Stabiliseren van de schouder

Een instabiele schouder betekent dat de kop van de bovenarm niet goed op de plek blijft zitten. Soms schiet de kop van de arm helemaal uit de kom. Dit heet luxatie of ontwrichting. De kop kan ook voor een deel uit de kom komen en weer terugschieten. Dit heet subluxatie. Door luxatie kunnen delen van het schoudergewricht scheuren of uitrekken. Ook andere weefsels kunnen beschadigen.

Instabiliteit van de schouder kan ontstaan door een ongeluk. Sommige mensen hebben een te soepel schoudergewricht, waardoor de schouder niet stevig is. Als fysiotherapie niet helpt, kan het schoudergewricht met een operatie stabiel gemaakt worden. De kop schiet niet meer zo makkelijk uit de kom.

Voorbereiding

Voordat u in het ziekenhuis wordt opgenomen, kunt u alvast wat zaken regelen, zoals:

  • Fysiotherapie
  • Mantelzorg, familieleden of kennissen die u na de operatie thuis ondersteunen met huishoudelijke taken en lichamelijke verzorging. 
  • Thuiszorg, als er huishoudelijke hulp nodig is vraagt u dit bij uw gemeente aan. 

De operatie

Verdoving

U krijgt altijd een plaatselijke en een algehele verdoving. 

2 manieren van opereren

  1. De rand van kraakbeen om de kom van de schouder is gescheurd: de rand wordt weer vastgezet. Daarmee blijft de kop beter in de kom. Deze operatie heet Bankart repair.
  2. Het gewrichtskapsel is uitgerekt: het kapsel wordt strakker gemaakt. Dat maakt het schoudergewricht weer steviger. Deze operatie heet een cupsulair shift. 

Na de operatie

  • U draagt de arm 4 tot 6 weken in een schouder immobiliser.
  • U mag geen actieve bewegingen met de schouder maken.
  • De arm mag alleen uit de immobiliser tijdens het douchen, aankleden en uitkleden.
  • De fysiotherapeut laat zien wat u wel mag doen met de schouder.
  • U krijgt oefeningen om de hand, pols en elleboog soepel te houden zonder dat dit schadelijk is voor de schouder.

Naar huis

Meestal blijft u na de operatie 1 nacht in het ziekenhuis.

Pijnstillers

In de eerste weken na de operatie kan de schouder pijnlijk zijn. Ook kunt u blauwe plekken door een bloeduitstorting hebben bij de wond. De schouder en de plek rond de wond kan dikker zijn en warm aanvoelen. U krijgt hiervoor pijnstillers. Als de pijn minder wordt, kunt u het gebruik van de pijnstillers afbouwen. 

Herstel

Het herstel duurt 3 tot 6 maanden.

Wanneer neemt u contact op

Neem contact op als u de volgende klachten krijgt:

  • Bloedende operatiewond.
  • Spontaan vocht lekken uit de wond.
  • Als u koorts krijgt, hoger dan 38,5 graden. 
  • Ontsteking van de wond. De wond is erg rood, dik en is pijnlijk..

Controles

  • U komt 2 tot 3 weken na uw operatie voor controle van de wond op de polikliniek.
  • Na 6 weken komt u naar de polikliniek voor het bespreken van het resultaat van de operatie en het verdere verloop van de behandeling.   

Complicaties

De volgende complicaties komen soms voor:

  • Nabloeding
    Het kan dan nodig zijn de schouder opnieuw te spoelen via dezelfde operatiewond.
  • Ontsteking van de wond
    De wond is erg rood, dik en pijnlijk.
  • Gevoelloos
    Het gebied rondom de operatiewond kan gevoelloos worden. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Soms zijn ze blijvend. 
  • Een vastzittende schouder
    Als u de schouder na de operatie niet genoeg kunt bewegen door de pijn, kan de schouder vast gaan zitten. Dit wordt ook frozen shoulder genoemd.

Leefregels

Deelnemen aan het verkeer

Autorijden en fietsen mag weer na 6 weken. Na 6 weken moet u er zeker van zijn dat u veilig en zonder pijn kunt rijden. Bespreek dit met uw orthopedisch chirurg of fysiotherapeut. 

Weer werken

Wanneer u weer aan het werk kunt hangt af van het soort werk dat u doet. Bespreek dit met de bedrijfsarts of de ARBO-arts.

Sporten

Na 6 maanden kunt u vaak weer beginnen met sporten. Het hangt wel af van de sport die u doet. Bespreek dit met uw orthopedisch chirurg of fysiotherapeut.

Vragen

Als u vragen of problemen heeft, kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulent tijdens het telefonisch spreekuur. Dit kan van maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 15.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.