Met vastzetten van de grote teen wordt het gewricht tussen de voet en de grote teen vastgezet. Dit gebeurt bij slijtage van het gewricht of bij het scheef staan van de grote teen.
De operatie
- U krijgt een ruggenprik waardoor de benen verdoofd worden of een algehele verdoving (narcose).
- Het gewricht tussen de voet en de grote teen wordt vastgezet met een plaatje en schroeven of alleen met schroeven.
Na de operatie
- Meestal blijft u na de operatie 1 nacht in het ziekenhuis.
- De eerste dagen na de operatie kan de voet pijnlijk zijn. U krijgt pijnstillers.
- Het is belangrijk dat u de eerste dagen de voet goed hooghoudt. De voet en de teen worden dan minder dik. Let erop dat de hiel vrij ligt zodat er geen wond op de hiel ontstaat.
Gips/gipsspalk
- U krijgt een gipsspalk.
- U mag met 2 krukken lopen zonder op de voet te steunen.
- Na 14 dagen krijgt u loopgips. U mag nu wel op de voet steunen tijdens het lopen.
- De totale gipsduur is 6 weken.
- In de tijd dat uw voet in het gips zit, loopt u met krukken.
- Zolang uw been in het gips zit, krijgt u een middel dat het bloed verdunt. Dat zorgt ervoor dat u geen trombose krijgt.
Resultaat
- Het voordeel van het vastzetten van de teen is dat de pijn verdwijnt.
- Het nadeel is dat het gewricht dat wordt vastgezet geen beweeglijkheid meer heeft na de operatie.
- De teen staat na de operatie iets naar boven. Op die manier blijft de afwikkeling van de voet mogelijk na de operatie. Voor een goede voetafwikkeling is het belangrijk dat de andere voetgewrichten goed soepel zijn. Soms is het na de operatie nodig om de schoen aan te passen om dit verder te ondersteunen.
- Heel soms is het nodig om de schroeven of plaatje met schroeven later te verwijderen.
Complicaties
De volgende complicaties komen soms voor:
- Niet vastgroeien van de botdelen (pseudartrose)
Het kan dan nodig zijn om opnieuw te opereren. - Infectie van de wond
De wond is rood, dik en doet pijn. - Trombose
Bij trombose ontstaat er een stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is pijnlijk, wordt enorm dik, lichtrood en glanzend. - Nabloeding
Het kan dan nodig zijn de wond opnieuw te spoelen via dezelfde operatiewondjes. - Gevoelloos
Vrijwel altijd is het gebied rondom de operatiewond gevoelloos. - Onbegrepen pijnsyndroom
Het gaat dan om het Complex Regionaal Pijnsyndroom, afgekort C.R.P.S. Dit wordt ook wel dystrofie genoemd.
Vragen
Voor vragen kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulent tijdens het telefonisch spreekuur. Dit kan van maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 15.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.