Borstvoeding geven aan te vroeg geboren baby

Een baby is prematuur als het voor de 37 weken zwangerschap wordt geboren. Als uw kindje te vroeg wordt geboren, is het vaak te zwak om aan de borst te zuigen. Borstvoeding is wel belangrijk. Moedermelk is eigenlijk het beste medicijn voor een prematuur. U kunt dan het beste meteen beginnen met kolven. Het kindje krijgt die melk via een sonde, een slangetje dat via de neus in de maag gaat.

Om een baby te leren om zelf aan de borst te drinken, gebruiken we een stappenplan Borstvoeding bij uw premature baby. Zo leert uw kindje te drinken zonder zich te verslikken en zonder er benauwd van te worden.

Aanmaken van moedermelk

Het is belangrijk om uw kindje zo snel mogelijk moedermelk te geven. Begin daarom meteen na de bevalling met kolven. Kolven zorgt ervoor dat de borsten melk blijven aanmaken. In het ziekenhuis kunt u kolven met een elektrische kolf. Daarnaast kunt u kolven met de hand. U leest er meer over op de pagina Kolven(https://ziekenhuisrivierenland.nl/behandelingen/kolven/).

Een te vroeg geboren baby heeft meer van bepaalde voedingsstoffen nodig, zoals eiwit. Soms doen we tijdelijk een middel door de moedermelk met extra voedingstoffen. De unieke eigenschappen van de moedermelk blijven bestaan.

Combineren zuigen, slikken, ademhalen

Bij het zuigen uit de borst of fles, moet er ook geslikt en geademd worden. Dit heet voedend zuigen. Baby’s die rond de uitgerekende datum worden geboren kunnen dit zelf. Te vroeg geboren baby’s moeten het combineren van zuigen, slikken en ademhalen nog leren.

Vaak kan de te vroeg geboren baby vóórdat het kan zuigen uit de borst of de fles al op een fopspeen zuigen. Bij het zuigen op een fopspeen gaat het om niet-voedend zuigen. De baby hoeft dan niet te slikken. Een fopspeen zorgt voor minder stress bij de baby. Het is ook goed voor de ontwikkeling van het zuigen. Vooral tijdens de sondevoeding kan een fopspeen aangeboden worden. 

Als de baby goed kan drinken aan de borst, is het verstandig om de fopspeen steeds minder te geven.

Het leren combineren van zuigen, slikken en ademhalen heeft tijd nodig. Het is belangrijk dat de baby op een fijne manier leert om aan de borst te drinken. We hebben daarvoor een stappenplan.

Stappenplan voor borstvoeding premature baby

Met een stappenplan leert een te vroeg geboren baby zelf aan de borst te drinken. De verpleegkundige helpt bij alle stappen.

Fase 1 Start kolven

In deze eerste fase gaat het vooral om contact maken.

Voor uw baby is huid-op-huid een prettige manier om contact te maken. Uw kindje wordt rustig en voelt zich fijn. Huidcontact zorgt er ook voor dat u melk gaat aanmaken.

U kunt met de hand een druppeltje melk uit uw borst masseren. Als uw kindje tegen de borst ligt en wakker is, kan het zo een druppeltje melk proeven.

De geur van de moedermelk zal uw kindje zeker herkennen. Soms maakt het ook al kleine zuigbewegingen bij de tepel.

Fase 2 Blijven kolven

In deze fase gaan u en uw kindje leren hoe borstvoeding op een fijne manier kan. Zelf drinken en sondevoeding worden gecombineerd.

Uw kindje moet goed wakker zijn om te kunnen reageren op de borst.

Het is prettig om een fijne houding te zoeken. Geef uw kindje steun in de rug en zorg dat het zelf naar de borst kan zoeken. Het is belangrijk dat de baby met de rug, nek en het hoofdje in 1 lijn ligt. Voedingshoudingen die u bij een premature baby kunt gebruiken:

  • Rugby-houding
  • Doorgeschoven rugby-houding

U kunt dan het gezicht van uw baby goed zien. In deze houdingen heeft u controle over het hoofdje. U kunt met de ene hand het lijfje van de baby steunen. Met de andere hand geeft u de borst aan in C-greep. De vingers ondersteunen de borst aan de onderkant. De duim ligt bovenop de borst, ver van de tepelhof.

