Hernia-operatie

Lumbale hernia-operatie

Bij een hernia drukt de kern van een tussenwervelschijf op de zenuw in de ruggengraat. Er ontstaat pijn in het been. De hernia kan op verschillende manieren worden behandeld. De klachten verdwijnen dan zonder operatie. Als de kracht in het been minder wordt, is er vaak wel een operatie nodig.

Tussen de wervels in de rug zitten tussenwervelschijven. Die werken als een soort stootkussen om schokken op te vangen. Door de schijven kunnen de wervels bewegen. Soms raakt er een tussenwervelschijf lek. De zachte kern komt dan naar buiten. Officieel heet die uitpuilende bobbel hernia nuclei pulposi. Meestal noemen we het hernia.

De operatie

  • De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). 
  • De arts maakt een snede in de onderrug.
  • De uitpuilende kern wordt weggehaald. De tussenwervelschijf wordt voor een deel verwijderd. Dit is nodig om de kans op een nieuwe hernia zo klein mogelijk te maken. Voor de kern die wordt weggehaald komt niets anders in de plaats.
  • De operatie duurt 30 tot 60 minuten.

Na de operatie

  • Soms zit er een slangetje in de wond. Dit wordt de volgende dag verwijderd. Het is een drain om nalekkend bloed weg te halen.
  • U ligt op uw rug, soms met een kussen onder de knieën. U mag afwisselend op uw linkerkant en rechterkant liggen. In het begin krijgt u bij het omdraaien hulp van de verpleegkundige.
  • Later op de dag of de volgende morgen mag u uit bed. De verpleegkundige of de fysiotherapeut helpt u daarbij.
  • Meestal kunt u de dag na de operatie weer naar huis.

Medicijnen

U krijgt na de operatie een bloedverdunner (fraxiparine). Dat maakt de kans op trombose kleiner.

Controles

  • De hechtingen aan de buitenkant worden 14 dagen na de operatie verwijderd. Daarvoor komt u naar de polikliniek.
  • U komt 3 weken na de operatie voor controle naar de polikliniek als er inwendige hechtingen gebruikt zijn. 
  • Als u via de neuroloog bij de afdeling Orthopedie kwam, mag u zelf een controleafspraak maken bij de neuroloog.

Complicaties

  • Trombose
    Bij trombose ontstaat er een stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is heel pijnlijk, wordt erg dik, rood en glanzend.
  • Zenuwschade
    Tijdelijk of blijvend minder gevoel en/of kracht in het been. 
  • Lekken hersenvloeistof
    Onderaan de rug zit een bundel met zenuwen naar de benen, billen, anus, geslachtsorganen en blaas. Dit noemen we de paardenstaart. Als het vlies van de paardenstaart beschadigd raakt tijdens de operatie kan er hersenvloeistof lekken. U heeft dan erge hoofdpijn als u overeind komt. Soms is het nodig hiervoor een ruggenprik met uw eigen bloed te geven. U moet dan langer in het ziekenhuis blijven.
  • Infectie
    Zoals bij vrijwel elke operatie kan er een infectie ontstaan. Die kan zich uitbreiden tot de tussenwervelschijfruimte. Infecties worden zoveel mogelijk met medicijnen behandeld.
  • Opnieuw een hernia
    Helaas kan een hernia terugkeren. Door een nieuwe operatie is de kans op zenuwschade groter omdat er veel littekenweefsel is.

Leefregels

  • Pijnbestrijding
    De pijn is niet meteen na de operatie weg. Dat kan een paar weken duren. De arts bespreekt met u wat u kunt doen tegen de pijn. De fysiotherapeut geeft u in het ziekenhuis adviezen voor thuis.
  • Sporten
    Ongeveer 6 weken na de operatie mag u weer sporten. Bespreek met de orthopeed of dat voor u ook geldt.
  • Weer werken
    De eerste 6 weken na de operatie mag u geen zware voorwerpen tillen en lang bukken. Bespreek met de bedrijfsarts of arbo-arts wanneer u weer aan het werk kunt.

Wat een hernia precies is leest u op de pagina Hernia(https://ziekenhuisrivierenland.nlundefined).

Vragen

Voor vragen kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulent tijdens het telefonisch spreekuur.

Dit kan van maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 15.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.