeveer 15 procent wordt een oorzaak gevonden voor de herhaalde miskramen.
De kans op een herhaalde miskraam
Het is bekend dat minstens 1 op de 10 zwangerschappen eindigt in een miskraam. Waarschijnlijk komen miskramen zelfs nog vaker voor. Na een eerste miskraam is de kans op een nieuwe miskraam bijna niet groter.
Na 2 miskramen is er ongeveer 25 procent kans op een herhaling. Na 3 miskramen is de kans op nog een miskraam ongeveer 35 procent. De gynaecoloog kan vaak inschatten hoe groot de kans op herhaling is. Er wordt dan gekeken naar leeftijd, eerdere miskramen en aanvullend onderzoek naar de oorzaak.
Onderzoek naar mogelijke oorzaken
Na 3 keer achter elkaar een miskraam, is onderzoek naar de oorzaak mogelijk. We onderzoeken het bloed, de baarmoeder en de eierstokken.
Het is belangrijk dat u beseft dat vaak geen oorzaak voor de miskramen gevonden wordt. Als er wel een oorzaak is, is die niet altijd te behandelen.
Belangrijkste oorzaken
De belangrijkste oorzaken en risicofactoren zijn:
- Hogere leeftijd
- Roken
- Chromosoomafwijking bij 1 van de partners
- Antifosfolipide-antistoffen in het bloed
- Te veel homocysteïne
- Stollingsafwijkingen in de familie van de vrouw
- Te veel LH hormoon
- De ziekte van Wilson
- Afwijkende vorm baarmoeder/baarmoederholte
Hogere leeftijd
Hoe ouder u bent hoe groter de kans op een miskraam:
- Jonger dan 35 jaar: de kans is 1 op 10
- Tussen de 35 en 40 jaar: de kans is 1 op de 5 - 6
- Tussen de 40 en 45 jaar is de kans 1 op 3
Roken
Zwangeren die roken krijgen iets vaker een miskraam dan zwangeren die niet roken.
Chromosoomafwijking bij 1 van de partners
Soms is een chromosoomafwijking bij 1 van de partners de oorzaak van herhaalde miskramen. Ook gezonde mensen kunnen een chromosoomafwijking hebben. Er zijn dan 2 stukjes van 2 chromosomen van plaats veranderd. Dat heet een ‘gebalanceerde chromosoomafwijking’. De persoon met de afwijking heef daar geen last van.
Bij ongeveer 2 tot 3 procent van herhaalde miskramen heeft 1 van de partners een gebalanceerde chromosoomafwijking.
Chromosoomonderzoek
Bloedonderzoek bij beide partners kan laten zien of er een chromosoomafwijking is. De uitslag duurt vaak langer dan 2 maanden. Bent u opnieuw zwanger voordat de uitslag bekend is, dan wordt het bloed met spoed onderzocht.
Bij een gebalanceerde chromosoomafwijking bij 1 van de partners verwijst de gynaecoloog door. U gaat dan naar een klinisch geneticus. Die is gespecialiseerd in erfelijke aandoeningen en chromosoomafwijkingen. De klinisch geneticus bespreekt met u de kans op nog een miskraam of op een kind met aangeboren afwijkingen. Misschien hebben meer familieleden de afwijking. Onderzoek is dan voor hen ook zinvol.
Antifosfolipide-antistoffen in het bloed
Antistoffen zijn belangrijk bij de bescherming tegen ziekten. Soms maakt het lichaam verkeerde antistoffen. Antifosfolipide-antistoffen vergroten de kans op trombose. Bij trombose ontstaan er klonten in het bloed die een bloedvat af kunnen sluiten. Wanneer dat gebeurt in een bloedvat in de placenta ontstaat er een miskraam. Ongeveer 2 procent van alle vrouwen heeft antifosfolipide-antistoffen. Bij vrouwen met herhaalde miskramen is dit ongeveer 15 procent.
Onderzoek
Na een miskraam kunt u bloedonderzoek naar antifosfolipide-antistoffen laten doen. Dit wordt pas 10 weken na een miskraam gedaan. Voor die tijd is de uitslag niet betrouwbaar. De hoeveelheid antistoffen kan wisselen. Ook kunnen ze uit zichzelf verdwijnen. Daarom wordt het bloedonderzoek 2 maanden later nog een keer gedaan.
Behandeling
Om antifosfolipide-antistoffen tegen te gaan kan de arts medicijnen die het bloed verdunnen geven. De kans op een volgende miskraam is daardoor klein, maar niet helemaal weg.
Te veel homocysteïne
Homocysteïne is een bouwsteen van eiwit dat iedereen heeft. Het is een aminozuur en is belangrijk voor de stofwisseling. Soms wordt het niet goed afgebroken of niet genoeg veranderd naar een ander aminozuur. Zo ontstaat er te veel homocysteïne in het bloed. Artsen denken dat dit de kans op een miskraam vergroot en ook de kans op meerdere miskramen.
Onderzoek
De hoeveelheid homocysteïne bepalen we door bloedonderzoek. U mag voor dit onderzoek niet eten of drinken.
Als er te veel homocysteïne in uw bloed zit, meten we ook een aantal vitamines in het bloed.
Een methionine-belastingstest is ook mogelijk. Methionine is een ander aminozuur. Het kan in homocysteïne veranderen en omgekeerd. U krijgt een speciaal voor u berekende hoeveelheid methionine te drinken. Daarna wordt in het bloed gemeten hoe het homocysteïnegehalte verandert.
