Na een gynaecologische operatie herstelt de 1 sneller dan de ander. Soms is er een complicatie waardoor het langer duurt. Deze leefregels en adviezen helpen u goed te herstellen na de operatie. Als bepaalde activiteiten nog erg pijnlijk of vermoeiend zijn, gun het lichaam dan de tijd om te herstellen.
Algemene adviezen
Pijn
Gebruik na de operatie nog een paar dagen paracetamol: 4 keer per dag 2 pillen van 500 milligram.
Als dat niet genoeg werkt kunt u daarnaast 3 keer per dag 1 pil van 400 milligram ibuprofen of 3 keer per dag 1 pil van 250milligram naproxen gebruiken. Soms mag u geen ibuprofen of naproxen gebruiken door een andere ziekten of een allergie.
U kunt de pijnstillers bij de drogist kopen. Soms schrijft uw arts u (ook) andere pijnstillers voor.
Probeer liever niet te vroeg uit of u al zonder pijnstillers kunt.
Poepen
Let op dat uw poep zacht blijft. Zo komt er niet te veel druk op het wondgebied te staan. Als u naar huis gaat, krijgt u soms een recept mee voor de darmwerking.
Drink gemiddeld 2 liter per 24 uur. Eet voedingsmiddelen die ervoor zorgen dat u naar de wc kunt. Lukt het poepen toch niet, neem dan contact met ons op.
Bloedverlies/afscheiding
Als de baarmoeder is verwijderd, kunt u de eerste weken nog last hebben van bloedverlies of bloederige afscheiding. Dit is van de wond in het lichaam. Als het bloedverlies meer is dan bij een normale menstruatie, moet u bellen.
U mag met de douche de buitenkant van de vagina schoonspoelen, maar u mag niet in uw lichaam spoelen.
Wond/hechtingen
De wond is gesloten met hechtingen die vanzelf oplossen. Ze hoeven niet verwijderd te worden. De pleister op de wond mag u tijdens uw eerste douche verwijderen. Soms zitten er ook zwaluwstaartjes op de wondjes, deze mogen maximaal 1 week blijven zitten.
Douchen
U kunt meteen na de operatie weer onder de douche. Wacht met het nemen van een bad tot de wondjes droog zijn en mogelijk bloederige afscheiding uit de vagina is gestopt.
Autorijden
U kunt langzamer reageren, vooral als u een algehele verdoving heeft gehad. U moet goed kunnen reageren in een noodsituatie. Bovendien moet zitten niet meer pijnlijk zijn.
We geven per operatie een advies wanneer u weer zou kunnen autorijden.
Werk
Gemiddeld beginnen vrouwen na 6 weken weer met hun baan buitenshuis. Wanneer ú weer kunt beginnen, is afhankelijk van het werk dat u doet. Een zittend beroep kan vaak sneller weer dan lichamelijk (zwaar) werk. Normaal gesproken maakt uw bedrijfsarts met u samen een plan voor weer beginnen met werken.
Leefregels
Eerste 6 weken na de operatie:
- Seks hebben
- Baden of zwemmen
- Tampons gebruiken. Gebruik liever maandverband en verwissel dit minimaal 3 keer per dag.
Eerste 2 weken na de operatie
Wat mag wel
- Gun uzelf genoeg rust.
- U begint met uzelf te verzorgen.
- U mag de trap op om naar bed te gaan.
- U mag 15 minuten achter elkaar lopen of staan, als dat lukt zonder te veel klachten.
Wat mag niet
- U mag niet zwaar tillen.
- U mag geen boodschappen en huishoudelijk werk doen.
Week 3 en 4
Wat mag wel
- U mag zelf maaltijden bereiden.
- U mag 15 minuten wandelen.
- U mag licht huishoudelijk werk doen.
Wat mag niet
- U mag nog niet zwaar tillen.
- U mag niet fietsen, autorijden raden we af.
Week 5 en 6
- U mag huishoudelijk werk doen, als dat lukt zonder te veel klachten.
- U mag tot 10 kilo tillen.
- U mag fietsen en autorijden, als u zich daar goed genoeg voor voelt.
- U mag langere wandelingen maken.
Na week 6
- U mag uw normale activiteiten weer doen, maar bouw alles rustig op.
- U mag weer sporten, maar bouw altijd rustig op.
- U mag weer seks hebben, baden, zwemmen en tampons gebruiken.
Controle
U krijgt meestal ongeveer 6 weken na de operatie een afspraak met de gynaecoloog. Soms een paar weken eerder, soms later. Dit is afhankelijk van de operatie die u heeft gehad. U bespreekt dan hoe het herstel is gegaan, of de operatie heeft geholpen en of er nog een aanvullende behandeling of controle nodig is.
Als er weefsel is onderzocht, krijgt u daar meestal na 2 tot 3 weken de uitslag van, via de telefoon.
Wanneer contact opnemen
Neem in de volgende situaties contact op met het ziekenhuis:
- U krijgt problemen met plassen of kunt helemaal niet meer plassen.
- U denkt dat u een blaasontsteking heeft.
- U heeft een ruggenprik gehad en krijgt thuis last van erge hoofdpijn. Dit voelt u vooral als u overeind komt.
- De wond begint te bloeden of wordt onder de huid flink dikker.
- De huid wordt een paar dagen na de operatie rondom de wond rood en/of voelt warm aan.
- U krijgt koorts. De temperatuur is dan hoger dan 38,5 graden.
- U krijgt veel pijn en de pijnstillers helpen niet genoeg.
Let op
Als u thuis problemen krijgt moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
Na de eerste controle bij de polikliniek belt u bij problemen de huisarts of huisartsenpost.