Om de longen zit een vlies, het longvlies. En ook in de borstkas zit een vlies, het borstkasvlies. Deze vliezen zitten tegen elkaar aan. De ruimte tussen deze vliezen is daardoor luchtdicht. Als er een lek ontstaat in het longvlies, stroomt er lucht vanuit de longen in de ruimte tussen de vliezen. De long kan dan inklappen. Dat heet een klaplong.