Behandeling
Een teveel aan homocysteïne is over het algemeen goed te behandelen met vitaminen. U krijgt dan vitamine B6 en foliumzuur. Er zijn sterke aanwijzingen dat de kans op een volgende miskraam door deze vitaminen kleiner wordt. Het is nog niet helemaal bewezen.
Voor betrouwbaar onderzoek naar homocysteïne mag er een half jaar geen foliumzuur gebruikt worden. Dat is lastig voor vrouwen die meer miskramen hebben gehad en graag weer opnieuw zwanger willen worden.
Stollingsafwijkingen in de familie van de vrouw
Bij een erfelijke stollingsafwijking is de kans op een miskraam verhoogd. Voorbeelden van erfelijke stollingsafwijkingen zijn:
- Antitrombine-III deficiëntie
- Proteïne-C deficiëntie
- Proteïne-S deficiëntie
- APC-resistentie
- Factor-V-Leiden-mutatie
- Factor-XII-deficiëntie
Onderzoek
Bloedonderzoek naar stollingsafwijkingen is in de volgende situaties zinvol:
- Meerdere mensen in de familie hebben of hadden trombose.
- Het is bekend dat een familielid 1 van de genoemde stollingsafwijkingen heeft.
Behandeling
Het is niet bekend of medicijnen die het bloed verdunnen de kans op een miskraam verkleinen bij vrouwen met een stollingsafwijking.
Te veel LH hormoon
Het luteïniserend hormoon (LH) wordt door de hypofyse gemaakt. De hypofyse is een aanhangsel van de hersenen. Het maakt verschillende hormonen die organen hun werk laten doen. Het LH-hormoon is belangrijk bij de eisprong. Er kan een teveel aan LH hormoon zijn bij bepaalde afwijkingen van de eierstokken. In de eierstokken zitten dan veel kleine holten gevuld met vocht.
Onderzoek
De hoeveelheid LH hormoon is te zien in het bloed. Dat is ongeveer halverwege de periode tussen het begin van de menstruatie en de eisprong. Als de hoeveelheid LH in het bloed verhoogd is, is de kans op een spontane miskraam groter.
Behandeling
Behandeling van de hoge aanmaak van LH hormoon is niet mogelijk.
De ziekte van Wilson
De ziekte van Wilson is een zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte. Het lichaam slaat dan te veel koper op in verschillende organen. De ziekte is herkenbaar door een groene ring in het hoornvlies van het oog. Als deze ziekte niet behandeld wordt, is de kans op miskramen groter.
Een afwijkende vorm van baarmoeder/baarmoederholte
Oorzaken voor een afwijkende vorm van de baarmoeder of de baarmoederholte kunnen zijn:
- Dubbele baarmoeder
- Tussenschot in baarmoederholte
- Verklevingen
- Vleesboom
Mogelijk nestelt de placenta zich bij een afwijkende vorm van de baarmoederholte niet goed in. Het gevolg is een verhoogde kans op 1 of meer miskramen. Echt bewezen is dit niet.
Bespreek met de gynaecoloog of een onderzoek zinvol is.
Wat kunt u zelf doen
Helaas zijn er weinig mogelijkheden om ervoor te zorgen dat er geen nieuwe miskraam komt. Bij de meeste vrouwen wordt geen oorzaak gevonden.
Wij adviseren u om zo gezond mogelijk te leven als u opnieuw zwanger wilt worden. Eet gezond en gevarieerd, drink weinig alcohol en rook niet. Neem ook geen medicijnen in zonder overleg. Ook als u dit allemaal doet, is het niet zeker dat er geen volgende miskraam komt.
Foliumzuur
U mag wel iedere dag een pilletje foliumzuur van 0,4 of 0,5 milligram innemen. Foliumzuur vermindert de kans op een kind met een open rug. Het vermindert niet de kans op een miskraam.
Emotionele steun
Na een miskraam hebben u en uw partner vaak een moeilijke tijd. Elke miskraam betekent een nieuwe teleurstelling. Het maakt een einde aan alle plannen en fantasieën over het verwachte kind. Er zijn emoties als verdriet, schuldgevoel, ongeloof, boosheid en een gevoel van leegte.
De omgeving weet vaak niets van de zwangerschap. Het is dan moeilijk met anderen over deze emoties te praten. Toch is dat belangrijk voor de verwerking.
Accepteren dat er geen duidelijke oorzaak en behandeling is, is ook vaak moeilijk. Dan zijn er gevoelens van angst en onzekerheid. En vaak is er de vraag of er ooit nog eens een eigen kind zal komen.
Bij de kleine groep waar wel een behandelbare oorzaak wordt gevonden, is er vaak opluchting. Maar door de gevonden oorzaak zijn er ook vragen en onzekerheden.
Handige links
De volgende hulporganisaties kunnen extra steun of informatie bieden
Freya(https://www.freya.nl/) - patiëntenvereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen
VSOP(https://vsop.nl/) - patiëntenkoepel voor zeldzame en genetische aandoeningen
LSV(https://www.steunbijverlies.nl/) - Landelijk Steunpunt Verlies
OOK(https://www.oudersoverledenkind.nl/) - Ouders overleden kind
DES centrum(https://www.descentrum.nl/) - behartigt de belangen van iedereen die leeft met de gevolgen van het DES-hormoon