Ooglidcorrectie te laag bovenooglid (ptosis)

Ptosis

Goed kunnen zien hangt voor een deel af van de positie en functie van de oogleden. Ook hebben de oogleden grote invloed op het uiterlijk. Er bestaan meerdere afwijkingen aan de bovenoogleden en onderoogleden. Een van deze afwijkingen is een te laag bovenooglid. Dit wordt ook ptosis genoemd. Een te laag bovenooglid kan er vanaf de geboorte zijn. Het kan ook op volwassen leeftijd ontstaan. Vaak kan de oogarts zelf opereren. Soms verwijst de oogarts u door naar een gespecialiseerd centrum voor ooglidchirurgie.

Goed om te weten

Meld uw medicijngebruik aan de oogarts. Ooglidoperaties kunnen niet altijd bij het gebruik van bloedverdunnende middelen. Ook andere medicijnen kunnen invloed hebben op de operatie.

Aangeboren te laag bovenooglid

Een te laag bovenooglid kan al vanaf de geboorte aanwezig zijn. In medische termen wordt dit ptosis congenitalis genoemd.

Er zijn ook vaak andere oogafwijkingen, zoals scheelzien. Dit kan leiden tot een lui oog. Het is belangrijk dat een oogarts het kindje dan in de eerste 6 levensmaanden onderzoekt.

Oorzaak

De spier die het ooglid moet optillen is niet goed ontwikkeld.

Operatie

Als het hangende ooglid de pupil wel bedekt kan dit leiden tot een lui oog. Dit gebeurt niet bij opereren op jonge leeftijd.

Als het hangende ooglid de pupil niet bedekt, kan opereren op latere leeftijd.

Kinderen opereren gebeurt onder algehele verdoving (narcose), ze merken dan niets van de operatie.

Risico's

Een operatie kan wel de hoogte van het ooglid aanpassen. Het brengt niet de beweeglijkheid van het ooglid terug. Vaak blijft er verschil in beweeglijkheid tussen de oogleden zichtbaar.

Op volwassen leeftijd

Een te laag bovenooglid dat op volwassen leeftijd ontstaat wordt in medische termen ook wel verworven ptosis genoemd.

Oorzaken

  • De spier die het ooglid moet optillen wordt zwakker door ouder worden.
  • De spier die het ooglid moet optillen laat los door het een lange tijd dragen van (harde) contactlenzen.
  • Heel soms komt het door een spierziekte of afwijkingen van de zenuwen.

Operatie

Als er is besloten om te opereren, worden er eerst nog enkele foto's gemaakt van de stand van uw ooglid. Deze worden gebruikt om te bepalen of uw ingreep vergoed wordt door uw verzekering. Daarna kan de ingreep worden ingepland.

Het weer vastmaken van de spier gebeurt via een klein sneetje in het bovenooglid. Dit kan onder plaatselijke verdoving.

Een verschil in hoogte tussen beide oogleden van 2 millimeter of minder na de operatie is een goed resultaat.

Meestal worden eventuele hechtingen na 1 week verwijderd op de polikliniek Oogheelkunde.

Risico's

  • Na de operatie kan er een verschil van meer dan 2 millimeter in hoogte zijn. Dan is er een tweede operatie nodig.
  • Soms kan het hoornvlies uitdrogen omdat het oog minder goed sluit. Dit kan een vervelend gevoel geven. U krijgt dan oogdruppels, gel en zalf.
  • Na de operatie wordt het ooglid blauw. U kunt dit verminderen door de dag van de operatie het geopereerde gebied te koelen.
  • U kunt een infectie aan het ooglid krijgen.
  • U kunt een bloeding aan het ooglid krijgen.

Contact opnemen

  • Als het oog na de operatie naar voren komt.
  • Als het oog na de operatie zeer slecht gaat zien.