Iedereen ademt 24 uur per dag. We zijn ons hiervan niet bewust. Totdat het ademhalen opeens veel inspanning kost. Dit kan bijvoorbeeld als iemand een ziekte heeft aan de longen. Bij ernstige ziekten kunnen de longen niet meer genoeg zuurstof opnemen en/of koolzuur afstaan. Dan is het nodig om iemand aan te sluiten op een beademingsapparaat. Dit apparaat voorziet, door middel van overdruk, de longen van voldoende zuurstof en lucht. Hierdoor wordt het ademhalen gemakkelijker en minder inspannend. Mensen kunnen op verschillende manieren worden beademd, waaronder met een masker. Dit is de non-invasieve beademingsvorm.
De behandeling
‘Non-invasief’ betekent dat er geen beademingsbuis in de luchtpijp wordt gebracht. De patiënt krijgt een masker over de neus en de mond. Het masker zit vrij strak. Dit is nodig voor een goede beademing.
De patiënt ademt zelf. Het masker is verbonden met een beademingsapparaat. Lucht en zuurstof worden naar de patiënt geblazen. De machine wordt zo ingesteld dat de longen voldoende zuurstof krijgen. De patiënt hoeft zich dus niet in te spannen. Bij het uitademen geeft de machine lichte tegendruk. Hierdoor wordt de zuurstof beter opgenomen en stijgt het zuurstofgehalte in het bloed. Als er delen van de longen zijn samengevallen zorgt de tegendruk er ook voor
dat de longblaasjes zich weer openen. Als er vocht in de longen aanwezig is, zorgt de tegendruk van de beademing er mede voor dat dit vocht terug de bloedbaan in gaat
Bij het starten van de beademing blijft de verpleegkundige bij de patiënt in de buurt. Hij of zij houdt in de gaten hoe de beademing gaat en of het masker voldoende aansluit op het gezicht. Het apparaat kan regelmatig een alarm geven. De alarmen zijn voor de verpleegkundige. Hij of zij kijkt dan of de instellingen aangepast moeten worden.
Tijdens de behandeling voert de verpleegkundige regelmatig controles uit zoals de bloeddruk, de hartslag en de hoeveelheid zuurstof in het bloed. Ook zal een aantal keer bloed worden afgenomen.
Na de behandeling
Het beademen kan enkele uren tot enkele dagen duren. Als de situatie verbetert, kan de patiënt zonder beademingsmasker. De ademhalingsondersteuning met het masker bouwen we in stappen af. Dat is voor iedere patiënt verschillend. Als de non-invasieve beademing geen effect heeft besluit de arts om een beademingsbuis in te brengen en gaat de patiënt aan de invasieve beademing.
Voordelen van non-invasieve beademing
Bij de non-invasieve beademing krijgt de patiënt geen beademingsbuis in de luchtpijp. Dat heeft de volgende voordelen:
- De patiënt is aanspreekbaar en kan ook zelf praten tijdens de non-invasieve beademing. Mensen die een beademingsbuis hebben, kunnen niet praten en worden ook vaak in slaap gehouden met medicijnen.
- Non-invasieve beademing kan op elk moment gestopt en gestart worden. Hierdoor kan de patiënt afwisselend zelf ademen of ademen met behulp van de beademingsmachine.
- Afhankelijk van de situatie kan de patiënt zelf eten en drinken. Mensen die een beademingsbuis hebben, eten met behulp van een maagslang (sondevoeding).
Risico's van non-invasieve beademing
- Er kan een drukplek op de neusbrug ontstaan. Door het gebruik van een speciale pleister wordt een drukplek zo veel mogelijk voorkomen. Soms ontstaat er een drukplek op de kin of op het voorhoofd.
- De ogen kunnen geïrriteerd raken door lekkage van lucht langs het masker.
- Doordat er tegendruk op het masker staat, kan de patiënt lucht inslikken, soms misselijk worden en in zeldzame gevallen overgeven. Bij het overgeven is er een kans dat het braaksel in de luchtwegen terechtkomt, waardoor er een longontsteking kan ontstaan. Om dit te voorkomen krijgt de patiënt een maaghevel. Dit is een slang, die via de neus, naar de maag gaat en de lucht weer uit de maag laat lopen.
- Het bedekken van mond en neus door het beademingsmasker en het blazen van lucht en zuurstof kan soms door de patiënt als angstig en benauwd worden ervaren.