Neuscorrectie

Bij een neuscorrectie corrigeert de keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) de vorm van de neus aan de buiten- en binnenkant. De neus bestaat uit bot, kraakbeen, weke delen en huid. Een neuscorrectie is soms nodig om de functie van de neus te verbeteren. Meestal gaat het dan om het verminderen van neusverstoppingsklachten.  Een neuscorrectie wordt ook verricht in verband met cosmetische wensen. Bijvoorbeeld het opheffen van scheefstand of bochel op de neus en het corrigeren van de vorm van de neuspunt.

Voorbereiding

Als u een neuscorrectie overweegt, is het belangrijk dat u realistische verwachtingen heeft over de resultaten van de operatie. De vorm van uw neus verandert definitief. Uw KNO-arts vertelt u meer over de mogelijkheden en onmogelijkheden van uw neuscorrectie. 

Een perfect resultaat kunnen wij nooit garanderen. Het doel van de operatie is vooral een verbetering aanbrengen in uw bestaande situatie. Het resultaat kan anders zijn dan u zich heeft voorgesteld. Daarom is het belangrijk dat u uw wensen in het gesprek met de KNO-arts voor de operatie nauwkeurig bespreekt. Zo krijgt u een duidelijk beeld wat u wel en niet kunt verwachten van de ingreep.

De behandeling

De KNO-arts voert de neuscorrectie uit onder volledige narcose. De arts  snijdt aan de binnenkant van uw neus. Heel zelden is het nodig dat de KNO-arts ook aan de buitenkant snijdt. Dat bespreekt de arts voor de operatie met u. Via de binnenkant kan de KNO-arts de binnen- en de buitenkant van uw neus veranderen.

Na de behandeling

Na de operatie zit er een kapje op uw neus en heeft u tampons in uw neus. U kunt de eerste dagen niet door uw neus ademen. De KNO-arts verwijdert de tampons na 2 tot 3 dagen. Het kapje op uw neus mag er meestal na 5 dagen af.

Na het verwijderen van de tampons is het nodig zalf in uw neus te gebruiken. Door de zalf vermindert de korstvorming in uw neus en dit versnelt de genezing. Over het algemeen valt de pijn na de operatie mee. U kunt eventueel een pijnstiller innemen (bij voorkeur paracetamol).

Na de operatie kunt u last hebben van:

  • Een gezwollen gezicht.
  • Een bloeduitstorting bij de oogleden. Dit veroorzaakt een zwelling met blauwe/paarse verkleuring. De verkleuring kan enkele weken zichtbaar blijven.
  • Een gezwollen neus. Dit kan enkele maanden blijven.
  • Tijdelijke gevoelloosheid van de neus en bovenlip.

Wij adviseren u de volgende leefregels goed in acht te nemen:

  • U mag de eerste weken niet uw neus snuiten. Voorzichtig 'ophalen'mag wel. 
  • U mag de eerste weken geen zware lichamelijke inspanningen uitvoeren. Denk aan sport en zwaar tillen. 

 

Resultaat

Elke operatie kent risico's. Complicaties direct na een neuscorrectie komen zelden voor, maar kunnen zijn:

  • een nabloeding
  • een ontsteking van de wond
  • een verstoorde wondgenezing

Het kan voorkomen dat na verloop van tijd de neus toch weer iets in de oorspronkelijke stand gaat staan. Ook komt het voor dat de neus niet helemaal symmetrisch is. 

Het resultaat van de operatie wordt ook beïnvloedt door de kwaliteit van het weefsel van de neus (bijvoorbeeld de dikte van de huid) en van de uitgangspositie van de neus. In een uitzonderlijk geval is een tweede operatieve correctie nodig.