Opheffen vernauwing in de plasbuis met een operatie

Om de vernauwing in de plasbuis op te heffen, wordt het littekenweefsel in de plasbuis ingesneden.

Deze operatieve ingreep heet een operatie volgens ‘Sachse’ of ‘Otis’.

  • Zit de versmalling in het midden of hoog in de plasbuis? Dan krijgt u een Sachse-operatie. De uroloog gebruikt een kijkinstrument bij de operatie.
  • Zit de versmalling laag in de plasbuis of in de hele plasbuis? Dan krijgt u een Otis-operatie. Dan is een kijkinstrument niet nodig.

Voorbereiding operatie

Graag 48 uur voor de operatie de plek waar u wordt geopereerd scheren.

Opnameduur
U wordt voor deze ingreep 2 tot 3 dagen opgenomen. Als er meer voorbereidingen nodig zijn kunt een dag voor de operatie opgenomen worden. 

De operatie

De dag van de operatie

  • U krijgt een infuus voor extra vocht en medicijnen.
  • U krijgt een soort knijper op uw vinger om de hoeveelheid zuurstof in het bloed te meten.
  • U krijgt elektroden op uw borst om uw hartritme te kunnen controleren tijdens de operatie.

Sachse urethratomie

  • Via de plasbuis wordt een kijkinstrument ingebracht. Dit is een hol buisje waardoor instrumenten kunnen worden ingebracht.
  • Het kijkinstrument wordt ingebracht tot aan de vernauwing. 
  • Met een verschuifbaar mesje maakt de uroloog kleine sneetjes in de vernauwing.

Otis urethratomie

  • Hierbij wordt de plasbuis met een instrument opgespannen voor zover de vernauwing dat toelaat.
  • Met een klein mesje dat parallel aan dat instrument beweegt, maakt de uroloog kleine sneetjes, waardoor de plasbuis vernauwing wordt opgeheven.

Na de operatie

Direct na de operatie

  • Wordt bijgehouden wanneer u voor het eerst heeft geplast.
  • Krijgt u medicijnen tegen de pijn. Houdt u toch pijn, dan kunt 
    u dit tegen de verpleegkundige zeggen. In overleg met de arts kunnen sterkere pijnstillers gegeven worden.
  • Kort na de operatie mag u weer eten en drinken. Als dit goed gaat wordt daarna uw infuus eruit gehaald.
  • U mag deze dag nog niet uit bed.

Plassen

Direct na de operatie heeft u een slangetje (katheter) in de blaas. Via dit slangetje loopt de urine uit de blaas in een zak. U hoeft dan niet zelf te plassen. Zo kan de wond tot rust komen.

De urine kan in het begin wat rood zijn.

Een enkele keer kan het slangetje het gevoel geven dat u constant moet plassen.

Het slangetje kan ook pijn veroorzaken aan de top van de penis. Dit wordt ‘blaaskramp’ genoemd. Als u last heeft van blaaskramp, zeg dit dan tegen de verpleegkundige.

De eerste dag na de operatie

Meestal wordt de eerste dag na de operatie de katheter verwijderd als 
de urine helder is. U gaat weer zelf plassen.

In het begin kan het plassen een branderig gevoel geven. Door goed te drinken (ongeveer 2 liter) spoelt u de blaas en verdwijnen deze klachten meestal snel. Ook kan er in het begin ook wat bloed bij de urine zitten.

Verder kunt u zichzelf verzorgen en mag u uit bed. Als het plassen goed gaat, mag u de eerste dag na de ingreep naar huis.

De uitslag

6 weken na uw operatie heeft u een controleafspraak bij de uroloog. U moet bij deze afspraak met een volle blaas komen.

Risico's en complicaties

Bij elke ingreep, hoe klein ook, kunnen er problemen optreden. Deze 
complicaties kunnen bestaan uit een infectie of een nabloeding. U start 
bij opname in het ziekenhuis met antibiotica om de kans op 
een infectie te verkleinen.Tijdens de opname op de afdeling wordt 
bekeken of het bloedverlies vanuit de plasbuis onder controle is.

U moet contact opnemen als:

  • U aanhoudende (buik)pijn hebt, die niet verdwijnt met gebruik 
    van de voorgeschreven pijnstillers, zoals 4 maal daags- om 
    de 6 uur- 2 tabletten paracetamol van 500 mg.
  • U hevig bloedverlies hebt uit de plasbuis of grote bloedstolsels 
    uitplast
  • U koorts hebt boven de 38.5 °C of langer dan 24 uur vanaf 38 °C.


Opnieuw een vernauwing
Na een Sachse of Otis operatie bestaat de kans dat de vernauwing in 
de plasbuis terugkeert. Het is vaak moeilijk te voorspellen hoe snel dit gebeurt. Als gevolg van de operatie ontstaat er namelijk weer littekenweefsel in de plasbuis. Dit littekenweefsel kan voor een nieuwe vernauwing zorgen. Soms blijven deze vernauwingen terugkeren. Uw uroloog bespreekt met u wat u het beste kunt doen.

Om een nieuwe vernauwing te voorkomen, is het noodzakelijk om de doorgang van de plasbuis open te houden. Dit kan door middel van een katheter (slangetje) dat wordt opgevoerd tot voorbij de vernauwing. Dit wordt dilateren (verwijden) genoemd. Door dit zelf dagelijks een of meerdere keren te doen blijft de plasbuis doorgankelijk. De katheter hoeft niet tot in de blaas te worden ingebracht. Uw uroloog bespreekt voorafgaand aan de ingreep met u de kans op het ontstaan van deze klachten.