Bij trombose ontstaat er een stolsel (prop) in een ader. Trombose in het been noemen we een 'trombosebeen.' Het is belangrijk dat een trombosebeen snel behandeld wordt, om vervelende of gevaarlijke gevolgen te voorkomen.
Symptomen
Doordat de trombose een ader afsluit, gaat het been pijn doen en/of wordt het rood en dik.
Het stolsel kan de ader ook beschadigen. Door zo'n beschadiging kan het bloed niet meer goed naar boven stromen. Dit noemen we ook wel een 'post-trombotisch syndroom'. Hierdoor:
- kunt u pijn en/of jeuk krijgen;
- kan het zijn dat u vocht vasthoudt;
- kunnen er wondjes ontstaan.
Ook kan het stolsel in het been losschieten en in de longen terechtkomen. Dat noemen we longembolie.
Oorzaken
Een trombosebeen kan bijvoorbeeld ontstaan door:
- een operatie;
- gips;
- een zwangerschap;
- een bevalling.
Soms is de oorzaak niet duidelijk.
Wat kunt u zelf doen
Bewegen
Beweging is goed voor het herstel van uw been. Zit u, zorg er dan voor dat u uw been omhoog houdt.
Steunkous dragen
Voor het herstel van uw been is het belangrijk om een steunkous te dragen. Iedere dag, minstens een half jaar. Deze steunkous wordt op maat gemaakt. U krijgt hiervoor een recept mee. Zodra uw been weer slank is, kunt u de kous laten aanmeten.
Omdat een trombosebeen eerst nog dik is, krijgt u op de Spoedeisende Hulp een tijdelijke kous mee. Die gebruikt u tot u een eigen, aangemeten kous heeft.
Medicijnen
Een trombosebeen kan behandeld worden met bloedverdunners. Die zorgen ervoor dat het lichaam het stolsel kan opruimen. En dat er geen nieuw stolsel kan ontstaan.
Het opruimen van een stolsel gaat langzaam. Daarom duurt het een tijdje voordat de klachten weggaan. Soms duurt dat een paar dagen en soms duurt het weken.
Neem uw medicijnen trouw in
Het is belangrijk om de medicijnen trouw in te nemen. De polikliniek Interne Geneeskunde vertelt u hoe lang dat nodig is. U krijgt hiervoor een afspraak. De afspraakbevestiging hiervan ontvangt u per e-mail of post.
Als uw klachten erger worden
Worden uw klachten erger in plaats van minder? Neem dan contact op met de polikliniek Interne geneeskunde.