CT-onderzoek van de kransslagaders

CT is de afkorting van Computer Tomografie. Bij een CT-onderzoek van de kransslagaders wordt gekeken of u vernauwingen heeft in de kransslagaderen. Dit zijn de bloedvaten die zorgen dat uw hart genoeg zuurstof krijgt. Het onderzoek wordt gedaan met contrastmiddel en röntgenstraling. Door het contrastmiddel worden uw kransslagaders beter zichtbaar.

Medicijnen voor een rustige  hartslag

Voor het onderzoek is het belangrijk dat u een rustige hartslag heeft. Hiervoor krijgt u van uw hartspecialist het medicijn Metoprolol®.

• U start 2 dagen voor het onderzoek met het innemen van dit medicijn.
• U neemt in de ochtend steeds één tablet Metoprolol.
• De ochtend van het onderzoek neemt u de laatste tablet in.
• Als uw hartslag al rustig is, zal uw hartspecialist deze extra
  medicatie niet voorschrijven.

Eten en drinken

• Voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Daarom mag u in de twee uur voor het onderzoek niet meer eten, drinken of roken.
• De dag van het onderzoek mag u ook geen producten nemen die cafeïne bevatten. U mag dus geen koffie, thee, cola, Red Bull (of soortgelijke energiedrankjes), chocolade of pijnstillers waarin cafeïne zit.

Kleding en sieraden

• Tijdens het onderzoek mogen er geen metalen voorwerpen in de buurt zijn. De laborant vraagt u daarom vragen om alle metalen voorwerpen achter te laten in de (afgesloten) kleedruimte. Bijvoorbeeld geld, piercings, sleutels en sieraden.
• Kledingstukken met metalen knopen, ritsen en haakjes moet u uittrekken, net als een bh. Een tepelpiercing of een ketting moet u ook uitdoen of afdoen. Het is praktisch om hier alvast rekening mee te houden.
• Een hemd of T-shirt met korte mouwen en een wijde hals zonder versieringen kunt u altijd aanhouden. Neemt u deze zo nodig mee.

Vervoer

• Neem iemand mee die u kan begeleiden na het onderzoek. Tijdens het onderzoek kan deze persoon op de gang wachten.
• Na het onderzoek mag u het eerste uur niet zelf autorijden of actief deelnemen aan het verkeer in verband met de medicijnen die u mogelijk krijgt tijdens het onderzoek.

Zwanger, zwangerschapswens of borstvoeding

• Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor een ongeboren kind. Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, overleg dan met uw behandelend arts of het onderzoek uitgesteld kan worden.
• Heeft u een zwangerschapswens? Dan kan het onderzoek het beste plaatsvinden in de week na de eerste dag van de menstruatie (ongesteldheid).
• Geeft u borstvoeding? Het CT-onderzoek heeft geen gevolgen. U kunt gewoon doorgaan met het geven van borstvoeding.

Als uw nieren minder goed werken

• Bij het onderzoek krijgt u een jodiumhoudend contrastmiddel. Dit kan gevolgen hebben voor uw nieren. Daarom krijgt u vóór de CT-scan van de kransslagaders een bloedonderzoek. Blijkt uit dit bloedonderzoek dat uw nieren minder goed werken, dan is het mogelijk dat u wordt opgenomen in het ziekenhuis. U krijgt dan extra vocht via een infuus. Dit is om uw nieren te beschermen tegen het contrastmiddel. Uw behandelend arts informeert u vooraf of dit nodig is.
• Lees ook de folder: Nierbeschadiging door contrastmiddel voorkomen(https://ziekenhuisrivierenland.nl/onderzoeken/nierbeschadiging-door-contrastmiddel-voorkomen/).

Het onderzoek bestaat uit 2 delen. Deel 1 en deel 2 duren samen ongeveer 20 tot 30 minuten.

Deel 1 van het onderzoek

• U neemt plaats op de onderzoekstafel van de CT-scanner. 
• U wordt aangesloten op een ECG-monitor. Deze monitor registreert uw hartslag.
• De laboranten verlaten de CT-kamer. De bediening van de scan gebeurt vanuit de kamer naast u. De laboranten houden contact met u via een intercom en geven u zo nodig aanwijzingen.
• Eerst wordt een CT-scan gemaakt zonder contrastmiddel. Hiermee wordt de hoeveelheid kalk in de kransslagaders bepaald. Bij een
  teveel aan kalk kunnen de kransslagaders niet goed worden afgebeeld. Als dat het geval is, dan gaat het tweede deel van de scan niet door.

Deel 2 van het onderzoek

• Voor het tweede deel van het onderzoek krijgt u een spray onder de tong. Deze spray zorgt ervoor dat uw bloedvaten wijder worden. Hierdoor kunnen de bloedvaten beter worden beoordeeld.
• Ook krijgt u jodiumhoudend contrastmiddel via een infuus.
• Een laborant legt tijdens het onderzoek uit hoe u
  moet ademhalen.
• Probeer tijdens het maken van de scans zo stil mogelijk te
  liggen.
• Mogelijke bijwerkingen van het onderzoek

Bijwerkingen

• In zeldzame gevallen kunt u duizelig worden van het medicijn Metoprolol. Dit komt omdat dit middel de bloeddruk en hartslag verlaagt. Ook bestaat een hele kleine kans op een astma-aanval.
• De spray (onder de tong) kan hoofdpijn veroorzaken.
• Het contrastmiddel kan in zeldzame gevallen leiden tot
  misselijkheid en/of achteruitgang van de nierfunctie.
• Een jodiumhoudend contrastmiddel geeft heel zelden een overgevoeligheidsreactie. In de volgende gevallen komt een overgevoeligheidsreactie vaker voor:
  • U heeft eerder een overgevoeligheidsreactie gehad na het gebruik van een jodiumhoudend contrastmiddel.
  • U bent overgevoelig voor andere geneesmiddelen.

Het is belangrijk dat de artsen en laboranten op de hoogte zijn van deze situaties. Meld u dit tijdig.

Het is goed om na het onderzoek verspreid over de rest van de dag 1 extra liter water of een andere drank te drinken. Hierdoor raakt u het
contrastmiddel via de urine sneller kwijt.

De uitslag van het onderzoek krijgt u via de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.