Schouderoperatie

Met of zonder cuff-herstel

De schouder is een beweeglijk gewricht. 

Het schoudergewricht bestaat uit de kop van de bovenarm en een kom van het schouderblad. Om het gewricht zit een gewrichtskapsel en daar omheen lopen spieren en pezen. Dit wordt ook wel de cuff genoemd. De beweging in het schoudergewricht gebeurt door een groep van 4 spieren. Dit noemen we ook wel de rotator cuff.

Om de bovenarm soepel te laten bewegen zitten er slijmbeurzen rondom de pezen. Door de vorm van het schouderblad is de ruimte die de spieren en pezen hebben smal. Bij sommige mensen is de ruimte te smal om goed te bewegen. Het schouderblad zorgt dan voor irritatie waardoor de slijmbeurs gaat ontsteken. Bij een langdurige ontsteking, kan er een scheurtje ontstaan in de cuff. Een scheurtje kan ook ontstaan door een val. Door beknelde spieren en pezen en de ontstoken slijmbeurs kunt u de arm niet goed bewegen vanwege pijn.

Als fysiotherapie of pijnstillende en ontstekingsremmende medicijnen niet helpen, is soms een schouderoperatie nodig. Na de operatie heeft u minder pijn en u kunt de schouder weer beter bewegen.

Voorbereiding operatie

Voordat u in het ziekenhuis wordt opgenomen, kunt u alvast wat zaken regelen:

  • Fysiotherapie
  • Mantelzorg, familieleden of kennissen die u na de operatie thuis ondersteunen met huishoudelijke taken en lichamelijke verzorging. 
  • Thuiszorg voor persoonlijke verzorging. Als er huishoudelijke hulp nodig is vraagt u dit bij uw gemeente aan.

De operatie

  • U krijgt in ieder geval altijd een plaatselijke verdoving. Als het nodig is krijgt u er een algehele verdoving bij.
  • De orthopedisch chirurg maakt een kleine snee.
  • Aan de onderkant van het schouderblad wordt een stukje bot verwijderd. Soms haalt de arts ook kalkophopingen weg. De spieren, pezen en slijmbeurs hebben dan meer ruimte.

Reparatie cuff met herstel

Als er een scheurtje in de cuff zit wordt dat tijdens de operatie gehecht. De hechting zorgt ervoor dat de scheur kan genezen.

Het hechten van het peesweefsel kan niet altijd:

  • Het peesweefsel is van slechte kwaliteit.
  • De pees is te ver teruggetrokken.

Na de operatie

Naar huis

Meestal blijft u na de operatie 1 nacht in het ziekenhuis.

Weer werken

U kunt met de bedrijfsarts bespreken wanneer u weer kunt werken.

Herstel

De eerste tijd na de operatie zal uw schouder en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt langzaam minder. Ook heeft u mogelijk blauwe plekken bij de wond. Deze verdwijnen vanzelf.

Na reparatie cuff met herstel
  • U draagt de arm 6 weken in een draagband.
  • U beweegt de schouder niet actief.
  • De fysiotherapeut laat zien hoe u wel mag oefenen met de schouder. U krijgt ook oefeningen om de hand, pols en elleboog soepel te houden zonder dat dit schadelijk is voor de schouder.
  • De totale revalidatie kan 6 tot 12 maanden duren.
Na reparatie zonder cuff herstel

Soms blijkt tijdens de operatie dat de cuff niet hersteld kan worden. Dan zijn onderstaande leefregels van toepassing:

  • U draagt de arm in een draagband.
  • Het is belangrijk om regelmatig te oefenen.
  • Oefen eerst onbelast. Dat wil zeggen met wat hulp van buitenaf. Uw gezonde arm kan dan samen met de geopereerde arm oefenen.
  • Herhaal de oefeningen 3 keer per dag.
  • Ga bij de oefeningen niet voorbij uw pijngrens.
  • Na 2 weken krijgt u hulp van de fysiotherapeut.
  • Als de pijn minder wordt mag de draagband steeds vaker af. 

Bewegen

  • Gebruik de eerste 3 weken de geopereerde arm alleen voor lichte activiteiten onder schouderhoogte. U kunt bijvoorbeeld eten, wassen en schrijven. 
  • Als u genoeg spierkracht en beweeglijkheid heeft opgebouwd, mag u vanaf 3 weken na de operatie steeds meer bewegingen gaan doen. Bespreek dit altijd met uw orthopedisch chirurg of fysiotherapeut.                                                                                           

Controles

2 tot 3 weken na uw operatie komt u voor controle van de wond bij de orthopedieconsulent.

Na 6 weken komt u naar de polikliniek voor het bespreken van het resultaat van de operatie en het verdere verloop van de behandeling.   

De uitnodigingen voor de controleafspraken krijgt u thuisgestuurd of via e-mail.

Complicaties

De volgende complicaties komen soms voor:

  • Nabloeding
    Het kan dan nodig zijn de wond te spoelen via de operatiewond.
  • Infectie van de wond
    De wond is rood, dik en doet pijn.
  • Gevoelloos
    Het gebied rondom de operatiewond kan gevoelloos worden. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Soms zijn ze blijvend.
  • Een vastzittende schouder
    Als u de schouder na de operatie niet genoeg kunt bewegen door de pijn, kan de schouder vast gaan zitten. Dit wordt ook frozen shoulder genoemd. Het kan zijn dat uw schouder onder volledige verdoving wordt doorbewogen.

Wanneer neemt u contact op

Neem meteen contact op met de orthopedieconsulent of de polikliniek Orthopedie als u de volgende klachten krijgt:

  • De operatiewond gaat lekker
  • De wond wordt rood en voelt warm aan.
  • De wond gaat steeds meer pijn doen, ook al bent u minder gaan bewegen.
  • Koorts, dit is een temperatuur van meer dan 38 graden.

Oefeningen voor thuis

Circumductie-oefening

  • U mag de draagband afdoen.
  • U staat voorovergebogen.
  • U steunt op uw niet geopereerde arm, bijvoorbeeld op een tafel.
  • Uw geopereerde arm hangt ontspannen naar beneden.
  • Draai ontspannen rondjes met uw geopereerde arm.
  • Doe dit 1 minuut. 
  • Herhaal deze oefening 3 keer.
  • Doe de draagband weer om. 
  • U mag deze oefening vaker per dag doen.

Pendeloefening

  • U mag de draagband afdoen.
  • U staat voorovergebogen.
  • U steunt op uw niet geopereerde arm, bijvoorbeeld op een tafel.
  • De geopereerde arm hangt ontspannen naar beneden.
  • Beweeg de geopereerde arm ontspannen van voor naar achteren naast het lichaam. Doe dit 30 seconden.
  • Beweeg de geopereerde arm ontspannen van links naar rechts voor het lichaam langs. Doe dit 30 seconden.
  • Herhaal deze oefening 3 keer.
  • Doe de draagband weer om. 
  • U mag deze oefening vaker per dag doen.