Zelfkatheterisatie

Soms kan iemand de blaas niet leeg plassen of helemaal niet meer zelf plassen. De blaas wordt dan leeggemaakt met een katheter. Dit is een dun slangetje dat via de plasbuis naar de blaas gaat. De urine kan dan door het slangetje weglopen. Als u dat zelf doet, heet dat zelfkatheterisatie. U leert in het ziekenhuis hoe u dat moet doen.

Door zelfkatheterisatie behoudt u meer vrijheid. Ook op vakantie gaan is meestal geen enkel probleem. In het begin kost het wat meer tijd. Later kost het net zoveel tijd als naar het toilet gaan voor u ging katheteriseren.

Zelfkatheterisatie

  • Was uw handen met water en zeep. Sommige mensen krijgen het advies met handschoenen te werken. 
  • Maak het gebied rondom uw plasbuis goed schoon met water. U kunt ook vochtige toiletdoekjes gebruiken. Let er wel op dat er geen parfum en alcohol in deze doekjes zit. Dit kan irritatie veroorzaken.
  • Pak het uiteinde van de katheter vast. 
  • Breng de katheter in via de plasbuisuitgang. De katheter zit goed als er urine uitloopt. Het mag verwijderd worden als er geen urine meer uitkomt. De blaas is dan leeg.

Katheteriseren kunt u overal doen waar water en zeep in de buurt is. Dat kan natuurlijk het toilet zijn. Het kan ook in de slaapkamer of badkamer. U gebruikt dan een opvangzakje voor de urine dat aan de katheter vastzit. 

Zorg wel altijd voor een zo schoon mogelijke plaats.

Hoe vaak katheteriseren? 

Het aantal keren per dag dat u moet katheteriseren, hangt af van uw aandoening. De arts of verpleegkundige bespreekt dit met u. 

Wel zelf plassen

Als u zelf nog kunt plassen, plast u eerst gewoon. Daarna gaat u de urine die nog in de blaas zit katheteriseren.

U meet 3 dagen hoeveel u katheteriseert. Hoe vaak u moet gaan katheteriseren ziet u hieronder.

  • Er blijft minder dan 100 milliliter urine achter
    Stop katheteriseren
  • Er blijft tussen 100 en 200 milliliter urine achter
    1 tot 2 keer per dag katheteriseren
  • Er blijft tussen 200 en 300 milliliter urine achter
    2 tot 3 keer per dag katheteriseren 
  • Er blijft tussen 300 en 400 milliliter urine achter
    3 tot 4 keer per dag katheteriseren 
  • Er blijft tussen 400 en 500 milliliter urine achter
    4 tot 5 keer per dag katheteriseren 
  • Er blijft meer dan 500 milliliter urine achter
    6 keer per dag katheteriseren
    Neem ook contact op met de polikliniek.

U mag nooit meer dan 400 milliliter katheteriseren. Als het wel meer dan 400 milliliter is, kunt u vaker katheteriseren volgens bovenstaand schema. 

Niet zelf plassen

Als u helemaal niet meer kunt plassen, moet u 4 tot 6 keer per dag katheteriseren. De hoeveelheden per keer mogen niet groter zijn dan 400 milliliter. U moet zelf ontdekken wat voor u het juiste aantal keren is. Bespreek het met de verpleegkundige of arts. 

Drinken

Het is belangrijk om minimaal 1,5 liter per dag te drinken. Het is ook belangrijk dat u regelmatig kunt poepen.

De eerste dagen nadat u gestart bent met katheteriseren moet u extra drinken. Zo zorgt u ervoor dat u geen blaasontsteking krijgt. 

Materiaal en leveranciers

De verpleegkundige kan u meer vertellen over de vergoedingen.
Katheters kunt u krijgen via een specialist voor medische hulpmiddelen. De verpleegkundige regelt de machtiging en vergoeding.

Controle

Meestal heeft u een (telefonische) controle bij de verpleegkundige. Daarna gaat u weer terug naar uw specialist of er is een ander vervolgtraject.

Risico’s en complicaties

U kunt een blaasontsteking krijgen. Symptomen kunnen zijn:

  • koorts
  • pijn bij plassen
  • urine is niet helder 
  • niet lekker voelen
  • moeheid

Wanneer contact opnemen

Neem in de volgende situaties meteen contact met ons op:

  • Er zijn pijnklachten bij het inbrengen van de katheter.
  • Het inbrengen van de katheter gaat moeilijk.
  • Het lukt niet om zelfkatheterisatie onderdeel van uw dagelijkse leven te maken. Denk aan uitgaan, op vakantie gaan enzovoort.
  • U vindt het moeilijk om zelfkatheterisatie vol te houden. 

Wanneer contact opnemen