Als de grote teen scheef staat wordt dat hallux valgus genoemd. Dit geeft klachten bij het dragen van schoenen. Het kan ook voor meer slijtage van het gewricht zorgen. Als u veel last heeft kan de de teen rechtgezet worden. Er wordt dan een deel van het eerste teenkootje van de grote teen weggehaald.
Symptomen
Door het scheefgroeien van de teen ontstaat er een knobbel aan de zijkant van de voet. Dat kan stabiel blijven, maar soms krijgt u last:
- De knobbel gaat ontsteken.
- Er ontstaat een gedeeltelijke ontwrichting van de grote teen.
- De andere tenen gaan ook scheefgroeien.
- De grote teen gaat onder of over de tweede teen staan, dit noemen we een hamerteen.
De operatie
- U krijgt een ruggenprik waardoor de benen verdoofd worden of een algehele verdoving (narcose).
- De arts haalt een deel van het eerste kootje van de grote teen weg. De grote teen wordt korter en na een tijdje soepeler.
- Er wordt een pennetje in de teen gezet. Dat moet een paar weken blijven zitten.
- U krijgt een verband om de voet.
Na de operatie
Naar huis
Meestal blijft u na de operatie 1 nacht in het ziekenhuis.
Leefregels voor thuis
- Verband en pleisters
U mag het verband om uw voet 48 uur na de operatie verwijderen. Plak een pleister op de wond en over de pen die uit de teen steekt. - Douchen
U mag douchen. De wond mag niet zacht worden, dus in bad gaan kan nog niet. - Voet omhoog
Het is belangrijk dat u de eerste dagen de voet goed hooghoudt. De voet en de teen worden dan minder dik. Doe dit in de eerste weken ook als u wat langer zit. - Bloedverdunner
U krijgt een middel dat het bloed verdunt. Dat zorgt ervoor dat u geen trombose krijgt. - Krukken
Het is verstandig om met 2 krukken te lopen en vooral op de hiel te steunen.
Controles
U komt 10 tot 14 dagen na de operatie naar de polikliniek voor het verwijderen van de hechtingen.
U komt 3 weken na de operatie naar de polikliniek voor het verwijderen van het pennetje.
Complicaties
De volgende complicaties komen soms voor:
- Ontsteking van de wond
De wond is rood, dik en doet pijn. - Trombose
Bij trombose ontstaat er een stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is pijnlijk, wordt dik, lichtrood en glanzend. - Gevoelloos
Het gebied rondom de operatiewond kan gevoelloos worden.