Voedingsadviezen bij darmfalen

Als een deel van de dunne darm is verwijderd, probeert het overgebleven deel zich aan te passen aan deze verandering. De achtergebleven darm kan ‘leren’ om de functie over te nemen van het stuk dat verwijderd is. Het duurt even voordat de achtergebleven dunne darm zich heeft aangepast. Tot die tijd worden voedingsstoffen, vocht, vitamines en mineralen misschien niet zo goed opgenomen als voor uw darmoperatie. We spreken dan van darmfalen.

Een gevolg daarvan kan zijn dat u veel diarree heeft. U verliest dan veel vocht en zout met de ontlasting. Als u met een stoma meer dan 1,5 liter vocht per dag verliest, spreken we van een high output stoma. Om de diarree te verminderen geven we u een aantal eet- en drinkadviezen.

Vocht

Het drinken dat u kiest heeft invloed op de hoeveelheid poep (ontlasting). Door bepaalde dranken te nemen of juist te laten staan, wordt het vochtverlies via de darm beperkt. En het tekort aan vocht en zouten in het lichaam hersteld.

Er zijn drie groepen dranken:

  • isotone dranken
  • hypotone dranken
  • hypertone dranken

Isotone dranken

Isotone dranken mag u onbeperkt drinken. Ze bevatten 6 tot 8 gram koolhydraten per 100 ml (milliliter) of een vergelijkbare hoeveelheid zout. In ons bloed zitten ongeveer evenveel suikers en/of zouten.

Isotone dranken zijn bijvoorbeeld:

  • Melk en karnemelk
  • Groentesap en tomatensap waar u zelf extra zout aan toevoegt
  • Bouillon
  • Isotone sportdranken, bijvoorbeeld AA Drink Isotone, Aquarius Lemon of Aquarius Blue Berry, Extran Hydro
  • Oral Rehydration Salt (ORS). ORS is verkrijgbaar bij apotheek en drogist. Dit zijn zakjes met poeder die u moet oplossen in water 

Hypotone en hypertone dranken

Van hypotone en hypertone dranken mag u maximaal 1000 ml (1 liter) per dag. Uw arts of diëtist kan u voorschrijven om nog minder van deze dranken te gebruiken als dit nodig is. Het gebruik kan beperkt worden tot 500 ml (een halve liter).

Hypotone dranken bevatten maximaal 6 gram koolhydraten per 100 ml. Het gebruik van deze dranken geeft matig tot veel ontlasting. Voorbeelden van hypotone dranken zijn:

  • Water, thee, koffie
  • Frisdrank light

Hypertone dranken bevatten 8 tot 15 gram koolhydraten per 100 ml. 
Ook hypertone dranken geven meer ontlasting. Voorbeelden van hypertone dranken zijn:

  • Drinkyoghurt
  • Vruchtensap
  • Frisdrank
  • Hypertone sportdranken, bijvoorbeeld Aquarius Orange
  • Medische drinkvoeding

Let op uitdroging

Bij diarree of een high output stoma loopt u risico dat u uitdroogt. Zorg daarom dat u uitdroging kunt herkennen. Het geeft de volgende klachten:

  • Dorst
  • Minder plassen
  • Urine met een donkere kleur
  • Vermoeidheid
  • Krampen
  • Duizeligheid bij het opstaan
  • Droge huid
  • Donkere kringen onder de ogen

Bij diarree kunt u veel zout verliezen. Door een zouttekort kunt u ook misselijk of verward zijn.

Neem bij bovengenoemde klachten zo snel mogelijk contact op met uw behandelend arts.

Voeding

  • Eet 6 tot 8 maaltijden per dag. Vaker eten helpt uw dunne darm om zich aan te passen aan de nieuwe situatie.
  • Eet langzaam en kauw goed.
  • Drink maximaal een half glas bij het eten. Als u veel gaat drinken bij de maaltijd passeert de maaltijd sneller door uw dunne darm. Daardoor kan de darm niet genoeg voedingsstoffen opnemen. Drink liever tussen de maaltijden door.
  • Gebruik weinig suiker, honing, snoep, zoet broodbeleg en andere producten met veel suiker. Deze producten kunnen de diarree verergeren.

Let op gewichtsverlies

Houd uw gewicht in de gaten. Weeg uzelf minstens 1 keer per week. Als u 
snel veel gewicht kwijtraakt, wijst dat meestal op een vochttekort. Langzamer gewichtsverlies wijst op een tekort aan voeding. Neem bij gewichtsverlies contact op met uw diëtist of arts.