Prikkel de zoekreflex door met de tepel een strijkende beweging te maken. Dit kan van het oor in de richting van de mondhoek of over de lipjes.

Als de mond opengaat met de tong omlaag kunt u proberen of uw kindje wil aanhappen. Als de mond niet ver genoeg opengaat, is de baby er niet klaar voor om te zuigen.

Als uw kindje probeert te zuigen, is het belangrijk om op de ademhaling te letten. Het moet genoeg zuurstof krijgen voor het drinken.

In deze fase drinkt uw kindje de eerste slokjes rechtstreeks aan de borst. De voedingen zullen daarnaast nog via de sonde gegeven worden.  

U kunt dag en nacht bij uw kind blijven. Op die manier kunt u veel oefenen met voeden aan de borst. Soms is blijven niet mogelijk. We maken dan afspraken over de manier van voeden. Vaak kolven blijft in deze fase belangrijk. De borsten blijven dan melk aanmaken.

Fase 3 Steeds minder kolven

In deze fase leert de baby steeds meer zelfstandig te drinken aan de borst. 

Bij hoorbaar slikken, wegen we de baby voor en na de voeding. Zo kunnen we zien hoeveel uw kindje drinkt. In het begin zal uw kindje een deel van een voeding zelf drinken. Dat wordt dan aangevuld met sondevoeding. Als de zuigreflex goed ontwikkelt, kan de sondevoeding steeds minder worden en uiteindelijk stoppen. Bijvoeden na de borstvoeding kan dan met een speen.

Als uw kindje grotere hoeveelheden kan drinken, gaat u voeden op vraag. Er zit overdag dan maximaal 3 uur tussen de voedingen. ’s Nachts mag er 1 keer 4 uur tussen 2 voedingen zitten. Als de baby slaperig is, wordt sondevoeding gegeven.

De volgende stap is voeden op verzoek. Baby’s hebben een eigen ‘voedingsklokje’. In plaats van voeding om de 3 uur, geeft uw kindje zelf aan wanneer het wil drinken.

Voedingssignalen zijn:

  • Vanuit lichte slaap gaan smakken met het mondje
  • Handje naar de mond bewegen
  • Zoekbewegingen
  • Hapbewegingen

U blijft kolven tot uw kindje alle voedingen helemaal aan de borst drinkt. 

Voordat uw baby naar huis gaat, vertelt een verpleegkundige of lactatiekundige u de belangrijkste zaken voor thuis. Een lactatiekundige geeft informatie en advies over borstvoeding. 

Tijdens het voeden

Tijdens het voeden in de 3 fases kunt u het kindje helpen door op de volgende dingen te letten:

  • Zorg ervoor dat u tijdens de voeding naar uw kind kijkt. U ziet dan wanneer het gevoed wil worden. Of misschien is even stoppen voor bijvoorbeeld een boertje of een adempauze nodig.
  • Voed uw kindje niet te lang. Stop als de baby niet meer de volle aandacht heeft, gestrest raakt of moe wordt. Stress-signalen zijn:
    • Onrustig gaan bewegen, de baby draait zich van de speen of tepel af
    • Oogjes ver opendoen
    • Wenkbrauwen fronsen of rare gezichten trekken
    • De neusvleugels bewegen
    • Knoeien

In de volgende situaties stopt u met voeden:

  • Uw kindje blijft ook na een adempauze kokhalzen of laat melk uit de mond lopen.
  • Uw kindje valt in slaap, wordt prikkelbaar, gaat huilen of is moe.
  • Uw kindje krijgt moeite met ademhalen.

Professionele ondersteuning borstvoeding

Voor ondersteuning bij borstvoeding kunt u kiezen voor een lactatiekundige. Hulp van een lactatiekundige kost geld. U kunt bij uw verzekering navragen of u in aanmerking komt voor vergoeding.

Voor meer informatie kunt u kijken op de website van de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen(https://www.nvlborstvoeding.nl/).