Botoxinjecties bij te actieve blaas

Bij een te actieve blaas is er vaak het gevoel van moeten plassen. Botoxinjecties zorgen ervoor dat de blaasspier ontspant. Er gaan dan minder signalen van de zenuwen naar de blaasspier en van de blaas naar de hersenen. De blaas trekt minder vaak samen en de plas ophouden gaat beter.

Botox werkt gemiddeld 8 maanden, maar kan ook langer dan een jaar werken. Als de klachten terugkomen, kan de behandeling worden herhaald.

Voorbereiding

Geef het door als u bloedverdunners gebruikt. Soms is het nodig om tijdelijk te stoppen met deze medicijnen. Uw arts kan u uitleggen wat u moet doen met uw bloedverdunners.

De behandeling

  • De blaas wordt plaatselijk verdoofd.
  • Botox® is een medicijn dat wordt ingespoten. De uroloog gebruikt een kijkbuis met een camera. Door deze kijkbuis geeft de uroloog ook de botoxinjecties. 
  • U krijgt 10 tot 30 injecties.
  • Na de botoxinjecties wacht u nog 30 minuten in de wachtkamer. Als u zich daarna goed voelt mag u naar huis. 
  • Soms heeft u nog een telefonische afspraak in de middag met de verpleegkundige.
  • U merkt het effect van de behandeling na ongeveer 3 dagen. 

Na de behandeling

  • Er kan soms bloed in de urine zitten. Dit komt door de injecties. 
  • Soms kan de urine 1 tot 2 dagen een roze kleur hebben. Veel drinken lost dit vaak op.
  • Neem thuis de tijd om te plassen. Het kan zijn dat het plassen wat moeilijker gaat na de behandeling.
  • U kunt een branderig gevoel hebben bij het plassen.

Controleafspraak

Na ongeveer 8 weken heeft u een afspraak bij de uroloog voor controle.

Risico’s en complicaties

Het is mogelijk dat u na de behandeling met Botox niet meer goed kunt uitplassen. Er blijft dan urine in uw blaas achter. Soms heeft u dan tijdelijk een slangetje nodig waarmee de blaas leeggemaakt kan worden. Dit is een verblijfskatheter. 

Heel soms is het nodig om zelf de blaas leeg te maken met een wegwerpkatheter. U krijgt dan uitleg hoe u dit kunt doen. Soms krijgt u die uitleg al voor de behandeling.

Wanneer contact opnemen

In de volgende situaties neemt u contact met ons op:

  • U verliest veel en helderrood bloed.
  • U merkt dat het uitplassen niet of erg moeilijk gaat. 

Deze tekst is gebaseerd op informatie van de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU).