Neusbijholte operatie

Een neusbijholte operatie kan om verschillende redenen nodig zijn. De belangrijkste voorkomende reden is een chronische ontsteking.

De neusbijholten bevinden zich boven en naast de neus in de holle ruimten van het hoofd. Ze staan in directe verbinding met de neusholte. Wanneer een ontsteking aan de neusbijholten niet geneest, ondanks intensieve therapie met bijvoorbeeld medicijnen of spoelingen, dan spreekt men van een chronische ontsteking. Een chronische ontsteking kan gepaard gaan met het ontstaan van neuspoliepen. Het kan een opzichzelfstaande ontsteking zijn van één bijholte, maar er kunnen ook meerdere bijholten tegelijk ontstoken zijn. Vooral in het geval van een chronische ontsteking van de zeefbeenholten kunnen ook de kaakholten en eventueel zelfs de voorhoofdsholten geblokkeerd en ontstoken raken.

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk, dus ook bij een operatie aan een neusbijholte. Deze verdoving kan algeheel (narcose) of plaatselijk zijn. In beide gevallen voelt u geen pijn de ingreep. Uw KNO-arts bespreekt met u, wat in uw geval het beste is.

Voor een goed zicht op het operatiegebied maakt de keel-, neus- en oorarts gebruik van een endoscoop. Dit is een klein buisje met verschillende lenzen, waardoor nauwkeurig de inhoud van de neus bekeken kan worden.

Kijkend door de endoscoop die via de neusopening is ingebracht, kan de arts met speciale instrumenten de ontstoken neusbijholten open leggen. De endoscoop maakt het mogelijk om tijdens de  operatie goed te zien waar de ontsteking zit en welke gebieden met rust gelaten kunnen worden.

Omdat de operatie via de neusholten gaat ontstaan er geen 
uitwendige littekens. 

Na de operatie begint de genezing dan pas, omdat de ontsteking dan pas voor het eerst de neusbijholten kan verlaten. Uw KNO-arts vertelt u wat u moet doen om deze reiniging te bevorderen. 

De eerste dagen na de operatie kan er een beetje vers bloed of wat bloederig slijm uit de neus komen. Soms kunnen zelfs oude bloedresten de neus verlaten. Dit stopt meestal na enige tijd vanzelf. Daarnaast is het belangrijk dat u de volgende regels volgt:

• Het schoonhouden (spoelen) van de neus is erg belangrijk. Dit kunt u doen met een zoutoplossing. Dit kunt u zelf maken door een afgestreken theelepeltje keukenzout op te lossen in een glas van ongeveer 200 milliliter lauw water. U krijgt op de polikliniek instructies hoe te spoelen. Door het spoelen zal de bekleding van de holten sneller genezen.
• Til geen zware voorwerpen.
• Pers niet te hard bij de ontlasting.
• Snuit de eerste drie dagen na de operatie uw neus niet.
• Open uw mond als u moet niezen; er ontstaat dan minder druk in de neus. Als u nog tampons in de neus heeft kan een niesbui geen schade veroorzaken.
•  Douche niet te heet.
• Laat uw eten en drinken afkoelen, voordat u het gebruikt.
• Maak geen gebruik van sauna en/of zonnebank.
• Ga de eerste drie dagen niet in de zon zitten. 

U moet direct contact opnemen als:

• de neus gaat bloeden
• u koorts krijgt boven de 38,5°C
• de pijn toeneemt.

Er zijn verschillende redenen om een operatie aan de bijneusholten uit te voeren. Daarom verschilt het per patiënt wat het resultaat is. Uw arts zal zo zorgvuldig mogelijk proberen in te schatten, hoe groot in uw geval de kans is op afname van de klachten. Ook het risico van complicaties wordt hierbij meegewogen.

Het kan gebeuren dat na een operatie aan de neusbijholten de klachten niet afnemen of dat de klachten later weer terugkomen. Bij sommige mensen wordt dan vaker een endoscopische neusbijholte-operatie gedaan. 

Bij iedere operatie, kunnen complicaties optreden. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding. Bij een operatie aan de neusbijholten komen complicaties niet vaak voor.