Delier (plotselinge verwardheid)

Een delier is een plotselinge verwardheid die uitgelokt wordt door een onderliggend probleem. Het is daarom belangrijk dat dit onderliggende probleem wordt gevonden en wordt behandeld. Verwardheid door een delier is in principe tijdelijk en vermindert als het onderliggende probleem weggenomen wordt. Een delier is soms lastig te herkennen, zeker omdat de verschijnselen per moment van de dag kunnen wisselen. Vaak zijn de verschijnselen het hevigst in de avond en nacht. 

Symptomen

Het meest opvallende wat je kan merken bij een delier is dat mensen niet goed hun aandacht ergens bij kunnen houden. Daarnaast spelen er vaak tijdelijk concentratiestoornissen, geheugenproblemen, taalproblemen, desoriëntatie en/of slaapstoornissen.Tijdens een delier zijn er 'actieve' en 'stille' verschijnselen. Actieve verschijnselen zijn bijvoorbeeld:

  • roepen
  • wartaal praten
  • plukken aan lakens of slangetjes
  • grijpen in de lucht
  • blijven bewegen
  • hallucinaties
  • stemmingswisselingen.

Bij stille verschijnselen lijkt het alsof iemand alleen maar 'moe' is. Je ziet dan teruggetrokkenheid, apathie, wegzakken in een gesprek, afwezig zijn en veel (lijken te) slapen. De actieve verschijnselen en stille verschijnselen kunnen ook afwisselend voorkomen.

Oorzaken

Een delier kan vele oorzaken hebben. Soms is de onderliggende oorzaak lastig te achterhalen. Voorbeelden voor oorzaken van een delier kunnen onder andere zijn:

  • pijn
  • ontsteking
  • problemen met de blaas of stoelgang
  • tekort aan vitamines of voedingstoffen
  • uitdroging
  • ontwenning van alcohol, nicotine of verdovende middelen
  • slaaptekort
  • bepaalde medicijnen

Een verhoogd risico op delier

Iedereen kan een delier krijgen, maar niet iedereen krijgt dit even snel. Bij de ene persoon is een ontsteking voldoende om een delier te ontwikkelen, bij de ander ontstaat er pas een delier als er meerdere uitlokkende oorzaken door elkaar spelen.

Omdat er bij een ziekenhuisopname vaak verschillende problemen spelen is de kans op een delier tijdens een ziekenhuisopname altijd aanwezig, maar deze kans wordt hoger als iemand: 

  • Eerder een delier heeft gehad.
  • Ouder is dan 60 jaar.
  • Problemen heeft met het zicht of gehoor.
  • Geheugenproblemen heeft.
  • Voor de ziekenhuisopname al hulp nodig had bij het wassen en aankleden.
  • Alcohol drinkt, rookt of drugs gebruikt.

Wat kunt u zelf doen

Er is een aantal zaken die u zelf kunt doen om een delier te voorkomen of verkorten.

  • Vertel aan uw dokter of verpleegkundige als u eerder een periode van verwardheid heeft gehad of als u weet dat er een verhoogd risico op een delier is.
  • Neem tijdens de opname uw gehoorapparaten (inclusief nieuwe batterijen), (lees)bril en/of andere hulpmiddelen mee.
  • Neem vertrouwde spullen van thuis mee. Bijvoorbeeld uw horloge, kalender, klokje, foto’s, tijdschrift/boek, muziek, eigen kussen.
  • Neem voldoende kleding mee die u overdag draagt. Dus niet alleen nachtkleding meenemen.
  • Wijs een contactpersoon aan die u kan geruststellen als u onrustig of angstig bent, iemand die op meerdere momenten naar het ziekenhuis toe zou kunnen komen.
  • Zorg voor voldoende inname van vocht en voeding, voldoende (uit)plassen, goede stoelgang en een goed dag/nachtritme.
  • Voor uw naasten geldt altijd: meld veranderend gedrag bij de verpleegkundige van de afdeling.
  • Overleg met de afdeling of uw naasten buiten de bezoektijd aanwezig mogen zijn, bijvoorbeeld om te ondersteunen bij de maaltijden, drinken, medicatie innemen, vertrouwde activiteiten of dagelijkse gewoonten.
    • Als uw naasten een groot deel van de dag en/of de nacht bij u aanwezig zijn omdat er sprake is van onrust of om te proberen verwardheid te voorkomen dan noemen we dit ook wel rooming-in. Rooming-in gebeurt altijd in overleg met de afdeling waar u opgenomen wordt

Wat doen wij om een delier te voorkomen

Bij een ziekenhuisopname wordt altijd gekeken of er op dat moment een verhoogd risico is op een delier. Als hier sprake van is wordt er door de verpleegkundige extra gelet op verschijnselen die kunnen wijzen op een delier. We gebruiken hiervoor onder andere screeningslijsten. Ook let de verpleegkundige er op of u tijdens de opname genoeg drinkt, voldoende pijnmedicatie krijgt en dat de ontlasting goed op gang is. Tevens streven we naar een goed dag - en nachtritme. Hierbij is het de bedoeling dat u ’s nachts voldoende slaapt en overdag inspanning en rust afwisselt en overdag niet teveel slaapt,

Krijgt u ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een delier, dan wordt er gezocht naar de oorzaak zodat deze behandeld kan worden. In de tussentijd wordt gekeken of en hoe de verschijnselen van het delier het beste behandeld kunnen worden. Dit wordt meestal in samenspraak gedaan met het consultatieteam geriatrie of psychiatrie.

Vragen?

U kunt uw vragen aan een verpleegkundige op de afdeling stellen.