Strekspalk na operatie ziekte van Dupuytren

Na de operatie voor de ziekte van Dupuytren kan een strekspalk nodig zijn om uw vingers gestrekt te houden. De geopereerde vingers kunnen dan niet opnieuw krom gaan staan. 

De strekspalk

  • De gipsverbandmeester verwijdert de gipsspalk die u na de operatie heeft gekregen. 
  • Uw hand en operatiewond worden gecontroleerd. Daarna legt de gipsverbandmeester een strekspalk aan die ook af kan.
  • U moet de strekspalk ook ’s nachts dragen. 
  • Soms geeft uw arts of de gipsverbandmeester u een ander advies. De arts bepaalt daarnaast of u moet starten met therapie voor uw hand. Als therapie nodig is, dan regelt de gipsverbandmeester dit voor u. 

Wanneer contact opnemen

Neem in de volgende situaties telefonisch contact met ons op:

  • De vingers zien blauw of wit, of voelen koud aan.
  • De vingers kloppen, tintelen of voelen doof aan. 
  • U kunt de vingers niet of bijna niet bewegen.
  • De spalk doet pijn.
  • De spalk is gebroken of beschadigd.
  • Het gips is nat en slap geworden. 
  • De wond lijkt te ontsteken of is ontstoken.