Intra-uteriene inseminatie (IUI)

Intra-uteriene inseminatie (IUI) is het inbrengen van zaadcellen direct in de baarmoeder. Bij IUI worden de beste zaadcellen geselecteerd en rechtstreeks in de baarmoederholte gebracht. De zaadcellen zijn dan dichter bij de plaats van bevruchting. De IUI wordt gedaan rondom het moment van de eisprong. Dit moment wordt bepaald met echo’s. De echo’s en de inseminatie worden meestal gedaan door onze echoscopisten, en soms door een gynaecoloog. U ziet dus verschillende hulpverleners tijdens uw behandeling. Er zijn in totaal 6 IUI-behandelingen mogelijk. 

Er zijn 2 redenen voor deze behandeling:

  1. De kwaliteit van het zaad is verminderd. De behandeling wordt dan meestal gedaan zonder hormoonbehandeling van de vrouw. 
  2. Het is al een langere tijd niet gelukt om zwanger te worden en bij de onderzoeken zijn geen afwijkingen gevonden. De behandeling wordt dan meestal gedaan met hormoonbehandeling van de vrouw.

IUI-cyclus met hormonen

Normaal wordt er elke cyclus 1 eicel rijp. De bedoeling van een hormoonbehandeling is om 2 rijpe eicellen te laten groeien. Op die manier kan de kans op zwangerschap groter worden. Deze hormoonbehandeling wordt gegeven met spuiten. Het spuiten kunt u zelf leren, of uw partner. U spuit dan elke dag hormonen, vanaf de derde dag van de menstruatie, tot aan het moment van de eisprong. De arts geeft u meer uitleg.

Timing van de inseminatie

De inseminatie gebeurt in de vruchtbare periode: dichtbij het moment van de eisprong. De kans op bevruchting is dan zo groot mogelijk. Dit noemen we timing. 

Wel hormonen

Als u hormonen gebruikt, bepalen we dit moment met inwendige echo’s. Op de echo’s zien we de eiblaasjes. Meestal zijn er ongeveer 2 tot 3 echo’s per cyclus nodig. 

Als we op de echo zien dat het eiblaasje groot genoeg is, krijgt u een spuit met een medicijn om de eisprong op te wekken. De inseminatie wordt dan 24 tot 36 uur daarna gedaan. 

Geen hormonen

Als u geen hormonen gebruikt, zijn er geen echo's nodig. We bepalen het juiste moment met ovulatietesten. De IUI wordt dan ongeveer 24 uur na de positieve ovulatietest gedaan. 

De inseminatie

Op de dag van de IUI moet de man door masturbatie sperma opwekken. Dit kan het beste thuis gebeuren. Het sperma moet binnen 1 uur na productie worden ingeleverd. Het is belangrijk dat het sperma bij een temperatuur van 20 tot 35 graden wordt vervoerd. Dit kan het beste door het potje in een binnenzak of BH te doen. 

In het laboratorium worden de beste zaadcellen uit het sperma geselecteerd. Deze bewerking duurt ongeveer 1 uur. 

De inseminatie gebeurt op de polikliniek Gynaecologie. De behandelaar brengt een speculum (spreider) in om de baarmoedermond te zien. Dan wordt een dun slangetje door de baarmoedermond in de baarmoederholte geschoven. Door dit slangetje wordt het bewerkte sperma ingebracht. Na de behandeling blijft u 10 minuten liggen. U mag daarna weer naar huis.

Samenvatting

  • Cyclusdag 1
    Uw menstruatie begint.
    U maakt een afspraak voor een echo op cyclusdag 3, 4 of 5.
  • Cyclusdag 3
    U komt voor een inwendige echo.
    Als uw baarmoeder en eierstokken er normaal uitzien, mag u beginnen met de hormoonspuiten. Elke dag 1 spuit.
  • Cyclusdag 10
    U komt voor een inwendige echo. Er begint een eiblaasje te groeien.
  • Cyclusdag 13
    U komt voor een inwendige echo.
    Er groeien 2 eiblaasjes, ze zijn groot genoeg voor de eisprong. 
    In de avonds spuit u het hormoon voor de eisprong. U hoeft hierna geen hormonen meer te spuiten. 
  • Cyclusdag 15
    U komt voor de inseminatie.

Let op: soms duurt het langer voordat er eiblaasjes beginnen te groeien. Er moeten dan dus meer echo’s worden gemaakt. Soms groeit er maar 1 eiblaasje. Heel soms groeien er helemaal geen eiblaasjes. De cyclus wordt afgebroken en er wordt een nieuwe gestart.

Na de behandeling

Na de IUI zijn er geen bijzondere maatregelen nodig. 

Wanneer u niet zwanger bent geworden, krijgt u ongeveer 14 dagen na de IUI een menstruatie. 

Bent u 14 dagen na de inseminatie nog niet ongesteld, dan kunt u een zwangerschapstest doen.

De kans op een zwangerschap

Ongeveer 1 op de 10 behandelingen lukt. De kans dat u na 6 behandelingen zwanger bent, is ongeveer 25 procent. De kans op een zwangerschap is ook afhankelijk van andere dingen zoals leeftijd, roken en uw gewicht.

De meeste vrouwen zijn dus na 6 behandelingen nog niet zwanger. Uw arts zal dan met u en uw partner een nieuwe keuze maken: 

  • doorgaan met IUI
  • overstappen op een andere behandeling, bijvoorbeeld IVF
  • stoppen met behandelen als u geen verdere behandeling wilt

Risico’s en complicaties

Ontsteking

Bij elke IUI bestaat een zeer kleine kans op een ontsteking. In de volgende situaties neemt u contact op met de arts:

  • U heeft koorts, de temperatuur is dan 38 graden of hoger.
  • U heeft buikpijn.
  • U heeft afscheiding die anders is dan normaal.

Meerlingzwangerschap

Als u een hormoonbehandeling heeft kunnen er meer eiblaasjes groeien. De kans op een tweeling of meerling is dan groter.

Zijn er 3 eiblaasjes, dan zal uw behandelaar met u overleggen of de IUI zal doorgaan.

Als er meer dan 3 eiblaasjes zijn, dan zal de IUI niet doorgaan. 

Bijwerkingen van de hormonen

Hormoongebruik bij IUI geeft soms bijwerkingen zoals vocht vasthouden, misselijkheid en verandering van stemming.

De behandeling voor een (nog) onvervulde kinderwens brengt vaak spanningen en ongemak met zich mee. Praat hierover met elkaar, met familie of vrienden. U kunt uw gevoelens ook bespreken met de gynaecoloog of echoscopiste. Zij kunnen u verwijzen naar een psycholoog of maatschappelijk werker.

Ook verhalen van lotgenoten of lotgenotencontact kunnen helpen. Kijk daarvoor eens op www.freya.nl(https://www.freya.nl/?s=IUI).