U heeft met uw diëtist afgesproken een eetdagboek bij te houden. Met de informatie uit het eetdagboek bepalen de diëtist en de arts of uw zwangerschapsdiabetes goed is geregeld. En of de behandeling aangepast moet worden.
Bloedglucose meten
In het eetdagboek schrijft u onder andere uw bloedglucosewaarden op. Hiervoor moet u 7 keer per dag uw bloedglucosewaarde prikken met een bloedglucosemeter. Dit wordt een 'lange dagcurve' genoemd.
De 7 momenten waarop u moet prikken, zijn:
- voor het ontbijt
- 1 uur na het begin van het ontbijt
- Voor de middagmaaltijd
- 1 uur na het begin van de middagmaalijd
- Voor de avondmaaltijd
- 1 uur na het begin van de avondmaaltijd
- Voordat u gaat slapen.
Eetdagboek invullen
Vul het eetdagboek zo nauwkeurig mogelijk in.
- In de kolom 'tijdstip' schrijft u de tijd op waarop u uw bloedglucose controleert en gaat eten.
- In de kolom 'bloedglucose' schrijft u de hoogte op van de bloedglucosewaarde die u gemeten heeft.
- In de kolom 'eten en drinken' schrijft u zo precies mogelijk op wat u gegeten en gedronken heeft en wanneer.
- U kunt ook invullen of er bijzonderheden waren, bijvoorbeeld of u extra bewogen of gesport heeft.
Hieronder ziet u een ingevuld voorbeeld van een eetdagboek.
Schema eetdagboek
U kunt dit schema gebruiken voor voor het bijhouden van het eetdagboek.
Eetdagboek Bij Zwangerschapsdiabetes(https://ziekenhuisrivierenland.nl/media/4pwbnge3/300011_d_eetdagboek-bij-zwangerschapsdiabetes-2.png)