De behandeling van kanker is zwaar. Door een operatie, chemotherapie en/of radiotherapie kunt u last krijgen van snel moe zijn en u voelt zich minder fit. Ook na de behandeling kunt u zich moe blijven voelen. Bewegen heeft dan een positieve invloed. Het is dus belangrijk om actief te worden of te blijven voor, tijdens en na de behandeling van kanker.
De invloed van bewegen tijdens de behandeling
U hoeft niet heel zwaar te sporten. Wat sneller wandelen en fietsen dan normaal is al goed. Het regelmatig bewegen:
- kan het aantal bijwerkingen van de behandeling verminderen;
- kan helpen om u na de behandeling weer sneller beter te voelen;
- kan helpen om u minder moe te voelen tijdens de behandeling;
- kan uw zelfvertrouwen vergroten en uw concentratie verbeteren;
- kan het herstel na een operatie versnellen;
- kan helpen om beter te slapen.
Bewegen en een operatie
Het is goed om voor een operatie actief te worden of te blijven.
Het is bekend dat een betere fitheid zorgt voor minder complicaties na een operatie. Hoe fitter u bent vóór een operatie, hoe fitter u zult zijn na de operatie.
Net na een operatie is het vaak niet mogelijk om heel actief te zijn. Beweeg dan voor zover dat lukt. Als u naar huis gaat, krijgt u adviezen mee hoe u weer fit kunt worden.
Bewegen en chemotherapie
Tijdens de chemotherapie en een paar dagen erna doet u het wat rustiger aan. Het is wel belangrijk dat u blijft bewegen. Dit helpt ook om beter tegen de situatie te kunnen en sneller te herstellen. Blijf wel goed luisteren naar uw eigen lichaam zodat u niet te veel doet.
Bewegen en radiotherapie
Radiotherapie is een ander woord voor bestralen. U kunt tijdens en na radiotherapie last hebben van moe zijn en andere bijwerkingen. Ook bij deze vorm van behandelen zorgt actief zijn ervoor dat u zich beter voelt.
Het bewegen opbouwen
Het is belangrijk dat u het bewegen rustig opbouwt.
- Fiets, loop of werk in de tuin op een tempo dat u een beetje moe wordt maar nog wel kunt praten.
- Als u nog weinig ervaring hebt met bewegen, begint u in uw eigen tempo. U doet dit 10 minuten per keer en 4 tot 6 keer per week.
- Probeer steeds wat sneller en langer te bewegen. Het doel is om uiteindelijk 4 tot 6 keer per week 30 minuten stevig te bewegen.
Richtlijn gezond bewegen
Verdeel een training in 3 stukken
1. Warming up
Een warming-up zorgt ervoor dat uw hart en spieren klaar zijn voor meer inspanning. Begin dus rustig aan.
2. Stevig bewegen
Na de warming-up gaat u sneller bewegen. U moet wat meer moeite doen, maar het voelt niet vervelend. U kunt dit vergelijken met lopen in een snel tempo als u de bus wilt halen.
3. Coolingdown
Een coolingdown zorgt ervoor dat de spieren niet of minder stijf worden na de training. Uw hart gaat langzamer slaan en uw spieren kunnen ontspannen. Dus een coolingdown aan het eind van de training betekent 5 minuten in een rustig tempo bewegen.
Bewegen volhouden
- Ga samen met iemand lopen of fietsen
- Kies een vaste tijd om te gaan bewegen
- Als u er moeite mee heeft, vraag om hulp
Signalen tijdens het bewegen
Het is belangrijk dat u tijdens het bewegen goed let op hoe u zich voelt. Let op de signalen die uw lichaam geeft. Stop met trainen:
- bij pijn op uw borst en pijn in uw arm.
- als uw hartslag onregelmatig is.
- bij duizeligheid of misselijkheid.
- als u tijdens de training niet kunt praten omdat u kortademig bent.
Wanneer neemt u contact op
Neem contact op als u vragen heeft over het bewegen.