Met een stappenplan leert een te vroeg geboren baby zelf aan de borst te drinken. De verpleegkundige helpt bij alle stappen.
Fase 1 Start kolven
In deze eerste fase gaat het vooral om contact maken.
Voor uw baby is huid-op-huid een prettige manier om contact te maken. Uw kindje wordt rustig en voelt zich fijn. Huidcontact zorgt er ook voor dat u melk gaat aanmaken.
U kunt met de hand een druppeltje melk uit uw borst masseren. Als uw kindje tegen de borst ligt en wakker is, kan het zo een druppeltje melk proeven.
De geur van de moedermelk zal uw kindje zeker herkennen. Soms maakt het ook al kleine zuigbewegingen bij de tepel.
Fase 2 Blijven kolven
In deze fase gaan u en uw kindje leren hoe borstvoeding op een fijne manier kan. Zelf drinken en sondevoeding worden gecombineerd.
Uw kindje moet goed wakker zijn om te kunnen reageren op de borst.
Het is prettig om een fijne houding te zoeken. Geef uw kindje steun in de rug en zorg dat het zelf naar de borst kan zoeken. Het is belangrijk dat de baby met de rug, nek en het hoofdje in 1 lijn ligt. Voedingshoudingen die u bij een premature baby kunt gebruiken:
- Rugby-houding
- Doorgeschoven rugby-houding
U kunt dan het gezicht van uw baby goed zien. In deze houdingen heeft u controle over het hoofdje. U kunt met de ene hand het lijfje van de baby steunen. Met de andere hand geeft u de borst aan in C-greep. De vingers ondersteunen de borst aan de onderkant. De duim ligt bovenop de borst, ver van de tepelhof.
Prikkel de zoekreflex door met de tepel een strijkende beweging te maken. Dit kan van het oor in de richting van de mondhoek of over de lipjes.
Als de mond opengaat met de tong omlaag kunt u proberen of uw kindje wil aanhappen. Als de mond niet ver genoeg opengaat, is de baby er niet klaar voor om te zuigen.
Als uw kindje probeert te zuigen, is het belangrijk om op de ademhaling te letten. Het moet genoeg zuurstof krijgen voor het drinken.
In deze fase drinkt uw kindje de eerste slokjes rechtstreeks aan de borst. De voedingen zullen daarnaast nog via de sonde gegeven worden.
U kunt dag en nacht bij uw kind blijven. Op die manier kunt u veel oefenen met voeden aan de borst. Soms is blijven niet mogelijk. We maken dan afspraken over de manier van voeden. Vaak kolven blijft in deze fase belangrijk. De borsten blijven dan melk aanmaken.
Fase 3 Steeds minder kolven
In deze fase leert de baby steeds meer zelfstandig te drinken aan de borst.
Bij hoorbaar slikken, wegen we de baby voor en na de voeding. Zo kunnen we zien hoeveel uw kindje drinkt. In het begin zal uw kindje een deel van een voeding zelf drinken. Dat wordt dan aangevuld met sondevoeding. Als de zuigreflex goed ontwikkelt, kan de sondevoeding steeds minder worden en uiteindelijk stoppen. Bijvoeden na de borstvoeding kan dan met een speen.
Als uw kindje grotere hoeveelheden kan drinken, gaat u voeden op vraag. Er zit overdag dan maximaal 3 uur tussen de voedingen. ’s Nachts mag er 1 keer 4 uur tussen 2 voedingen zitten. Als de baby slaperig is, wordt sondevoeding gegeven.
De volgende stap is voeden op verzoek. Baby’s hebben een eigen ‘voedingsklokje’. In plaats van voeding om de 3 uur, geeft uw kindje zelf aan wanneer het wil drinken.
Voedingssignalen zijn:
- Vanuit lichte slaap gaan smakken met het mondje
- Handje naar de mond bewegen
- Zoekbewegingen
- Hapbewegingen
U blijft kolven tot uw kindje alle voedingen helemaal aan de borst drinkt.
Voordat uw baby naar huis gaat, vertelt een verpleegkundige of lactatiekundige u de belangrijkste zaken voor thuis. Een lactatiekundige geeft informatie en advies over borstvoeding.