Bij problemen met plassen en/of poepen kan het helpen om op uw toilethouding en toiletgedrag te letten. We hebben de adviezen voor u op een rij gezet.
Plasadviezen
Houding
- Ga ontspannen en recht op het toilet zitten.
- Voel met uw hand dat er een lichte holte in de rug aanwezig is.
- Let erop dat de schouders en armen ontspannen zijn. Uw handen liggen op de bovenbenen.
- De voeten staan plat op de grond. U kunt eventueel een krukje gebruiken.
Het advies is om zittend te plassen, maar bij mannen gaat staand plassen soms beter. Ga dan in een ontspannen plashouding staan met een lichte holte in de rug.
Plassen
- Ontspan de bekkenbodem en laat de plas vanzelf op gang komen. U ontspant de bekkenbodem door uw anus en plasbuis goed los te laten. Pers niet mee.
- Onderbreek het plassen niet.
- Maak na het plassen 3 keer en holle en een bolle rug. U kantelt hiermee uw bekken voor- en achterover. Ga weer in de juiste houding zitten en probeer daarna of er nog wat komt. Voorover buigen kan ook helpen om nadruppelen te voorkomen.
- Pers licht na ter controle
- Span de bekkenbodem aan om goed af te sluiten
Neem de tijd om te plassen, zodat de blaas zich goed kan legen. Als u 1,5 tot 2 liter water drinkt, is 6 tot 8 x per dag plassen normaal.
Ontlastingsadviezen (poepen)
Houding
- Ga ontspannen op het toilet zitten met een iets bolle/ronde rug.
- Voel met uw hand dat er geen holte meer is in uw rug.
- Let erop dat de schouders en de armen ontspannen zijn. Uw handen liggen op de bovenbenen.
- De voeten staan plat op de grond. U kunt eventueel een krukje gebruiken
- De knieën zijn ontspannen en iets uit elkaar.
Poepen
- Ontspan de bekkenbodem door uw anus en plasbuis goed los te laten.
- Adem rustig in en uit en voel dat uw onderbuik mee beweegt. Bij inademen bolt de buik op, bij uitademen wordt hij weer vlak.
- Neem altijd voldoende tijd.
- Laat de ontlasting (poep) rustig komen. Pers zo nodig zachtjes mee, terwijl u uitademt. Let erop dat de bekkenbodem goed ontspannen blijft. Als het goed is beweegt uw anus hierbij iets naar beneden.
- Als het poepen moeilijk gaat, kantel dan het bekken: maak tijdens de inademing een holle rug en tijdens de uitademing een bolle rug. Een krukje onder de voeten helpt vaak ook. Daardoor is de rug extra bol. De bekkenbodem ontspant zich dan beter.
- Span na afloop de bekkenbodem licht aan.