Leefregels na een pacemakerimplantatie

Adviezen en leefregels voor het leven met een pacemaker.

Na de operatie

In de eerste week thuis na de operatie:
  • U mag uw bovenarm aan de geopereerde kant tot schouderhoogte bewegen;
  • vermijd rekken, strekken, bewegingen boven schouderhoogte, tillen, het kracht gebruiken;
  • U mag de onderarm vrij bewegen;
  • houdt uw arm voor uw lichaam, om spanning op de geleidingsdraden van uw pacemaker te voorkomen.
Ná de eerste week
  • De eerste 6 weken mag u geen zware voorwerpen dragen en geen zwaar werk doen, bijvoorbeeld ramen wassen, stofzuigen of vuilnis buiten zetten.
  • Maak geen schokkende bewegingen en zorg dat er geen harde stoten of botsingen tegen de pacemaker komen.
  • Na 6 tot 8 weken mag u de arm weer boven schouderhoogte laten komen.
  • Wandelen mag wel, maar zwaar inspannen nog niet.
  • Na 6 tot 8 weken kunt u de normale activiteiten weer oppakken.
Controle
  • Na 7 tot 10 dagen komt u voor de wondcontrole bij de pacemakertechnicus.
  • Na 2 maanden heeft u een gecombineerde afspraak bij de pacemakertechnicus en de cardioloog.
  • Na 6 maanden heeft u nog een controle bij de pacemakertechnicus.
  • Als er geen bijzonderheden zijn, dan komt u 1 keer per jaar bij de cardioloog voor controle.

U krijgt van de pacemakertechnicus een pacemakerpas, zodat u kunt laten zien dat u een pacemaker draagt. 

Medicijnen

U mag bij pijn, afhankelijk van de heftigheid, tot maximaal 8 tabletten paracetamol van 500 milligram verspreid over de dag innemen.

Complicaties

Er kan een blauwe plek ontstaan. Die trekt vanzelf weg, maar dat kan langer dan 1 week duren. 

Wondgenezing

  • De wond is gehecht met hechtingen die vanzelf oplossen.
  • Zorg dat uw wond na de ingreep schoon en droog blijft. Het wondje de eerste week droogdeppen, niet wrijven.
  • Als de wond niet meer bloedt hoeft er geen pleister meer op en als de wond droog is kunt u gewoon douchen.

Neem contact op als:

  • de wond ontstoken lijkt: roodheid, zwelling, koorts en pijn;
  • de wondranden openspringen;
  • er plotseling vocht- en/of bloed uit de wond komt;
  • de wond slecht geneest;
  • de pacemaker of geleidingsdraden naar buiten komen;
  • de pacemaker verschuift;
  • u een bonzend gevoel in het hoofd of buik heeft of last heeft van duizeligheid en blijvende vermoeidheid.

Bij problemen aan de pacemaker neemt u contact op met de pacemakertechnicus via 0344 72 66 56.

Bij wondproblemen neemt u contact op met de polikliniek Cardiologie.

Er zijn patiëntenverenigingen die met hun activiteiten helpen met het verwerken van deze gebeurtenis en met het meer bewegen of sporten. Ook een partner is van harte welkom. 

de Nederlandse Hartstichting(https://www.hartstichting.nl/over-ons/patientenorganisaties)
Harteraad(https://harteraad.nl/aandoeningen/10-meest-gestelde-vragen-pacemaker/)

Veelgestelde vragen

In de meeste gevallen kunt u na ongeveer 1 week weer gaan werken. Wanneer u zwaar lichamelijk werk verricht, is het beter dat u nog wat langer wacht. Bespreek dit met de cardioloog.

De pacemaker werkt met een lage energiestroom, alleen het weefsel van het hart is hier gevoelig voor. Als u toch een raar gevoel heeft, zoals een aanhoudende ‘hik’, ga dan naar de cardioloog.

De pacemakertechnicus kan altijd precies bepalen hoeveel energie de batterij nog heeft als u regelmatig op de afgesproken controles komt. 

Bij elke opname in een ziekenhuis of bezoek aan een arts, is het steeds nuttig te zeggen dat u een pacemaker draagt. Als u een MRI-onderzoek krijgt, overleg dan eerst met de pacemakertechnicus. Niet alle pacemakers kunnen door een MRI-scanner. Ook is het goed om de fysiotherapeut, tandarts en de schoonheidsspecialiste te vertellen dat u een pacemaker draagt. Hierdoor kunnen zij vermijden dat apparaten met elektromagnetische velden in de buurt van de pacemaker komen.

Ja, maar zorg ervoor dat de telefoon nooit rechtstreeks tegen uw pacemaker wordt gehouden. Als u belt, gebruik uw telefoon dan aan de andere zijde dan waar de pacemaker in uw lichaam zit.

Na 14 dagen mag u weer zelf autorijden. Het dragen van een veiligheidsgordel blijft verplicht!

Ja, pacemakers zijn tegen externe invloeden beschermd. Maar vertel wel altijd aan de veiligheidsmedewerkers dat u een pacemaker draagt, omdat de veiligheidsdetector kan worden geactiveerd door het metalen omhulsel van de pacemaker. Zorg er daarom voor dat u altijd uw pacemakerpas bij u draagt.

Zorg op vakantie altijd voor een verklaring in meerdere talen (in ieder geval in het Engels), waarin staat dat u een pacemaker heeft. Wanneer u dan iets overkomt, kan men daar rekening mee houden. Neem ook als u op vakantie gaat, uw pacemakerpas mee.

Als de pacemaker eenmaal goed vastzit, zijn er geen beperkingen wat betreft bewegen van de armen of schouders. Na 6 weken mag u weer gaan sporten. Na 1  week mag u wel weer fietsen en wandelen. Contactsporten (zoals judo, boksen en rugby) liever niet meer. 

De inspanning tijdens vrijen is te vergelijken met 2 trappen lopen. Als u zonder problemen trappen kunt lopen, dan geldt voor u geen beperking. 

Ja, een zwangerschap hoeft met een pacemaker geen specifieke problemen op te leveren. Tijdens de zwangerschap en bij het bevallen wordt er geen ander ritme van uw hart gevraagd dan ervoor of erna. Bespreek een kinderwens met de cardioloog.

Sommige mensen hebben er helemaal geen problemen mee. Anderen worden er wat onzeker en angstig van. Ook partners kunnen angstig en onzeker worden. Praat hier met elkaar en anderen over.

Bij overlijden blijft de pacemaker impulsen uitzenden, maar deze hebben geen effect meer op het hart. Als u na het overlijden wordt gecremeerd is het wettelijk verplicht om voor crematie de pacemakerbatterij te verwijderen. Als u wordt begraven, is dit vanwege het milieu wenselijk. Nabestaanden moeten de uitvaartverzorger over de pacemaker vertellen.